Turkije veroordeelt aanvallen op Rohingya moslims

Kübra Eren

In een verklaring op de website van het Turkse ministerie van BuZa wordt er gewezen op de situatie in Birma. Sinds 9 oktober zijn er 9 leden van de veiligheidstroepen gedood en 69 ‘vermeende’ aanvallers, waaronder 2 vrouwen. Verder zijn eigendommen vernield in gebieden, bewoond door Rohingya.

Tot slot worden de aanvallen op onschuldige burgers veroordeeld en worden beide groepen opgeroepen tot kalmte. Turkije wilt dat de blokkades op humanitaire hulp worden opgeheven en staat klaar om hulp te bieden om de situatie te normaliseren.

In 2014 bezocht Davutoğlu, destijds minister van BuZa, een vluchtelingenkamp van Rohingya. Ook toen was Turkije een van de weinige landen die haar zorgen uitte over de siutatie van de Rohingya.

Nederland
De Nederlandse politiek is opvallend stil rond de situatie. Politieke beweging DENK is vooralsnog een van de weinige politieke partijen die de situatie onder de aandacht brengt.

Onderdrukking van de islamitische Rohingya
In de zomer van 2012 barstte de spanning tussen de islamitische Rohingya en boeddhisten in de Birmese staat Rakhine los. Aantijgingen en beschuldigingen zorgden voor een nieuwe golf van geweld tegen de moslims in Myanmar. Hele moslimwijken werden in brand gestoken, winkels van moslims werden geplunderd en ongeveer 90.000 Rohingya vluchtten weg. De Birmese overheidsfunctionarissen deden niets tegen dit wraakzuchtige geweld en liet de volkswoede haar gang gaan. De Rohingya zijn een etnische groep die hoofdzakelijk in Birma leeft. De meerderheid praktiseert de soennitische vorm van Islam en heeft Bengali als moedertaal.

Al 4 jaar lang wordt er grof geweld gebruikt tegen de bevolkingsgroep in Myanmar. Zij worden niet erkend door de regering en hierdoor zijn zij feitelijk staatsloos. VN functionaris John McKissick kan het niet langer aan zien: ‘’Het leger van Myanmar is bezig met een ,,collectieve afstraffing” van de islamitische minderheid in het westen van het land, met ,,etnische zuivering” als ultiem doel’’.  Om de zogenoemde Rohingya-moslims het land uit te jagen, worden volgens de bestuurder in het interview met BBC in de grensstreek ,,mannen doodgeschoten, kinderen afgeslacht, vrouwen verkracht en huizen verbrand en geplunderd”. McKissick geeft leiding aan een missie van de vluchtelingenorganisatie van de VN, de UNHCR, in buurland Bangladesh. Daar zijn al duizenden mensen naartoe gevlucht vanwege het geweld. Ook China vangt duizenden vluchtelingen op. Journalisten en hulpverleners mogen het gebied van de Birmese autoriteiten niet in.

Ook het naburige Bangladesh heeft “zijn diepe zorgen” uitgesproken over de militaire operatie. Eerder deze week toonde de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch met satellietbeelden aan dat er in de woongebieden van de Rohingya meer dan 1200 huizen waren platgebrand. De Birmese overheid ontkent alle betrokkenheid bij wreedheden, en stelt dat de Rohingya zelf hun huizen in brand steken.