Olcay Gulsen: “Mijn vader dacht dat hij een PKK-strijder was”

Turks.nl Redactie

De bekende modeontwerpster, presentatrice en ondernemer Olcay Gulsen werd afgelopen maand geïnterviewd door Trouw. Daarin deed ze opvallende onthullingen over haar jeugd.

Gulsen is geboren in Waalwijk. Ze is één van de zes kinderen van een Koerdisch-Armeens gezin uit Turkije.

“Hier, op mijn arm, staat ‘Xade Bitare Be’, dat is Koerdisch voor ‘God is met mij’. Wel een beetje hypocriet hoor, want God moet er vooral zijn als ik Hem nodig heb. Ik begin meestal pas te bidden als het misgaat in mijn leven”, zegt ze.

Haar ouders kwamen op hun 14e naar Nederland en werden een jaar later uitgehuwelijkt. “Mijn vader was de dorpsgek: schizofreen, gewelddadig en verslaafd aan alcohol en drugs. Ik schaamde me voor hem. Ik schaamde me voor de situatie bij ons thuis: er kwam nooit een vriendinnetje over de vloer. Ik kwam altijd te laat op school, meestal zonder boterhammen. Tijdens de pauze werd ik naar de kantine gestuurd om te vragen of er misschien nog iets te eten voor mij over was”, gaat ze verder.

“Mijn moeder hield van ons, dat weet ik zeker, maar ze had het veel te druk met overleven. Mijn vader dacht dat hij een PKK-strijder was, of een zoon van Jezus: zijn schizofrenie bracht hem op de gekste plaatsen. De combinatie van medicijnen, drank en drugs maakte hem extreem gewelddadig. Ik zou niet eens meer kunnen zeggen hoe vaak hij mijn moeder te lijf ging, voor mijn gevoel gebeurde het de hele tijd. We probeerden hem tegen te houden waardoor we zelf óók klappen opliepen. Ik herinner me dat ik me als klein meisje soms afzijdig hield, en hoe schuldig ik me daar vervolgens over voelde, maar het was ook zo zinloos allemaal: we konden hem echt niet de baas.

“De politie stond iedere week voor de deur, gealarmeerd door de buren. Soms belandde mijn moeder in het ziekenhuis. Dan moesten wij mee naar het bureau, om een verklaring af te leggen. Daarna werden we weer naar huis gestuurd. Mijn vader kwam meestal na een paar uur weer vrij, nog woedender dan toen hij werd opgesloten, om zijn woede op ons af te reageren. Hij wist namelijk zeker dat wij de politie hadden gebeld”, zegt Gulsen.