Turkse kritiek & dubbele maatstaf van Nederland

Turkije vindt dat Nederland “xenofobisch, islamofobisch en racistisch” is tegen Nederturken (de Turken in Nederland). Vice-premier Lodewijk Asscher van de PvdA, tevens als minister verantwoordelijk voor Integratie, reageerde als door een wesp gestoken en noemde “de aantijgingen ongeïnformeerd, onjuist en ongepast”. Ook werd de Turkse verklaring gezien als bemoeizucht van een buitenlandse mogendheid in het Nederlandse interne beleid. Twee punten zijn hierbij echter merkwaardig.
Armand Sağ

Was het niet Nederland dat Putin aansprak op zijn homobeleid in februari 2014? En was het niet Nederland dat Turkije eerder aansprak op de behandeling van christenen, Koerden en andere minderheden? Vond Asscher dat toen geen “bemoeizucht van een buitenlandse mogendheid in het interne beleid van een ander land”? Vanwaar deze dubbele maatstaf die wij hanteren? Waarom mag Nederland wel kritiek hebben op het binnenlandse beleid van andere landen, maar mogen die landen geen kritiek hebben op het binnenlandse beleid van Nederland? Is dat niet regelrecht hypocriet?

Het tweede punt is wellicht nog belangrijker. Is de kritiek van Turkije op Nederland onterecht? Niet volgens de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) van de Raad van Europa. ECRI schreef op 13 oktober 2013 al dat Nederland niet genoeg deed tegen racisme en islamofobie. Ook het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken hekelde de situatie in Nederland in januari 2014. De kritiek op Nederland is dus niks nieuws. En eigenlijk is de kritiek ook terecht. In Nederland worden Nederturken als tweederangs behandeld. Of het nu Groenlinks-politicus Bas van Nugteren is die bij een conferentie van de Universiteit Utrecht vraagt of “het publiek uit Turken of Nederlanders bestaat” en de opmerking “Het zijn allemaal Nederlandse burgers” met hoongelach beantwoordt, of twee PvdA-Kamerleden die in media gebombardeerd worden tot “Turkse Kamerleden” terwijl het om Nederlandse burgers gaat. Het is zeker aanwezig. Men hoeft alleen maar een willekeurig online krantenartikel over Turkije aan te klikken om in de commentaarsectie discriminerende zinnen te lezen over Turken. De reactie “Het ruikt daar nu vast naar verbrand kebab-vlees” over de Amsterdamse crash van Turkish Airlines in 2009, waarbij negen mensen omkwamen bij een brand, staat me nog helder bij.

D66-politicus Pechtold meldde in 2009 al dat Nederland eigenlijk helemaal niet tolerant is, maar eigenlijk gewoon onverschillig. Onverschillig totdat wij zelf op onze tenen worden getrapt. Kritiek op het beleid in Nederland wordt gezien als kritiek op Nederland zelf. Dat terwijl Nederland juist een actief buitenlandse beleid met als kern het bekritiseren van het binnenlandse beleid van andere landen. Kritiek vanuit Nederland op andere landen wordt door veel mensen als vanzelfsprekend en gewoon gezien. Nu sommige van die landen economisch en politiek gezien in opkomst zijn en hun tanden durven te tonen, reageert Nederland door te stellen dat een buitenlandse mogendheid zich niet mag bemoeien met het interne beleid van een land. Waarom niet eigenlijk? Nederland bemoeide zich met het binnenlandse beleid van, pak hem beet, Rusland. En dat waren niet eens Nederlandse burgers. In het geval van Turkije bemoeit het Anatolische land zich met Nederlandse burgers die ook nog eens Turkse staatsburgers zijn. Turkije heeft dus een gegronde reden om op te komen voor die burgers. Welke redenen had Nederland in Rusland? Geen eigenlijk. Dus waarom vonden we die kritiek geen punt maar schreeuwen we nu van de daken dat Turkije geen kritiek mag hebben op Nederland?

Want laten we wel zijn en eens inhoudelijk kijken naar die kritiek. Er is racisme in Nederland, dat zeker. Dit is heel wat anders dan de stelling dat “alle Nederlanders racistisch zijn”, dat zeker niet. Maar laten we onze ogen niet sluiten voor de werkelijkheid en er juist iets aan doen.

Dit stuk verscheen eerder in de NRC.