Opinie – Turks.nl https://www.turks.nl De samenleving vanuit een Turks perspectief Tue, 22 Nov 2016 11:20:54 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.0.8 De Brug naar Sivas https://www.turks.nl/opinie/de-brug-naar-sivas Fri, 01 Jul 2016 21:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/opinie/de-brug-naar-sivas

Op 2 juli 1993 kwamen Turkse intellectuelen, muzikanten en toneelspelers bijeen op een cultureel festival in het Madımak Hotel in Sivas. Een stad in de binnenlanden van Turkije waarvan de naam synoniem is geworden met een brandaanslag.

Het bericht De Brug naar Sivas verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
De Duivelsverzen
Begin jaren ’90, voorafgaand aan de periode die getekend is door de bloedige militaire coup van de vorig jaar overleden Turkse generaal Kenan Evren, ontstond er een nieuwe politieke situatie in Turkije. Het land voerde een aantal cosmetische veranderingen door en begon minderheden meer rechten te geven om Brussel te paaien. De Turkse seculiere elite van destijds wilde graag tot de EU toetreden en veinsde voor meer democratie te zijn. Op een groeiend zelfvertrouwen van met name de alevitische gemeenschap, zaten de machthebbers in Ankara en elementen binnen de veiligheidsdiensten echter niet te wachten. Een ‘excuus’ dat achteraf voor de massaslachting werd geopperd, waarbij in totaal zevenendertig doden vielen, was dat de bekende Turks-soennitische schrijver Aziz Nesin aanwezig was op het alevitisch festival. Nesin had het boek ‘De Duivelsverzen’ van Salman Rushdie in het Turks vertaald en openlijk gezegd in de Turkse media dat hij een atheïst was. 

Voorloper van de AKP
Onder de arrestanten en aangeklaagden bevond zich Şevket Kazan, een vooraanstaand lid van Milli Görüş en de Refah Partij van Erbakan. Deze partij was de voorloper van de AKP waar Erdoğan en Gül beide hun politieke carrières zijn gestart. Eén van de meest kwalijke feiten rondom dit drama is dat politici van de Refah Partij, maar ook politici van andere partijen, de verdachten gesteund hebben tijdens het rechtsproces. In een rechtsstaat is het normaliter onacceptabel dat politici begrip tonen voor misdrijven van verdachten, maar in Turkije is het kennelijk geen enkel probleem. 

Cafer Erçakmak, die in Sivas gemeenteraadslid was voor de Refah Partij, schreeuwde toen Nesin zich via een brandweertrap in veiligheid probeerde te brengen: “Hij is de duivel die we hadden moeten vermoorden”. Daarop gooide de brandweerman Nesin willens en wetens naar beneden, met de hoop dat hij gelyncht zou worden door de menigte. Erçakmak is tijdens zijn proces overleden. Een humanere dood in vergelijking met de tientallen vrouwen en mannen die gestikt en/of verbrand zijn in het hotel. Meerdere advocaten van bovengenoemde aangeklaagde politici zitten in het Turks parlement namens de AKP of zijn bestuurder geworden van die partij. 

IS-olie op het vuur 
Vorig jaar hebben elite-eenheden van het Amerikaanse leger documenten gevonden waarin staat dat Turkse beambten directe contacten onderhouden met IS en dat de AKP-regering hoofdafnemer is van olie uit IS-gebied. Onderhand is het een publiek geheim geworden dat Erdoğan IS geholpen heeft om uit te groeien tot de grootste terroristische organisatie op aarde. Wat er in 1993 in Sivas gebeurd is, toont overeenkomsten met wat IS nu doet. De aanslag is op een moment gepleegd dat de Turkse politieke elite goed uitkwam en is uitgevoerd door een groepering waarmee Turkse machthebbers betrekkingen hebben. 

In het licht bezien van wat er zich in het Midden Oosten ontvouwt en de vele aanslagen in Turkije, waarbij al honderden doden zijn gevallen, is het gerechtvaardigd te vrezen voor escalaties tussen alevieten en soennieten. Een broederoorlog is zelfs niet uit te sluiten wanneer Turkse alevieten aangevallen worden door IS met behulp van Turks-soennitische radicalen. We weten immers dat IS-cellen specifieke doelen in Turkije prefereren en één van die doelen zijn alevitische Cemhuizen. 

In Turkije is het relatief makkelijk om groepen tegen elkaar op te zetten en hen te voeden in hun wederzijdse, veelal kunstmatige, animositeit. Dat hebben de Ottomaanse Sultans alsmede seculiere generaals gedaan en waarom zou het Erdoğan politiek gezien geen windeieren leggen? Sterker nog, Erdoğan glorieert wanneer hij polariseert. Bruggen bouwen is namelijk een totaal andere tak van sport dan het zijn van een bruggenbouwer. 

Het bericht De Brug naar Sivas verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Beste Kamerleden Kuzu, Öztürk en Yücel https://www.turks.nl/opinie/beste-kamerleden-kuzu-oezturk-en-yucel Thu, 12 May 2016 21:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/opinie/beste-kamerleden-kuzu-oezturk-en-yucel

Op 1 mei werd de Dag van de Arbeid gevierd. Een dag die vaak bloedig verloopt in Turkije. Dit jaar viel er één dode in İstanbul en was het business as usual in de metropool. Sterker nog, de bloedigste 1 mei-viering aller tijden, vond aan de Bosporus plaats in 1977. Vanaf de bovenste verdiepingen van de hotels InterContinental en Sheraton openden ongeïdentificeerde schutters het vuur op zo'n 500.000 demonstranten. Op het onderliggend Taksimplein, lieten rond de 40 mensen het leven en ongeveer 175 demonstranten raakten gewond.

Het bericht Beste Kamerleden Kuzu, Öztürk en Yücel verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Hiermee vergeleken was de Haymarket-affaire in 1886 in Chicago a stroll in the park. Desalniettemin is deze slachting, later omgedoopt tot ”het Taksimplein bloedbad”, minder bekend bij het grote publiek. Ik ga ervan uit dat jullie, als hoogopgeleide Turks-Nederlandse Tweede Kamerleden, op de hoogte waren van beide historische feiten. Het is immers belangrijk om de (eigen bloedige) geschiedenis te kennen. Nietwaar?

Op deze lentedag ontstaat er wrevel tussen linkse alevieten en rechtse soennieten in Turkije. Een beetje zoals jullie hadden in de PvdA-fractie. Tijdens de Gezi-protesten op het Taksimplein in 2013, leidde die eeuwenoude animositeit tot maandenlange onlusten in het hele land. Destijds liet jij Selçuk Öztürk, je sociaal-democratisch-masker even zakken en toonde je je proto-fascistische kant. Je vond het geweld, dat door de AKP-regering werd toegepast op Gezi-demonstranten, wel meevallen en nam er geen afstand van. Later zwakte je je uitlatingen weer af, omdat je ermee in de problemen kwam. In totaal vielen er 11 doden, niet geheel toevallig bijna allemaal alevieten, onder wie een alevitisch kind, en er waren 8.163 (zwaar)gewonden. 

Öztürk, wat ik mee vind vallen, zijn de bedreigingen van een paar Nederlandse tokkies aan jouw en Tunahan Kuzu’s adres. Daarentegen moet onderzoeksjournalist Can Dündar kogelsontwijken en onlangs heeft hij een gevangenisstraf van bijna zes jaar gekregen. Louter omdat hij zijn werk (te) goed deed en de über-proto-fascist uit Ankara voor paal zette. Heb je de beeldenal gezien van Erdoğans wapen- en munitieleveranties aan zijn radicale moslimbroeders in Syrië? 

Kuzucuğum (Turks is een agglutinerende taal, um is een suffix die ”mijn” aan een woord toevoegt, cuğ is de suffix voor een verkleining, Kuzu betekent ”lam”, dus: kuzucuğum betekent ”mijn lammetje”), wat Turkse journalisten en burgers meemaken is pas een hetze en niet de insinuaties van de VVD’er Ockje Tellegen, die een vreemdere voornaam heeft dan jouw achternaam. Wees flink lammetje! 

Keklik Yücel, het feit dat je Facebook-pagina een daggedeactiveerd werd, katapulteert jou geenszins tot alevitische heldin van het vrije woord en ook niet als je met een cocktail in de hand op een publiciteitsfoto met Umar staat. Je bent nagenoeg onzichtbaar gebleven in het publiek debat, terwijl je nota bene al vier jaar Kamerlid bent. Niemand kent je. Je houdt zelfs je alevitische achtergrond óp de achtergrond, maar ondertussen profiteer je wel van je verlicht imago. Valsspelen noem ik dat…

Kuzum, Öztürküm en Yücelim, werk samen met elkaar in de Kamer, vlieg de problemen van Turkse Nederlanders pro-actiever aan en stop met het scoren over elkaars ruggen. Echt politiek werk blijft daarmee liggen. Dit opportunistisch gedrag – van Nederturkse alevitische grijze muizen en soennitische proto-fascisten – baart mij meer zorgen dan de bloedige taferelen in Turkije. Geweldsuitbarstingen en aanslagen zijn namelijk niets nieuws in die regio.

Mochten jullie tóch doorgaan met het vooropstellen van jullie pietluttige belangen, dan heeft het orakel van Selvi een voorspelling voor jullie, die in figuratieve zin veel bloediger is: de vijfde generatie Nederturkse soenniet én aleviet zal haar allereerste ademteug niet in de polder inhaleren, maar in het bloedige herkomstland van haar betovergrootouders.

Groet,

İsmail

Het bericht Beste Kamerleden Kuzu, Öztürk en Yücel verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
President Erdogans morele gelijk https://www.turks.nl/opinie/president-erdogans-morele-gelijk Sun, 24 Apr 2016 21:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/opinie/president-erdogans-morele-gelijk

Er is veel ophef ontstaan na de als "grappig" bedoelde uitingen van de Duitse komiek Böhmermann en het als amusant bedoelde (slappe) aftreksel daarvan door Nederlands grofste en platste tekstvoordrager de heer Hans Teeuwen. Zou een figuur als Böhmermann en/of Teeuwen in Nederland veroordeeld kunnen worden voor het doen van zijn wansmakelijke uitingen?

Het bericht President Erdogans morele gelijk verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Een vervolging zou in Nederland mogelijk zijn op grond van artikel 118 wetboek van strafrecht. Artikel 118, lid 1 Sr luidt: ‘Opzettelijke belediging van het hoofd of een lid van de regering van een bevriende staat, in de uitoefening van zijn ambt in Nederland verblijvende, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.’

Ten onrechte is in de media gesuggereerd dat het bewuste artikel 118 Sr voor het laatst zou zijn gebruikt in de jaren ’60. Dit klopt niet, want in de praktijk komt de vervolging op grond van artikel 118 wel degelijk voor, zie onder andere de onderstaande zaak van een aantal jaren geleden waarbij een activist op grond van artikel 118 Sr werd vervolgd en uiteindelijk vrijgesproken omdat de activist voortijdig werd aangehouden.
De Rechtbank formuleerde het volgende: “Op dat moment was de tenlastegelegde tekst van het bord niet zichtbaar voor derden. Verdachte heeft door ingrijpen van de politie het bord niet kunnen tonen” op basis van een tenlastelegging die in die zaak als volgt luidde:

“dat hij op of omstreeks 30 september 2013 te ‘s-Gravenhage opzettelijk het hoofd en/of lid van de regering van een bevriende staat, te weten Shimon Peres, de president van Israël, heeft beledigd door in diens tegenwoordigheid en/of in het openbaar (te weten op het Carnegieplein 2 althans in de directe omgeving van het Vredespaleis) een bord te tonen althans bij zich te houden met daarop een afbeelding van de Palestijnse vlag met daarbij de tekst ‘Free Palestine’ en een afbeelding van de Israëlische vlag met daaroverheen een verbodsteken geplaatst met boven de afbeelding de tekst ‘Boycott’ en onder de afbeelding de tekst ‘Israël’ en met daaronder de tekst ‘JUDEO, NAZI, NOT WELCOME’” terwijl president Shimon Peres op dat moment in de uitoefening van zijn ambt in Nederland verbleef. Het enige wat de activist kennelijk voornemens was te doen was het tonen van een bord met daarop de tekst ‘Free Palestine’ en een afbeelding met de teksten als ‘Boycott’ etcetera.
Diverse Kamerleden pleitten er echter vrijdagavond jl. ten onrechte voor om het wetsartikel te schrappen dat het beledigen van een bevriend staatshoofd strafbaar stelt. “Onze vrijheid van meningsuiting mag nooit door een buitenlandse leider zoals Erdogan ter discussie worden gesteld. Humor, satire, spot en belediging horen bij onze open en vrije samenleving”, zo luidt de visie van VVD’er Joost Taverne (nu.nl).

Hoe dan ook, een vergelijkbaar artikel in het Wetboek van Strafrecht is geregeld in artikel 111 Strafrecht: opzettelijke belediging van de koning. Zo heeft het Openbaar Ministerie een activist vervolgd (later ingetrokken) omdat hij vorig jaar tijdens een demonstratie tegen Zwarte Piet in Amsterdam ”Fuck de koning, fuck de koningin, fuck het koningshuis” had gezegd. En die vervolging is, zo laat de jurisprudentie zien, niet uniek, want de vervolging wegens majesteitsschennis komt toch regelmatig voor.

De vraag is echter wat als belediging wordt aangemerkt. Dat hangt in belangrijke mate af van de op dat moment in de maatschappij geldende normen en ook van de omstandigheden waaronder de uitlatingen zijn gedaan/ gedragingen zijn verricht. In de jurisprudentie wordt helder beschreven dat uitlatingen beledigend zijn wanneer zij de strekking hebben een ander bij het publiek in een ongunstig daglicht te stellen en hem aan te randen in zijn eer en goede naam. Gelet op de in de maatschappij heersende normen kan het uitmaken van anderen – wie dan ook – voor oplichters, fascisten, dieven, nazi’s en verraders, gezien de feitelijke betekenis daarvan, niet anders dan als beledigend worden opgevat, helemaal als dit gepaard gaat met het werpen van een voorwerp (aldus de Meervoudige Kamer van de Rechtbank in Den Haag).

Hoe de rechters omgaan met het volstrekt misplaatste argument dat de leden van het Koninklijk Huis zich als publieke ambtsdragers meer zouden moeten laten welgevallen dan de gemiddelde persoon of zelfs de gemiddelde publieke ambtsdrager, blijkt eveneens uit de hierna geformuleerde bewoordingen, waaruit blijkt dat de wetgever de Koning tegen belediging juist extra (niet minder!) bescherming heeft geboden:

“Dit betoog is niet goed verenigbaar met de uit de wetsgeschiedenis blijkende ratio van de separate strafbaarstelling van belediging van leden van het Koninklijk huis, opgenomen in de titel “misdrijven tegen de Koninklijke waardigheid” die is gelegen in de grotere beschermwaardigheid van degenen die bij de uitoefening van de Koninklijke functie zijn betrokken. Aangenomen moet dus worden dat de in de artikelen 111 en 112 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde personen in meerdere mate tegen belediging beschermd worden en dat die extra bescherming tot uitdrukking wordt gebracht, onder meer door het laten vervallen van het klachtvereiste en de hogere strafmaat.”

Wat de zaak Erdogan betreft: strafbaar beledigen is niet elke uiting die kwetst of grieft. Immers, gaat het om de privé-persoon of de politicus Erdogan? Alhoewel de aantijgingen zeer persoonlijk overkwamen, zal de Duitser Böhmermann zich verschuilen achter het willen aanvallen van Erdogans ‘beleid’, door dit vervolgens op ongefundeerde, goedkope (ad hominem-)wijze te ‘evalueren’ met scheldwoorden. Van een politicus mag dan worden verwacht dat hij tegen ‘kritiek’ kan.

Echter, het gaat bij belediging niet zozeer om de persoonlijke mening van een dergelijk staatshoofd, maar om de constatering dat een uitlating de strekking heeft om de geadresseerde bij het publiek in een ongunstig daglicht te stellen (HR 30-10-2001, NJ 2002, 129). Die constatering lijkt in de zaak van de Duitser direct te maken.   In HR 9 oktober 2001 (ECLI:NL:HR:2001:ZD2776) wordt overschrijding van de grens van het recht van vrijheid van artistieke expressie aangenomen als een kunstenaar die vrijheid kennelijk misbruikt om beledigingen te uiten. Weliswaar moet je naar de context van het hele verhaal kijken, maar baat het de delictpleger niet als deze zich verschuilt achter een vorm zoals een romanpersonage (of bv., in een geval als Böhmermann het kinderachtige: ‘ik mag het niet zeggen’ – en het dan toch zeggen). Het gaat er hierbij niet om dat Erdogan zichzelf herkent in de beledigingen, maar dat, objectief gezien, het buiten redelijke twijfel is dat die passage op hem het oog heeft. Dat aspect lijkt me ook helder, want dat het om Erdogan gaat en om schofferen omdat men daar nu eenmaal zin in heeft, laat geen ruimte voor verdere discussie.  

Op europeesrechtelijk niveau geldt art. 10 EVRM en de vraag of de uitoefening van dit grondrecht mag worden beperkt. Eerst moet blijken dat de uitingsvrijheid wordt beperkt. Zo ja, dan geldt de vraag of die beperking rechtens is voorzien. Zo ja, dan moet blijken of een (of meer) van de belangen die in het tweede lid worden genoemd in het geding is. Zo ja, dan moeten we weten of de beperking noodzakelijk is met het oog op de democratische samenleving.

Welnu, een strafrechtelijke vervolging en veroordeling betekent een beperking van het grondrecht. Die beperking staat in artikel 118 Sr en dient een van de belangen die in het tweede lid worden genoemd (bescherming van de goede naam of de rechten van het staatshoofd). De kernvraag is: is de beperking ook noodzakelijk?
Kernuitspraak is EHRM 8 juli 1986, NJ 1987, 901, m.nt. EAA, Lingens v. Oostenrijk. Het EHRM benadrukt de taak van de pers die soms tot publicatie leidt van nieuws dat ergert, shockeert en verwarring zaait. Desondanks heeft het publiek recht op die informatie. De vrijheid van de pers draagt bij tot de openbare discussie over politieke aangelegenheden en over politici, welke openbare discussie op haar beurt het hart is van de democratische samenleving. Art. 10 EVRM werd geschonden geacht. In dezelfde lijn staan Oberschlick v. Oostenrijk, EHRM 23 mei 1991, NJ 1992, 456 en Castells v. Spanje, EHRM 23 april 1992, NJ 1994, 102. In de zaak van Böhmermann wordt echter geen informatie gegeven. Hij kent Erdogan niet persoonlijk en/ maar heeft gewoon zin in publiciteit door te proberen de goede naam van een ander aan te tasten.

Ook de zaak Thorgeir Thorgeirson v. IJsland, EHRM 23 mei 1992, NJCM-Bulletin 1993, 423 is vermeldenswaard: het doel was niet om te beledigen maar om onderzoek te bewerkstelligen (bij Böhmermann evenmin aan de orde, hooguit om te onderzoeken hoe populair hij door anderen kan worden gevonden als hij maar hard genoeg scheldt). De veroordeling en straf dragen het gevaar in zich dat anderen worden ontmoedigd om zich openlijk over publieke onderwerpen te uiten (hier niet van toepassing, integendeel: mensen zonder zinvolle dagbesteding lijken zijn voorbeeld te volgen en de ophef leuk te vinden) en de beperking was daarom niet noodzakelijk in een democratische samenleving.

In Tammer v. Estland (EHRM 6 februari 2001, NJ 2002, 158 m.nt. EJD) ten slotte werd het privé-leven van een publieke figuur beschermd. Kwetsende opmerkingen over het kapot maken van een huwelijk en verwaarlozen van een kind is en blijft strafbaar. In casu is duidelijk dat kan worden gevreesd voor het gevaar dat iemand een stelling over Erdogan serieus zou nemen. Dat risico is niet ondenkbaar, juist nu weinigen Erdogan persoonlijk zullen kennen en de beledigende teksten over hem voortkomen uit het oogmerk zijn persoon geweld aan te doen.
Kortom, op basis van de stand van zaken in de jurisprudentie lijkt een veroordeling op grond van strafbare belediging van Böhmermann niet helemaal in strijd met artikel 10 EVRM, nu zijn uitlatingen niet (moeten) gelden als gedaan binnen het “publieke debat”. Ook levert een vergelijking van deze zaak met de zaken waarin het beledigen van de Koning hier in Nederland ter sprake komt, voldoende aanknopingspunten om vervolging te verwachten.

Echter, Bohmermann en in elk geval Teeuwen kunnen in Nederland niet op grond van artikel 118 Sr vervolgd worden en een eventuele vervolging op grond van dit artikel zal leiden tot vrijspraak omdat Erdogan niet in Nederland was ten tijde van het doen van de uitspraak.

Het is hierbij wel opvallend dat, terwijl de gewone man die tegen het establishment schopt voor Tokkie wordt uitgemaakt en wordt gearresteerd, de elite onder het mom van ‘vrijheid van meningsuiting’ zo veel mogelijk lijkt te willen mogen en kunnen beledigen. De Duitse voordracht van de smakeloze tekst is onnodig kwetsend, zet bevolkingen tegen elkaar op en, nog het allerbelangrijkste, is een slecht voorbeeld voor onze kinderen, die de teksten vast al hebben gehoord en deze op schoolpleinen nazingen.

Helaas biedt de meest recente discussie geen soelaas voor de hoop dat elitair Nederland doorkrijgt dat schoffering dient te worden teruggedrongen, niet gefaciliteerd: het voorstel tot schrapping van artikel 118 Sr dat op de politieke agenda prijkt is politiek onverstandig en geeft een verkeerd signaal af aan de maatschappij – een schrapping die ook juridisch vruchteloos is (nu uiteraard het algemene beledigingsverbod blijft bestaan) en zelfs kwestieus is, nu wij ons kunnen afvragen waarom alsdan niet andere artikelen in het beledigings-spectrum (zoals laster of smaad) voor schrapping in aanmerking komen. 

Het bericht President Erdogans morele gelijk verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Vluchtende mannen zijn lafaards https://www.turks.nl/opinie/vluchtende-mannen-zijn-lafaards Thu, 07 Apr 2016 21:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/opinie/vluchtende-mannen-zijn-lafaards [caption id="attachment_10617" align="alignnone" width="900"]Vluchtelingen in Duitsland[/caption]

In het onlangs uitgezonden Nieuwsuur-item Zonder vergunning kun je niets in Turkije staken drie Syrische vluchtelingen een onafgebroken klaagzang af tegenover de Turkije-correspondent van de NOS, Lucas Waagmeester. Turkse werkgevers zouden hen genadeloos misbruiken, waardoor ze verplicht hun dagen als werkeloze vluchtelingen moesten slijten in İstanbul. In een land waar zelfs hoogopgeleide Turken moeite hebben met het vinden van een goede baan en laagopgeleiden amper 300 euro per maand verdienen, zit men niet te wachten op verwende Syrische boksers, fotografen of dj's, hoe weerbaar, energierijk of talentvol zij ook zijn.

Het bericht Vluchtende mannen zijn lafaards verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Aan de kijker werd het overduidelijke signaal afgegeven dat de Turkse overheid zo snel mogelijk een gratis verblijfsvergunning dient te verstrekken aan miljoenen Syrische vluchtelingen, zodat ze een werkvergunning kunnen krijgen. De İstanbul’ers ondervinden echter veel nadeel van Syrische asielzoekers, omdat de huurprijzen omhoog zijn gegaan en de lonen zijn gekelderd. Wanneer een miljoen Syriërs plots de Turkse arbeidsmarkt opgaan, dan zullen de salarissen kariger en de huurprijzen onbetaalbaar worden. Indien Pakistaanse en Afrikaanse gelukszoekers eveneens massaal afreizen richting Turkije, met de hoop er legaal te kunnen werken, dan zijn de gevolgen niet te overzien. Deze realiteiten, neveneffecten en eventualiteiten weegt Waagmeester niet mee in zijn verslaggeving.

Op dezelfde avond als bovengenoemde uitzending, zond de VPRO de aflevering Halte İstanbul uit van het doorgaans gebalanceerde Tegenlicht. Onderzoekers van het programma hadden een Turkse makelaar en minder talentvolle Syrische jongens voor de camera opgetrommeld. Zij schilderden Turken af als vileine oplichters en onverschillige gastheren. Wat gemakshalve buiten beschouwing werd gelaten zijn de omstandigheden waaronder Turken zelf moeten werken en wonen. Die zijn niet veel beter dan de omstandigheden waarin Syrische asielzoekers leven in Turkije. Met als belangrijke kanttekening dat Syriërs in een dictatuur leefden waar ze weinig vrijheden kenden. In Turkije kunnen ze gaan en staan waar ze willen, zonder dat de inlichtingendiensten van Assad in hun nek staan te hijgen. Daarom is İstanbul geen troostprijs, maar eerder de hoofdprijs voor hen, met name als je het vergelijkt met andere steden in de islamitische wereld. Daarnaast willen de meeste Syriërs de overtocht naar Europa niet eens maken, omdat ze geen zin hebben om in een Europees asielzoekerscentrum te verpieteren en niet zozeer uit angst om te verdrinken in de Egeïsche Zee. Onderhand weten ze immers dat Europeanen evenmin op hen zitten te wachten.

Wat ik vooral zie zijn gezonde jongens die fysiek niet willen vechten voor hun land. Toen de Amerikanen Vietnam binnenvielen in 1955, hebben Vietnamezen hun land heldhaftig verdedigd. Ze vochten voor hun natie en wonnen van het machtigste leger ter wereld. Deze heren zijn lafaards vergeleken met de kleine, doch dappere Vietnamese mannen én vrouwen die letterlijk onder de grond verbleven in tunnels. Het waren immense netwerken die honderden kilometers lang waren en een groot gedeelte van het land besloegen. Ze hielden zich in leven met wat slangenvlees en een rijstbal per dag en ze opereerden onder extreem zware bombardementen. Op Vietnam werden namelijk meer bommen gegooid dan het totale aantal dat in de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) gebruikt is. In dat licht bezien is de Syrische klaagzang over het rookverbod in louche atelierkelders, lage lonen en dat ze niets zouden kunnen in Turkije, ronduit pathetisch. Enig talent zouden Syriërs allereerst in moeten zetten om hun eigen land te bevrijden van tirannie, chaos en desintegratie. In plaats daarvan willen ze legaal dan wel ondergronds boksen, plaatjes draaien en verliefde stelletjes fotograferen in andermans landen. Ik betitel dat als weerloos en talentloos, maar hoofdzakelijk karakterloos.

Eerder verschenen bij Zaman Vandaag.

Het bericht Vluchtende mannen zijn lafaards verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Brief van een niet-geïntegreerde moslim aan Halbe Zijlstra https://www.turks.nl/opinie/brief-van-een-niet-geintegreerde-moslim-aan-halbe-zijlstra Fri, 20 Nov 2015 22:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/opinie/brief-van-een-niet-geintegreerde-moslim-aan-halbe-zijlstra [caption id="attachment_9689" align="alignnone" width="2048"]CC/Flickr/Roel WijnantsStandbeeld 'Vriendinnen' in Den Haag[/caption]

Met de VVD aan de macht kunnen we het CBS en het SCP sluiten, dat is geldverspilling. We hebben immers de kinderen van de medewerker van Halbe Zijlstra.

Het bericht Brief van een niet-geïntegreerde moslim aan Halbe Zijlstra verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Voor wie het nog niet heeft gelezen of gezien: Halbe Zijlstra heeft zich afgelopen donderdag genomineerd tot intelligentste en diepgaandste fractievoorzitter die Nederland ooit heeft gekend. Zijn constatering dat het ”beroerd is gesteld” met de integratie van 2e en 3e generatie moslims heeft tenslotte wetenschappelijke gronden: de ervaringen van de klasgenoten van de kinderen van zijn medewerker. Zo is de wetenschap ook een onderzoeksbron rijker geworden. Hulde voor Halbe!

Het geschreeuw van de PVV bepaalt hedendaags ook de koers van de liberalen. Geen gegevens zijn nodig van het SCP of het CBS. Ook de massale verontwaardiging en het harde geluid van moslims tegen terrorisme telt kennelijk niet mee. Dat is allemaal te ingewikkeld en niet nodig voor de gemiddelde VVD’er – die van De Telegraaf een wetenschappelijke bron heeft gemaakt.

Natuurlijk komt Zijlstra met een superoriginele oplossing voor dit grote probleem, namelijk dat moslims zich nog harder moeten uitspreken tegen terreur. Daarom wachten ruim één miljoen moslims op het commando van Zijlstra om zich nog harder te distantiëren. Nu deze grote verkondiging circuleert in islamitische kringen, komen distantiëringen ook één voor één binnen. Steeds meer, steeds harder. Totdat dit geluid de klasgenoten van de kinderen van zijn medewerker haalt.

Het pleidooi van Zijlstra is bovendien zeer logisch en al helemaal niet inconsistent. Hoewel zijn verhaal enkel voor moslims geldt, zijn er toch liberale aspecten te bevinden. Uiteindelijk draait de rechtse interne strijd tussen CDA, PVV en VVD om de vraag over hoe zij Henk & Ingrid electoraal kunnen (terug)winnen. Die wil Zijlstra maar al te graag winnen. Maar u kent het wel, als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen.

Enfin, hier komt het dan: de samenleving bestaat uit individuen. Individuen die een religie hebben, dienen die achter de voordeur te houden. Totdat één of meerdere idioten die zich beroepen op de islam afschuwelijke daden begaan. Dan eisen we van deze individuen – op basis van collectivistische en overeenkomstige aspecten met de daders – zich te distantiëren van de daden. Ja, distantiëren! Zelfs als deze individuen zelf slachtoffers zijn van terreur. Let op: deze regel is alleen toepasbaar op de islam en de moslims. Dat is ook logisch, want waarom zouden de moslims blonde Europeanen aanspreken op de massale moordactie van Breivik? Omdat hij claimt dat hij dat in naam van rechts-europa heeft gedaan of om de joods-christelijke cultuur te behouden op het continent. Dat is toch helemaal van de zotte?

PS: Ik wacht nog op mijn buurman, als hij zich nog harder heeft uitgesproken, dan is IS voor ééns en voor altijd uitgeschakeld en dan zijn we eindelijk als moslims geïntegreerd. Toch meneer Zijlstra?

Salaam,

Een niet-geïntegreerde moslim.

Het bericht Brief van een niet-geïntegreerde moslim aan Halbe Zijlstra verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
“Geitenneukers”, islam, Andalusië en wij Oxiënters https://www.turks.nl/opinie/geitenneukers-islam-andalusie-en-wij-oxienters Tue, 10 Nov 2015 22:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/opinie/geitenneukers-islam-andalusie-en-wij-oxienters

Deel 2: de tolerantie, het denken en de dogmatiek

Het bericht “Geitenneukers”, islam, Andalusië en wij Oxiënters verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
“Van alle oplichters die ons de Vijfde Colonne van de geitenneukers proberen te verkopen als een verrijking van onze toch al zo geweldige multiculturele samenleving, is Cohen de meest doortrapte…”.
– Theo van Gogh

In het eerste deel van dit essay hebben wij de waarde en daarmee de noodzakelijkheid van de vrijheidsrechten besproken. In het tweede deel beginnen we met de vaststelling dat wijlen Theo van Gogh ooit naar ons heeft verwezen als “geitenneukers”. Hoe moeten wij ons ethisch-cultureel überhaupt vanuit onze twee horizonnen (de westerse en oosterse) verhouden tot dit recht en dit soort uitspraken?

Om de draad van onze onderzoekingen uit het eerste deel weer op te pakken kunnen we voortborduren op de gedachte van Voltaire. Dit Volteriaanse draad verder spinnende komen wij –hoe lastig dit ook klinkt- tot de conclusie dat wij juist ook dit soort onwelgevallige uitspraken – onder de banier van het recht op een vrijheid van meningsuiting – met ons leven moeten verdedigen. Ondanks dat wij dergelijke uitspraken uitermate weerzinwekkend vinden. De bereidheid hiertoe bepaalt namelijk hoe krachtig ook onze eigen vrijheden zijn. Ik zou dit recht van Theo van Gogh hebben verdedigd omdat achter zijn wanstaltige uitspraken een duizelingwekkend mooie vrijheidsruimte schuilgaat die gevrijwaard dient te worden zodat de zoektocht naar de waarheid en de authentieke zelfontplooiing van eenieder gewaarborgd kan blijven (zie het eerste deel van dit essay). Ik zou daarom na dit recht van Van Gogh verdedigd te hebben – jegens onze gemeenschappelijke vijand van het vrije woord – ditzelfde recht hebben gebruikt om de intellectuele degens met Van Gogh te kruisen. Dit is immers hoe men de strijd in een rechtstaat en een multiculturele samenleving aangaat.

De  juridische reikwijdte van de vrijheid van meningsuiting
In het eerste deel hebben we de politico-juridische vrijheid van meningsuiting naar voren gebracht. Wij aanschouwden dit recht badend in het licht van de grote waarden die daarmee gediend worden. Gelet op deze kolossale waarden volgt noodzakelijk dat wij de politico-juridische grenzen van dit recht zeer ruim dienen te trekken. Dit wordt in westerse liberale rechtsstaten ook doorgaans gedaan. Het adagium luidt dat daar waar er opgeroepen wordt tot geweld en mensen fysiek bedreigd worden de strafrechtelijke dam opgeworpen dient te worden. Binnen die zeer ruime grenzen van het vrijheidsrecht dienen anderen elke uitspraak te tolereren met het oog op de beide eminente waarden die dit recht mogelijk maakt voor eenieder. Dat bepaalde uitlatingen als beledigend kunnen worden ervaren, bijvoorbeeld wanneer zij betrekking hebben op religieuze denkbeelden, verandert dus in beginsel niets aan de politico-juridische grenzen van dit recht. De ander mag mijn of dijn religieuze overtuiging in twijfel trekken, het kritisch tot in de finesses ondervragen en onverbloemd problematiseren. De bekroonde karaktereigenschap die deze ruimte van de ander respecteert is de in onze westerse samenleving veelbesproken deugd der tolerantie. Hoe staat het nu met deze deugd in relatie tot ons Oxiënters?

De lichtgeraaktheid van onze dogmatische islam
Naar mijn inzicht vindt zij bij ons nog onvoldoende weerklank. Aan de zijde van onze oosterse horizon dient zich met betrekking tot de deugd der tolerantie nog een (r)evolutie te voltrekken. Velen van ons zijn nogal lichtgeraakt. Onze groep kent intern vele taboes, met name wanneer het op religieuze thema’s aankomt. Wanneer iemand bijvoorbeeld kritiek uit op bepaalde verzen uit de Koran of op bepaalde (overgeleverde) handelingen van de profeet, dan voelt menigeen zich tot op het bot gekrenkt en beledigd. Iemand zou toch echter binnen onze gemeenschap de ruimte moeten kunnen verkrijgen om kritische vragen te stellen over, alsmede kritiek te leveren op, een vers uit de Koran. Ter illustratie bijvoorbeeld vers 5.38:

“En snijdt de dief en de dievegge de hand af, als straf voor wat zij misdeden, een voorbeeldige straf van Allah. Allah is Almachtig, Alwijs.” 

In dit vers lijkt de wrede oproep te staan dat de hand van een dief afgehakt behoort te worden. Wellicht dat er alternatieve interpretaties mogelijk zijn van dit vers. Onderzoek en bevraging zal dit moeten uitwijzen. De ruimte om dit echter aan de kaak te stellen dient gegeven te worden zonder de onderzoekende geest te overgieten met bitterheid, hoon en smaad. Niet langer mag onze gemeenschap in de donkere dogmatische kerker verblijven waarin men zich tegen het licht van de rede keert aan de hand van de stelregel dat blindgeloof de grootste deugd is. Als onze overtuigingen de kritische toets van de rede en de wetenschappen kan doorstaan dan zijn zij pas waarlijk overtuigend. Anders is er slechts sprake van zelfbedrog en dwaling door het sluiten van de ogen. 

De religieuze dogmatici zijn echter die mensen die blindgeloof propageren. Deze dogmatici hebben vanaf de 13e eeuw alsmaar meer aan terrein gewonnen. Zij hebben de rede, de wil tot kennis en de meer spirituele humanistische benadering verstikt. En zie daar het dorre en wijde landschap dat ze ons hebben achtergelaten. Wat over is gebleven zijn de opgedroogde bronnen van de oosterse kunst, de wetenschappen en de filosofie, onderscheidenlijk de duizelingwekkende geweldsuitbarstingen die we in de naam van de islam ontwaren in monsters als ISIS welke het geweten van de mensheid hebben geschokt. Deze eeuwenlange ban van de dogmatische taboesfeer dient doorbroken te worden in onze eigen gemeenschappen hier en nu in Europa. De enige wijze waarop dit mogelijk is, is door moedig, ijverig en onverwrikt te spreken, en het vervolgens steeds weer te doen met een vingerwijzing naar de stromende rationele en spirituele beekjes uit Andalusië.

Al-Andalus, filosofie, wetenschap en Averroes
Als ik Andalusië (al-Andalus) zeg, dan verwijs ik naar de tijd dat Spanje in handen was van de islamitische Moren. Andalusië staat namelijk symbool voor de rationele en spirituele benadering binnen onze oosterse horizon, die met name in de 8e tot en met de 12e eeuw heeft plaatsgevonden in Zuid-Spanje. Dit zijn de extatische goudeneeuwen vanuit onze oosterse horizon waarin denkers als Avicenna en Averroes tot de hoogste hoogten zijn geklommen. Zij vormen onze voorname lichtbakens. Het was een tijd waarin islamitische, christelijke en joodse geleerden hun ideeën vrij konden uitwisselen en gezamenlijk filosofische en wetenschappelijke projecten konden ontvouwen. Wetenschap en filosofie waren het brandpunt van hun broederlijke werkzaamheden. Andalusië vormde onder deze moslimheerschappij ook het centrum van de joodse intellectuele activiteiten. Daarin voltrok zich eveneens het gouden tijdperk van het jodendom. De grootste joodse denker Maimonides werd door deze Andalusische geest voortgebracht in Cordoba. Hij schreef zijn meest roemrijke filosofisch traktaat zelfs in het Arabisch.  

Een bruisende intellectuele atmosfeer omspande deze oosterse cultuur. Een atmosfeer die gepreserveerd had moeten worden. Een dergelijke vrije en kunstzinnige cultuur is op een andere toon afgestemd en blijft altijd kwetsbaar. Zo een soort cultuur bestaat bij gratie van een bepaalde krachtsverhouding. Zij wordt immers aanhoudend en ononderbroken bedreigd vanuit dogmatische hoek. Als die vruchtbare creatievrijheid echter eenmaal is gesmoord dan zal zij door de gistende dogmatische zuurdesem ook niet snel terugkeren. 

Averroes, onze meest vermaarde oosterse filosoof, leefde in de 12e eeuw en was eveneens afkomstig uit Cordoba. Van zijn denken en werken is zulk een onuitsprekelijke bekoring uitgegaan dat hij tot op de dag van vandaag wordt afgebeeld en geëerd naast denkers als Plato en Aristoteles op de muur in het Vaticaan als eerbetoon aan de wijsheid. In zijn tijd heeft Averroes zich echter ook moeten wapenen tegen de aanvallen van de religieuze dogmatici die hem monddood wilden maken omdat volgens hen de religie geen ruimte zou bieden voor het denken en de wetenschap. De stelling van de dogmatici is dat de sacrale tekst letterlijk geïnterpreteerd dient te worden en er niet naar diepere betekenissen gezocht mag worden aan de hand van de wetenschappen. Wetenschap en filosofie zijn overbodig. Deze mentaliteit is ons Oxiënters allen bekend. Het is de cultuur waarin wij gevormd zijn en waarin wij ons mede door onze ouders en gemeenschap nog steeds in bevinden. Dit is de cultuur van het blinde geloof. Als de vragen te lastig worden dan moeten wij maar zwijgen en de traditionele dogmatiek als zoete koek slikken. Het antwoord van Averroes in zijn werk ‘De Beslissende Verhandeling’ aan deze verscheurende dogmatici is van historische grootheid:

“De waarheid (van het denken en de wetenschap) spreekt de waarheid (van de goddelijke openbaring) niet tegen; het stemt er veeleer mee overeen en is er een bevestiging van”.

De waarheid is één. Als de heilige tekst dus niet overeenstemt met wat de rede via wetenschappelijk werk heeft aangetoond, dan dient in de heilige tekst de oppervlakkige lezing verlaten te worden en de diepere betekenis van de woorden overeenkomstig de wetenschappelijke bevindingen gezocht te worden. Dit kan door de tekst allegorisch te interpreteren, zegt de devote filosoof Averroes. Een tekst heeft namelijk meerdere betekenislagen. 

Ondanks dit verheven verzet van Averroes overwon in onze oosterse horizon uiteindelijk toch de cultuur van het fundamentalistische blinde geloof. Wij bevinden ons met onze oosterse horizon al eeuwen in deze donkere schaduw, zonder een besef te hebben van hoe anders het had kunnen zijn en hoe anders het ooit is geweest. Om het schrille contrast tussen de dogmatische islam, die monsters als ISIS baren, onderscheidenlijk de open rationele en meer spirituele benadering ervan uit het verleden inzichtelijk te maken, zou ik graag een fragment voorhouden uit een brief van de monnik Adelhard uit Bath. Adelhard, een Engelse monnik uit de 12e eeuw, reisde af naar Andalusië. Hij schrijft in een brief aan zijn neef in Europa het volgende over de moslims die hij in Andalusië aantreft:

“Het is moeilijk voor mij om met jou te discussiëren…, want ik heb één ding geleerd van de Arabische onderwijzers, de rede als gids te gebruiken; doch jij, in de greep zijnde van dogma wordt geleid door oogkleppen.”

Hoe huiveringwekkend is deze mededeling van een 12e eeuwse Europese monnik voor ons bewustzijn? Hebben wij het vermogen om deze huivering nauwkeurig in elke cel en vezel van ons lichaam op te nemen? Begrijpen wij de diepste diepten van de draaiing van dit wereldtoneel van de geschiedenis? Doorvoelen wij hier op onze fijnste snaren de gigantische strekking van deze woorden? Zwelt ons hart niet van deze nieuwe waarheid? Het toont namelijk een omwaardering van onze horizonnen. De wereld op zijn kop, als ik dit zo plat mag uitdrukken. Daar waar het Westen tegenwoordig het symbool is van het hooggestemde vrije denken en wetenschap, en het Oosten symbool staat voor het holst van de nacht, was dit in de middeleeuwen juist omgekeerd. Toen scheen in de oosterse wereld het licht van de rede met al haar bekoorlijke stralen en gerieflijke warmte zachtjes over het gezicht van de oosterse mens. Licht op licht. In dat licht en in die tijden legde kalief al-Hakam tijdens zijn heerschappij in Cordoba een grote verzameling boeken aan, uiteenlopend van geschriften over landbouw, geschiedenis en filosofie tot werken over sterrenkunde, wiskunde en geneeskunde. De bibliotheek bezat naar schatting 400.000 boeken. Wellicht op dat moment meer dan het geheel aan manuscripten in West-Europa bijeen.

Ik vraag het u, waarom zouden wij Oxiënters deze fijnbesnaarde en hooggestemde ziel en atmosfeer van onze oosterse horizon niet opnieuw leven in kunnen blazen hier in ons Europa? Juist wij die beide horizonnen in ons herbergen. Is dit niet ook de weg naar een ruimte waarin verschillende visies op vruchtbare wijze naast elkaar en met elkaar kunnen bestaan? Binnen het kaderwerk van de multiculturele samenleving en de mensenrechten dient onze Oxiënters gemeenschap de deugd van de tolerantie voor de hoeveelheid aan andersluidende meningen – die zich zowel binnen als buiten de eigen groep voordoen – sterker te incorporeren. In plaats van intolerante dogmatische bitterheid en hoon op te dissen is het toch veel verhevener om aan de hand van een keur aan eigen argumenten uit het eigen denken de ander van een repliek te voorzien.

De romantische eigenheid en soefi persoonlijkheid
We moeten ons realiseren dat ook de dogmatische benadering een spoor is in het woestijnzand welke met een krachtige windvlaag weer kan verdwijnen in het zand. Hoe kunnen wij op onze eigen wijze het pad verder bewandelen dat belopen is door mensen als Averroes? Hiervoor is in elk geval een openheid voor het denken en de wending naar de individuele persoon(lijkheid) benodigd. De waardigheid van de eigen persoon(lijkheid) hebben we in het eerste deel van dit essay mogen aanschouwen. Het is de verzonken gedachte dat ieder persoon zijn eigen roeping heeft om te worden wie hij waarlijk is en zijn eigen innerlijke oceaan dient te bezeilen om tot de ontdekking van zijn mythe en visie te kunnen komen. Een aanknopingspunt hiervoor vinden we binnen de mystieke kant van de islam, het soefisme. Hierin ligt het accent op de relatie die de enkeling in zijn eigen persoonlijke diepte heeft met zichzelf en het absolute (god). Die relatie die in het hart gevoeld wordt trekt alles naar zich toe als het zwaartepunt van de spirituele betekenishorizon. 

Deze verhouding van de individuele persoon is het aanknopingspunt voor ons Oxiënters vanuit onze oosterse horizon om in Europa tot een ontvouwing te komen van een meer eigen rationele, existentialistische, tolerante, liefdevolle en spirituele benadering. Die benadering die zo noodzakelijk is om het project van de mensenrechten hartgrondig te kunnen omarmen. De islam is lange tijd een premoderne religie geweest, waarin de opvattingen van de gelovige gemeenschap de opvattingen van de enkeling lange tijd hebben mogen overschaduwen. Dit strookt echter niet met de ontdekking dat ieder persoon zelf zijn eigen bestemming en mythe moet kunnen ontvouwen. Dit is het eminentere licht van de individuele persoon op het licht van de gemeenschap. In de Koran zelf lezen we (vers 2:256) “Er is geen dwang in godsdienst” en (vers 109:6) “… voor u uw godsdienst en voor mij mijn godsdienst.”

Resumerend
Wat heeft onze aftastende zoektocht aan het licht gebracht? De vrijheid van meningsuiting heeft zich met twee waarden aan ons geopend. Die waarden van cyclopische afmeting maken dat juridisch gezien een wijde omtrek gereserveerd dient te worden voor dit recht. 

We zijn tot de bevinding gekomen dat in de grond van de zaak een cultuur van tolerantie ons Oxiënters dient te doorgloeien teneinde in een rijkgeschakeerde pluralistische gemeenschap in harmonie te kunnen leven met elkander. Wij Oxiënters dienen te ontwaken uit de dogmatische sluimer en mogen ons mee laten slepen door de extatische schoonheid en rationaliteit van de Andalusische mentaliteit. In de rede vinden we immers een smeltpunt van onze twee (westerse en oosterse) horizonnen. Bovendien vinden wij naast de Andalusische rationaliteit binnen onze oosterse horizon ook de waarde van de individuele persoonlijkheid binnen het soefisme. 

In deel 3 van dit essay gaan we verder en zullen we de ethische dimensie in onze westerse horizon van naderbij bekijken. Wellicht dat binnen die westerse horizon ook bepaalde ethische hervormingen nodig zijn. Het volgende wonderbaarlijke licht van soefi wijsheid zal ons hierbij mogelijk kunnen begeleiden:

Alvorens te spreken, laat uw woorden door drie poorten gaan.
Aan de eerste poort, vraag uzelf af, ‘Is dit waar?’
Aan de tweede poort, vraag uzelf af, ‘Is het noodzakelijk?’
Aan de derde poort, vraag uzelf af, ‘Is het goedhartig?’

Sapere aude! 

Hakan Külcü 

Het bericht “Geitenneukers”, islam, Andalusië en wij Oxiënters verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Asscher veroorzaakte IS-hype doelbewust https://www.turks.nl/opinie/asscher-veroorzaakte-is-hype-doelbewust Sat, 01 Aug 2015 21:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/opinie/asscher-veroorzaakte-is-hype-doelbewust

Op 11 november 2014 heeft het onderzoeksbureau Motivaction in samenwerking met FORUM de resultaten van een peiling onder 300 Turks Nederlandse jongeren met betrekking tot hun beleving ten aanzien van de conflicten en ontwikkelingen in de Arabische wereld gepubliceerd.

Het bericht Asscher veroorzaakte IS-hype doelbewust verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Uit dit onderzoek (enquête) is een alarmerend beeld over Turks Nederlandse jongeren naar voren gekomen. Dit beeld behelsde dat 88% van deze jongeren zou sympathiseren met IS.

Vriend en vijand hebben het onderzoek vrijwel direct neergesabeld en ernstige twijfels geuit aangaande de professionaliteit, de onderzoeksmethodes en daarmee samenhangend de resultaten. Ondertussen heeft het onderzoeksjournalistiek-programma Argos TV – Medialogica aangetoond dat minister Asscher verantwoordelijk is voor het opblazen van dit beeld om zichzelf te profileren als de daadkrachtige kroonprins van de PvdA en dat zijn gewenste onderzoeksresultaten een voorgesorteerd politiek doel hebben gediend.

Wildersiaanse Retoriek

Het idee om deze enquêtes in eerste instantie op te zetten, is tot stand gekomen ten tijde van de Gaza-oorlog in de zomer van 2014. Het politieke establishment zag dat voornamelijk de Turks en Marokkaans Nederlandse ‘jeugd’ zeer kritisch stond ten aanzien van de passieve houding van de Nederlandse regering jegens Israël en haar buitensporig geweld richting Palestijnse burgers. Deze mondige groep, die normaliter koest gehouden werd middels de staatspropaganda van de NOS, kon nu via sociale media – met name Facebook – in hun eigen, informatievere en waarheidsgetrouwere, nieuwsgaring voorzien. Hierdoor waren ze niet meer te manipuleren en dat heeft het politieke establishment – inclusief de SP – beangstigd. De aanhoudende demonstraties in verschillende grote steden, de Turks Nederlandse nieuwswebsites (zoals DutchTurks.nl en Turks.nl) die men massaal bezocht en de zelfgeschreven artikelen/columns waarin de agressie van Israël ongecensureerd aangekaart werd, onthulden dat de Nederlandse media het lijden van de Palestijnen bagatelliseerde. Plots zag men honderdduizenden Nederlandse staatsburgers als een gevaar voor de goede betrekkingen tussen Nederland en Israël. Toen opeens stak IS haar barbaarse kop op en dit was kennelijk het juiste moment om te zorgen dat, in het geval van Turks Nederlandse jongeren – waarvan de hoogopgeleiden een belangrijke politieke machtsfactor in Nederland zouden kunnen vervullen – de potentiële verhoging van de organisatiegraad van deze groep, met een van tevoren gewenst onderzoeksresultaat, in de kiem gesmoord moest worden. 

De politieke realiteit was dat Nederlandse moslims in hun hele geschiedenis in Nederland, niet effectiever zijn geweest in het verheffen van hun stem en hun mobilisatie, dan tijdens de Gaza-oorlog van 2014. Pas nu begint de Haagse elite zich te realiseren dat er een grote groep ‘allochtonen’ aankomt die qua mentaliteit een product is van Wildersiaanse retoriek: “Wil je het frontaal? Dan zul je het frontaal krijgen!” Deze generatie ziet in een Aboutaleb, Arib, Azmani, Bashir, Cegerek, Günal, Karabulut, Klaver, Marcouch, Mohandis en zoveel meer politici van allerlei ‘allochtone’ allure, een stel beroepsallochtonen die de schijn wekken dat er louter twee smaken bestaan: zij als zelfbenoemde voorhoede en de irrationele onderklasse. Deze politici schieten in niveau en moraal ernstig tekort en hebben niet de visie van de grotere groep. Die overigens niet in te delen valt in alleen een onderklasse, aangezien er veel hoogopgeleide professionals tussen zitten. Hun idealen kunnen ze niet verwoorden, omdat zij conformistisch zijn en over de rug van anderen zichzelf verrijken. Ze lopen al jaren braaf en gewillig aan de ketting van de rioolrechtse status quo en dat zullen ze blijven doen indien ze niet geëxposeerd worden voor wie ze zijn.

Damage Control voor de PvdA

Óók buiten de politieke machtscentra is er een Turks Nederlandse leiderschapspoel aan het ontstaan, die maar al te graag als handlanger van het politieke establishment wil fungeren. Op het moment dat het Turks Nederlands Tegenluid – TNT – zich ging roeren in de discussie rondom het Motivaction-onderzoek, is dat ongetwijfeld met de beste bedoelingen gebeurd, maar het werd al snel duidelijk dat TNT een vehikel voor het promoten van carrièrekansen binnen de PvdA bleek te zijn. Eén simpel excuus vragen van Asscher zagen leidende figuren binnen TNT als een politieke onmogelijkheid. Er moest aan damage control gedaan worden voor de kroonprins van de PvdA, omdat hij als doorgewinterde politicus natuurlijk allang wist dat er een enorme politieke ‘fall-out’ zou komen. Men manoeuvreerde zichzelf bewust of onbewust op Asscher’s spinnenweb en bleef er mak en lam liggen. 

Dit hele gebeuren met betrekking tot het Motivaction-onderzoek heeft aangetoond dat de Turks Nederlandse gemeenschap vrij gemakkelijk gemuilkorfd kan worden en geen sluwe leiders heeft. Verschillende Turks Nederlandse organisaties en studentenverenigingen hebben hun handtekening onder een krakkemikkige persverklaring gezet. Een verklaring die nota bene maanden van tevoren was opgesteld, waar niet eens het woord ‘excuses’ in voorkomt en men gemakshalve pleit voor het faillissement van Motivaction. Terwijl de directeur van Motivaction tegen Asscher had gezegd niet met de onderzoeksresultaten van het onderzoek naar buiten te treden, voordat er grondiger en nader onderzoek was verricht. Op het moment suprème, dus vlak voor de publicatie van de persverklaring, heeft Turks.nl een peiling gehouden met de vraag: “indien het onderzoek wetenschappelijk gezien niet klopt, moet Asscher dan zijn excuses aan Turks Nederlandse jongeren bieden?” Meer dan 95% van de mensen die gereageerd heeft, was vóór een excuses van Asscher. Dezelfde peiling is een dag erna door DutchTurks uitgevoerd en daar kwam uit dat 85% van de respondenten excuses van Asscher wilde en als hij dat niet zou doen, zelfs zijn aftreden eiste. De uitslag van de peiling werd niet meegenomen in de persverklaring en nu duidelijk is geworden dat Asscher ronduit gelogen heeft, is het oorverdovend stil vanuit de TNT-hoek die geen excuses van Asscher wilde. Wil je waarlijk kritisch zijn en de belangen van je gemeenschap goed behartigen, dan moet je op persoonlijk vlak geen enkele afhankelijkheid hebben van degenen die je behoort te bekritiseren.

Glibberige Vingers

Asscher heeft in al die jaren dat hij minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is, nauwelijks iets voor elkaar gekregen met betrekking tot racisme-bestrijding. Indien Asscher dezelfde energie, die hij aangewend heeft om een complete gemeenschap zwart te maken, zou steken in het aanpakken van racisme op de werkvloer, dan had hij enigszins serieus genomen kunnen worden als minister. Helaas blijft Asscher er koppig voor kiezen om zijn energie doelbewust op een andere wijze in te zetten en dit stigmatiserend handelen had voordelen voor hem, waaronder het verhullen van zijn eigen visieloos integratiebeleid. Een minister, nota bene een vicepremier, die racisme juíst in de hand werkt met zijn onderzoekjes, is überhaupt niet de aangewezen voorman die racisme zou moeten aanpakken of met een fluwelen handschoen behandeld dient te worden. Een wolf in schaapskleren, die de ‘verontruste onschuld’ probeert uit te hangen, moet ontmaskerd worden voor de wolf die hij is en hoewel Argos TV dat onomstotelijk gedaan heeft, was er geen enkele (grote) krant die hier aandacht aan besteed heeft. In Nederland licht de vicepremier de boel op, misbruikt honderdduizenden mensen voor eigen politiek gewin en komt er niet eens met een tik op zijn glibberige vingers mee weg. Dát is journalistiek Nederland anno 2015 voor u! Argos TV heeft iedereen laten zien dat de Nederlandse media een enorm grote rol speelt in het hanteren van schijnwerkelijkheden en burgers die niet kritisch genoeg zijn, zullen opgelicht blijven worden door politici in samenwerking met hun ingebedde mediahandlangers. 

Verhoging Organisatiegraad

Asscher’s streken zijn een vicepremier onwaardig en hij kan er niet meer omheen om zijn excuses te bieden aan Turks Nederlandse jongeren die hij onbeschaamd misbruikt heeft. Hij heeft gelogen, heeft de boel gemanipuleerd en gaf anderen de schuld van zijn foutief handelen. Voor minder zijn ministers afgetreden. Waarom kunnen wij dan niet als Turks Nederlandse gemeenschap met een vuist op tafel slaan en excuses eisen van Asscher, laat staan zijn aftreden? Dat lukt ons vooralsnog niet, omdat we geen integere, competente en dappere leiders hebben die persoonlijke belangen niet laten meespelen in hun leiderschapsfunctie. De kunst is om een eenheid te vormen en opportunisten uit ons midden te weren. We slaan onszelf op de borst dat we relatief veel organisaties hebben, maar onze organisatiegraad is op zijn best matig te noemen. De Asscher’s en hun ‘PvdA-huisallochtonen’ zullen er altijd zijn, maar wij dienen nu meer dan ooit de noodzaak in te zien van het verhogen van onze organisatiegraad, zodat we over vijf jaar niet onderaan de maatschappelijke ladder staan, maar bovenaan. Die organisatiegraad moet zó hoog zijn dat indien een minister het in zijn/haar hoofd haalt om iets soortgelijk te flikken bij Turkse Nederlanders in de toekomst, zijn/haar politieke carrière voorbij is voordat hij/zij ‘sorry’ kan zeggen. Elke gemeenschap verdient haar leiders. Aan u de keuze: wilt u laffe opportunisten of competente leiders? 

Het bericht Asscher veroorzaakte IS-hype doelbewust verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
“Geitenneukers”, de islam, de vrijheid van meningsuiting en wij Occiënters https://www.turks.nl/opinie/geitenneukers-de-islam-de-vrijheid-van-meningsuiting-en-wij-occienters Mon, 20 Jul 2015 21:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/opinie/geitenneukers-de-islam-de-vrijheid-van-meningsuiting-en-wij-occienters

We leven in het liberale Europa; Het deel van de wereld waarin ideeën aangaande vrijheden zich tot het uiterste gespannen hebben. Eveneens dat deel van de wereld waarin een rijkgeschakeerd pluralisme onmiskenbaar aanwezig is.

Het bericht “Geitenneukers”, de islam, de vrijheid van meningsuiting en wij Occiënters verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Mensen van vele kleuren, geuren, culturen, religies en waardesystemen leven hier met elkaar samen. Dit is de achtergrond tegen welke wij het heet opgediende debat over de vrijheid van meningsuiting en de islam dienen te duiden. Een discussie die in alle hevigheid reeds speelt sinds de publicatie van Salman Rushdie’s ‘De Duivelsverzen’ en de fatwa die daaropvolgend over hem werd uitgesproken door Iraanse Ayatollahs in 1989. 

Deze spanning tussen enerzijds, de vrijheid van meningsuiting, en anderzijds de interpretatie van bepaalde sacrale denkbeelden is als een baldakijn over onze maatschappij gedrapeerd. Het is een heimelijke doch altijd latent aanwezige spanning, die wordt ontmaskerd op momenten waarop grote incidenten plaatsvinden. Wij Occiënters betrappen onszelf op die momenten ongewild op de bezielende wens dat de agressor maar geen moslim is. De term Occiënters introduceer ik hier om onszelf te portretteren. Wij zijn immers geen allochtoon (ander) noch een autochtoon (hetzelfde), maar een rijkere versmelting van het Occident (Westen) en het Oriënt (Oosten). Wij ervaren echter een verscheurdheid in onszelf vanuit de twee horizonnen die wij herbergen. Hoe deze horizonnen in de kwestie dialectisch te verzoenen in onszelf?  Wat is de meest wijze houding die wij kunnen aannemen? Welke veranderingen zijn nodig in ons bewustzijn? In elk geval weten we dat indien wij deze knoop willen ontwarren, wij eerst moeten weten hoe die gelegd is. In dit eerste deel van dit essay zal ik daarom filosofisch bevragen wat het recht op de vrijheid van meningsuiting eigenlijk is. In het tweede deel zal ik vervolgens de vraag stellen waar de grenzen van dit recht juridisch gezien liggen. Tot slot zal ik de vraag stellen of het licht van de ethiek onze beschouwingen niet aanzienlijk zou kunnen verrijken.

Het juridisch-politieke recht
Wat is het recht op de vrijheid van meningsuiting? Hoe komen we erachter wat het waarlijk is? In het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens wordt dit recht in elk geval omschreven als: 

“…de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken…” 

We ontwaren hier een aantal eigenschappen van dit recht, namelijk dat dit recht wordt omschreven als een vrijheid. Het omlijnt een vrijheidssfeer waarin het individu naar eigen believen kan spreken. In dit inzicht ligt reeds een gewichtige gevolgtrekking besloten. Het bestaan van dit recht bij de één roept logischerwijs een plicht in het leven bij de ander. Dit recht van de één bestaat immers bij gratie van de alledaagse plichtpleging van de ander. Daarnaast zien we dat het doortrokken is van symmetrie zoals we die in de eerder besproken guldenregel hebben gezien. Dit recht wordt derhalve doorgloeit met het inzicht dat het beschikken hierover door de één impliceert dat de ander hier in gelijke mate over beschikt. Derhalve houdt mijn recht daar op waar dat van de ander begint, en begint dat van de ander daar waar het mijne eindigt. 

Teleologie
Bij de menselijke dingen geldt niet zelden, zoals de filosoof Aristoteles heeft aangegeven, dat ‘wat iets is’ gelijk is aan het idee ‘waarom het is’. Wat een horloge is hangt immers samen met het duiden van de tijd. Wat de wet is hangt samen met het coördineren en ordenen van de maatschappij. We dienen ons dus de vraag te stellen waarom wij dit recht op een vrije meningsuiting hebben? Met die wil bezield zullen we naar de levende voedingsbodem terug moeten gaan van waaruit dit concept gegroeid is. Het concept is ooit immers in het leven geroepen om iets waardevols te realiseren. Wat is dit dan? Dit zijn in elk geval twee ontzaglijke waarden. 

De zoektocht naar de waarheid
Ten eerste is dit de zoektocht naar de waarheid. Een waarde die men met elke Verlichting (zowel de antieke Griekse als de Moderne varianten) omarmt. De vrijheid van verkeer van gedachten maakt dat vooruitgang in wetenschap, cultuur en religie mogelijk is. Het is vruchtbaar om hier een tweetal inzichten ten aanzien van mensenrechten nader te belichten. Rechten hebben naast een afwerende (negatieve) zijde, waarbij een recht fungeert als een schild tegen de inmenging door anderen, ook een opbouwend (positief) aspect. De vrijheid van meningsuiting zorgt er enerzijds voor dat anderen zich niet fysiek en bedreigend mogen mengen in mijn vrijheidssfeer. Aan de andere kant maakt de positieve zijde van dit recht de zoektocht naar de waarheid, en daarmee de emancipatie van bijgeloof mogelijk. Het is de plicht van de menselijke geest om zijn steen bij te dragen in de zoektocht naar de waarheid. Het geheel van onze opvattingen is immers onze nalatenschap aan de volgende generaties. De rationele mens kan niet kritiekloos, blind en dogmatisch volgen. Hij wil hartgrondig overtuigd zijn van standpunten door gedegen en kritisch onderzoek. Het is een onloochenbare feit dat alle heersende ideeën zijn ontstaan door behaalde overwinningen op eerdere ideeën. Newtoniaanse ideeën wonnen bijvoorbeeld van de Aristotelische fysica, en Einsteins ideeën glorieerden ten aanzien van de Newtoniaanse beelden. Geen enkel systeem aan gedachten mag derhalve immuun zijn voor het licht van de rede. Aanhangers van de bekritiseerde theorieën kunnen verontwaardigd en beledigd zijn wanneer hun visie beproefd wordt. Doch als de waarheid hen dierbaar is, zullen ook zij de waarde van deze exercitie kunnen onderschrijven. Denk aan de strekking van de woorden die aan Aristoteles worden toegedicht, welke hij zou hebben gericht aan zijn grote leermeester Plato: “Plato is mij dierbaar, maar de waarheid is mij nog liever”. 

De authentieke zelfwording 
Er is nog een tweede pijler waarop de vrijheid van meningsuiting rust. Vanuit de renaissance en doorheen de romantiek hebben wij de waarde van de persoonlijkheid ontdekt. Aan het licht is gekomen dat het individu naast een algemene menselijke natuur, ook een eigen aard bezit. Die eigen aard, en innerlijke stem, is in het Occident (Westen) belicht door bijvoorbeeld een Rousseau en in zijn kielzog uitvergroot in de romantiek. In het Oriënt (Oosten) zagen we dit echter al eerder gebeuren in werken van mystici en humanisten als Mevlana (Rumi) en Yunus Emre. De boodschap is echter steeds gelijkluidend: ieder heeft zijn eigen pad om af te leggen teneinde zichzelf te kunnen worden. Dat pad wordt duidelijk door zich naar binnen te keren in zichzelf en af te dalen in de roerselen van het hart dat ons zachtjes toefluistert. Yunus Emre schrijft:

İlim ilim bilmektir
İlim kendin bilmektir
Sen kendini bilmezsin
Ya nice okumaktır
Hepisinden iyice
Bir gönüle girmektir”

Kennis is het vatten van (ware) kennis
Kennis is jezelf kennen
Als je hebt gefaald jezelf te kennen
Dan is elke studie tevergeefs geweest
Het waardevolste is
Het hart te betreden

Mevlana vereeuwigt zich met prachtige verzen die een zelfde boodschap uitdragen:
Bahçeler, yeşillikler candadır, dışardakilerse akan suya vuran akislerdir… Asıl bağlar, meyveler gönüldedir

De tuinen en groene weiden zijn in de ziel. Die daarbuiten zijn slechts de weerspiegelingen in het stromende water…  De ware tuinen en vruchten zijn daarentegen in het hart…

Can nedir?…                                                                                                                                    
Mademki canın mahiyeti ve sırrı onlardan haberdardır, 
oyleyse her kim daha çok haberdar ise onun canı daha cok cemal bulur… 
Ama dışarıda değil aradığını kendi içinde ara…

Wat is de ziel?…                                                                                                                             

Aangezien de essentie en het geheim van de ziel het (innerlijke) bewustzijn is, geniet de ziel van de persoon die bewuster is ook meer pracht. Zoek datgene niet buiten, doch in jezelf.

…But don’t be satisfied with stories, how things have gone with others. Unfold your own myth…

“Neem nochtans geen genoegen met verhalen, over hoe het anderen is vergaan. Ontvouw je eigen mythe….

De stem van de eigen persoonlijkheid en het hart spreekt -aldus volgens onze Oosterse en Westerse horizon- opdat wij ernaar luisteren en onze eigen persoonlijke mythe ontvouwen. Als we niet naar de eigen stem luisteren ontvreemden wij van onszelf. Een leven waarin ik anderen blind en dogmatisch volg, en alles door anderen van buitenaf laat bepalen is niet mijn levende mythe. De vrijheid van meningsuiting ondersteunt nu deze vrije ontwikkeling van de eigen unieke persoonlijkheid. En dit doet zij op een drietal onderscheiden wijzen.

Ten eerste, wij weten soms niet wat deze innerlijke stem, dit gevoel dat diep van binnenuit opwelt, precies duidt. De taal is de aangewezen sleutel om dit gevoel te ontsluiten. Het in treffende woorden vatten van dit gevoel en de visie die daarin besloten ligt zal mijn zienswijze immers pas helder maken. Dit vinden van de juiste woorden en gedachten vindt plaats in dialoog met anderen. Er moet dus een vrije ruimte zijn om actief te spreken met anderen over mijn oprechte, zoekende en aftastende woorden ten aanzien van mijn gevoelens, verlangens en visie teneinde zo mijzelf beter te begrijpen. Dit zoeken en verwoorden kan in eerste instantie ook de gedaante van een Nietzscheaanse hamer aannemen, waarmee ik mij eerst afzet tegen mijn oude ideeën om zo plaats te maken voor de nieuwe. 

Een tweede reden waarom de vrijheid van meningsuiting zo cruciaal is voor de persoonlijke mythe, is dat ik in de talige uitdrukking van mijn gevoelens mijzelf veruitwendig. Ik manifesteer mijn ware zelf in het sociale bestaan. Mens zijn is tussen de mensen zijn. Oftewel ‘interesse’: vanuit het Latijn ‘inter’ (tussen) en ‘esse’ (zijn). Met andere woorden, mens zijn is tussen de mensen verschijnen en mijn gedachten publiekelijk maken zodat deze een sociale realiteit krijgen. Zo word ik als persoon reëler, word ik erkend als wie ik ben, wat ik voel en wat ik denk. In die erkenning door anderen, ervaren wij mensen iets essentieels als het sociale dier dat wij zijn. De onthouding van zulk een erkenning kan zelfs in sommige gevallen een mutilatie van de ziel zijn. 

Ten derde, zulke dialogen met anderen kunnen ook geïnternaliseerd worden. Dergelijke dialogen vinden plaats tussen mijzelf en de tot mij genomen opvattingen van bepaalde denkers, filosofen, wetenschappers, dichters, romankarakters, kunstenaars, kunstwerken, gedichten, religieuze geschriften en symbolen. De vrijheid van meningsuiting creëert naast de ruimte om opvattingen te uiten, ook de ruimte om de uitdrukkingen en ideeën van anderen te kunnen ontvangen en te overwegen. Kortom, het recht op de vrijheid van meningsuiting maakt het voor ons dwergen mogelijk om op de schouders van reuzen te klimmen. Die reuzen zijn de verheven geesten die op vooraanstaande wijze hebben bijgedragen aan de schatkamer van onze wijsheid. Het zijn de schouders van profeten, filosofen, wetenschappers en dichters. Hierdoor maakt deze vrijheid van meningsuiting het voor ons Occiënters mogelijk om deze schatkamer te openen.

De concrete belichaming van dit recht

Laten we deze abstracte gedachtes concreet en invoelbaar maken. De Oeigoer die zijn religieuze overtuiging niet kan realiseren onder het Chinese regime wordt in zijn ziel gekrenkt, omdat zijn individuele vrijheid met de voeten wordt getreden. Dit onrecht en deze mutilatie van de ziel van de Oeigoer voelen wij met sympathie en empathie hartgrondig met hem mee. Op dit punt aanbeland, mogen we echter de gewichtige juridisch-ethische gevolgtrekking die besloten licht hierin niet verdonkeremanen. Hier in het verschiet van dit invoelbare onrecht doemen immers de contouren van de guldenregel weer op. Als wij zo intens meevoelen, en in deze sympathie tot het heldere inzicht komen dat de Oeigoer –in de hoedanigheid van moslim- dit recht en deze vrijheid dient te hebben om zijn religieuze overtuiging te kunnen beleven, dan geldt redelijkerwijs eveneens dat een ander die in zijn/haar analyse tot een andere overtuiging is gekomen -bijvoorbeeld dat de islam niet de beste (ver)houding tot het absolute (Allah) is- ook de ruimte dient te krijgen om dit te kunnen uiten. Wij kunnen het eens of oneens zijn met de inhoud van zijn/haar overtuiging -evenzo als de Chinees het eens of oneens is zal zijn met de Oeigoer-, maar de ruimte voor die overtuiging dient hij/zij vanuit de rechtvaardigheid wel te verkrijgen. Die wederkerigheid vormt de essentie van dit soort (mensen)rechten. 

Conclusie: een bewonderenswaardig geschenk van de moderniteit

We zijn nagegaan wat de vrijheid van meningsuiting is door scherper voor de geest te halen welke waarden deze helpt te verwezenlijken. Dit zijn de zoektocht naar de waarheid, respectievelijk de waarde van de authentieke zelfwording gebleken. Dit recht is een waardevol geschenk aan ons allen. Voor de ontdekking van dit recht werd de visie van het individu immers overschaduwd of zelfs verstikt door de heersende visie van de gemeenschap of de machthebbers. Vorsende geesten werden vervolgd, gedood en gestraft omwille van het anders denken, voorbeelden hiervan zijn Giordano Bruno, Galilei, Socrates en velen meer.

Wij Occiënters, die een onopgeloste versmelting tussen Oost en West vormen, dienen dus met harte gloed in deze kwestie het hogere ideaal tot ons te nemen. Het voorgaande toont aan dat dit het rechtstatelijke ideaal van het recht op een vrijheid van meningsuiting is. Dit rechtstatelijke ideaal verheft zich boven de traditionele en dogmatische visie waarin men dingen voetstoots dient aan te nemen en de andersdenkende dient te verketteren. 

In het tweede deel zullen we de ethische dimensie ten aanzien van de omgang met dit recht echter kritisch belichten. Met de reeds opgedane inzichten ten aanzien van het juridische domein kunnen we evenwel reeds de gevleugelde woorden die aan verlichtingsdenker Voltaire worden toegeschreven met heel onze zaligheid in onze zielen griften: 

‘Ik verafschuw wat U zegt,

maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen’.

Sapere aude! 

Denker des Multiculturele Vaderlands

Hakan Külcü 

Het bericht “Geitenneukers”, de islam, de vrijheid van meningsuiting en wij Occiënters verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Na de verkiezingen: op naar de nieuwe? https://www.turks.nl/opinie/na-de-verkiezingen-op-naar-de-nieuwe Fri, 12 Jun 2015 21:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/opinie/na-de-verkiezingen-op-naar-de-nieuwe

Toen miljoenen Turken afgelopen zondag gingen stemmen moest men niet alleen kiezen wie het land ging besturen maar ook dubben over het wel of niet introduceren van een presidentieel systeem. Het volk heeft gesproken: “milli irade”, een vaak aangehaald concept door AKP om verkiezingswinsten tot nu toe te onderschrijven keerde zich opeens tegen de partij zelf.

Het bericht Na de verkiezingen: op naar de nieuwe? verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Voor het eerst sinds 2002 verloor AKP zoveel stemmen. Naast het feit dat ongeveer 10% van de AKP kiezers in 2011 nu een andere keuze hadden gemaakt was het ook meteen duidelijk dat de ambitie van Erdogan met betrekking tot een nieuwe regeringsvorm met veel macht voor de president een zware deuk had opgelopen. Als politicoloog kan ik tal van redenen opnoemen voor het stagneren van electoraal succes van AKP, maar een van de belangrijkste aspecten van dit verlies is het cijfermatige feit dat HDP veel stemmen heeft afgesnoept van AKP. Interne verdeeldheid binnen de partij, Gezi-protesten, corruptieschandalen en ontevredenheid van de bevolking zijn ook factoren die hebben geleid tot een situatie waarin 60% van het electoraat tegen AKP heeft gestemd.

De verkiezingsuitslagen… Een nieuwe situatie: voor het eerst sinds 1999 zitten er meer dan 3 partijen in het parlement, en voor het eerst sinds 2002 heeft AKP niet meer de nodige meerderheid. En voor het eerst zit HDP met 80 leden in het parlement (grote meerderheid van dat aantal zat al in het parlement als onafhankelijke fractie).

 Deze uitslagen spreken voor zich, maar het politieke landschap dat door deze uitslagen is vormgegeven, is allesbehalve helder.

Coalitiebesprekingen zoals we die heel vaak in Nederland zien, zijn nu aan de orde in Turkije. Ik heb er persoonlijk hard hoofd in dat deze besprekingen succesvol of op zijn minst duurzaam zullen zijn. De verdeeldheid binnen de samenleving en ook in de politiek is namelijk te groot geworden.

 Nu even kort de mogelijke scenario’s:

  • AKP heeft 258 zetels in het nieuwe parlement. Om een minderheidskabinet te kunnen vormen zonder een coalitie heeft de partij steun nodig van een van de 3 andere partijen (CHP, MHP of HDP). MHP en HDP hebben bij voorbaat al laten weten niet met AKP in zee te willen gaan. Momenteel wordt MHP de grote kanshebber genoemd om een coalitie te vormen met AKP, maar de voorstellen van MHP zoals de berechting van corrupte “inner circle” van Erdogan, en afzien van onderhandelingen met Koerden raakt de AKP zo hard dat ook AKP geen heil ziet in deze samenwerking. Bovendien denk ik dat MHP veel kiezers zal kwijtraken als de partij meedoet aan een coalitie met AKP.     
  • Ontmoeting tussen president Erdogan en CHP prominent Deniz Baykal  vandaag doet de publieke opinie vermoeden dat AKP toenadering zoekt tot CHP. Echter, deze coalitie is nog minder waarschijnlijker dan de eerste optie.      
  • Twee slechte scenario’s voor AKP zijn het volgende: of de partij blijft in de oppositie, of worden de coalitieonderhandelingen gestaakt wegens mislukking. De laatste zal in dat geval resulteren in nieuwe verkiezingen. Als die verkiezingen zo snel mogelijk worden gehouden is het zeer aannemelijk dat de partij met grootste verliezen (AKP heeft in alle 81 provincies verlies geleden!) een vrije val zal meemaken. Om die reden zal de partijleiding pogen om snel een coalitie te smeden. In dat kader zie ik de uitspraken van Bahceli een strategische zet om a) veel consensus binnen te halen als AKP MHP gaat benaderen en b) verdere winst boeken als er nieuwe verkiezingen komen.
         
  • De grond- en kieswet schrijft voor dat AKP de coalitievorming aan CHP moet overdragen als de regerende partij zelf geen coalitie kan smeden. Het probleem is dat CHP ook niet succesvol zal zijn gezien het feit dat een coalitie CHP+MHP alsnog geen meerderheid heeft en derhalve afhankelijk is van HDP.

Turkije staat nu voor een grote klus. Partijen sluiten coalities a priori uit en ook de ontwikkelingen voor de verkiezingen maken het bijna onmogelijk om tot een gezamenlijke coalitie te komen. Maar Turkije is een interessant land. De geschiedenis van Turkse politiek leert dat beloftes en uitspraken die gedaan zijn voor de verkiezingen vaak niet meer van toepassing zijn in de periode na de verkiezingen. Zo zijn er in het verleden coalities gevormd die ideologisch nog partij-technisch mogelijk en zelfs onwenselijk werden geacht. De beroemde coalitie tussen Dogru Yol Partisi en Refah Partisi in 1996 is daar een goed voorbeeld van. Ook de uitspraken van AKP leiders dat coalities in het verleden geen goed hebben gedaan aan de economie en stabiliteit is kennelijk niet op prijs gesteld door de kiezers: AKP is nu gedwongen om een coalitie te vormen.

Voor mij is het erg waarschijnlijk dat coalitieonderhandelingen sowieso gaan mislukken. Ik ben dan wel benieuwd of president Erdogan risico gaat nemen door nieuwe verkiezingen voor te schrijven met het idee dat AKP het stokje weer moet overnemen omdat het land anders eindeloos in chaos der coalities gaat verkeren. Je weet het maar nooit in Turkije.

Het bericht Na de verkiezingen: op naar de nieuwe? verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Denker des Multiculturele Vaderlands https://www.turks.nl/opinie/denker-des-multiculturele-vaderlands Mon, 04 May 2015 21:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/opinie/denker-des-multiculturele-vaderlands

Zonder god is er geen eer en geen moraliteit. De ongelovige Nederlanders zijn daardoor moreel in verval (dinsiz, imansiz ve kitapsiz). Een stelling die wij allen vast een keer gehoord hebben van één van onze ouderen. In deze column zal ik deze stelling filosofisch bevragen.

Het bericht Denker des Multiculturele Vaderlands verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Nietzsche: “Gott ist tot”

De serie columns die alhier zullen volgen zijn ingeblazen vanuit een stichtelijk oogmerk om duidelijk te maken aan het Turks-Nederlands publiek dat filosofie alledaagse (multiculturele) menselijke thema’s aansnijdt, waarbij kritisch denken en het ideaal van een integer leven vooropstaan. De filosofie verwonderd zich over, en overpeinst kritisch, alle aspecten van het menselijke leven. Iedereen van ons heeft daardoor kennis van filosofische onderwerpen. De filosoof diept deze kennis slechts verder uit. Hij trekt zich terug en problematiseert met enige distantie heersende en overgeleverde opvattingen op een grondige, historisch bewuste en kritische wijze om dichter bij de waarheid te komen. Daarbij raakt hij soms gevoelige snaren. Bij mij heeft zich nochtans de gedachte genesteld dat onze Turks-Nederlandse gemeenschap zich weinig heeft gelaafd aan de bronnen van de filosofie en de Verlichting. De hoop is dat deze reeks korte columns een aanzet biedt voor dezen of genen om kritisch bij zichzelf te rade te gaan wat zij zelf denken, en waarom. Laten we gelijk met de filosofische deur in huis vallen. De vermaarde Duitse filosoof Nietzsche schreef:

“Waar God heen is?’… Dat zal ik jullie zeggen! Wij hebben hem gedood – jullie en ik! Wij allen zijn zijn moordenaars! Maar hoe hebben wij dit gedaan? Hoe hebben wij de zee kunnen leegdrinken? Wie gaf ons de spons om de horizon uit te vegen?…Ruiken wij nog niets van de goddelijke ontbinding? – ook goden raken in ontbinding! God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood!”

Nietzsche beschrijft in deze passage een cruciale ontwikkeling binnen de Europese cultuur. Hij zag in de 19e eeuw al duidelijk de contouren van iets dat voor de meeste mensen kortgeleden pas waarneembaar is geworden: de Europese mens gelooft niet meer in god. God is uit de horizon van de Westerse mens verdwenen. Ook wij, de Turkse Nederlanders, leven in dit onttoverd Avondland (Europa). Dergelijke cultuurverschijnselen zullen zich onvermijdelijk ook op ons leven (gaan) weerspiegelen. Maar tegelijkertijd leven wij buiten dit verschijnsel. De horizon die wij vanuit onze Turkse gemeenschap meekrijgen is immers nog steeds religieus ‘betoverd’. Wij leven in essentie ‘betoverd’ in een ‘onttoverd’ land. In een spanningsveld dat zich ook in de huidige Turkse politiek manifesteert – en dat we via de schotel elke dag aanschouwen – tussen het religieus traditionalisme en het modern seculier denken.

Gulden Regel

De vraag die ik wil stellen is wat dit betekent voor onze moraal (gedachten over goed en kwaad en over eer en eerbaarheid) en onze wijze van het multicultureel samenleven in Europa? Is met het wegvegen van god uit de Europese horizon, de moraal in Europese landen eveneens weggevaagd? Klopt deze gedachte? ​Vrij recent sprak ik met een Marokkaanse jongen. Naar zijn inzicht kon geen moraal bestaan zonder god. “Wiens wil en woord zou dan nog kunnen bepalen wat goed en kwaad is?”, was zijn vraag. Zonder god zou alles geoorloofd zijn. Zonder god zouden er geen regels zijn en is er geen enkele vorm van autoriteit. Ik kon hem niet overtuigen dat ook ik – in een zeer ver verleden – door zulke gedachtes overweldigd was. Op zichzelf is dit niet vreemd voor iemand die sinds zijn vroege jeugd is opgevoed met de overtuiging dat de wil van de almachtige en alwetende god de oorsprong van alle moraliteit is. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat deze gedachte bij velen van ons nog steeds zit ingebakken.

Zijn de vooronderstellingen van deze gedachte en stelling dat god noodzakelijk is voor moraliteit wel juist? Is er zonder de goddelijke wetgever geen menselijke moraal? Vallen we zonder god daadwerkelijk in een moreel zwart gat?

Zoals zo vaak bij filosofische vraagstukken, kunnen wij onze blik wenden tot Plato (Platon in het Turks). Plato schrijft in zijn dialogen over zijn leermeester Socrates (Socrates in het Turks). Zijn leermeester stelt in één van die dialogen aan Euthyphro (Euthyphron in het Turks) de vraag of het goede (vrome), goed is omdat god het goedkeurt, of dat god het goedkeurt omdat het op zichzelf al goed is. De vraag anders geformuleerd, kunnen wij goed en kwaad met onze menselijke ervaring en intelligentie uit de aard der (menselijke) dingen destilleren, of hebben we een goddelijke wil nodig die aangeeft wat geboden en verboden is?

Laten wij ter beantwoording en verduidelijking te rade gaan bij elkaar, hoe wij – bijvoorbeeld – weten dat het doden van een (onschuldige) ander een kwade handeling is? Is het doden van mijn buurman slecht, omdat god heeft gezegd dat dit slecht is (de tien geboden)? Of is het slecht omdat ik met mijn intelligentie in samenhang met mijn ervaring inzie dat het wegnemen van iemands leven een groot kwaad is? Stel dat het laatste juist is? Wat zou dan de fundamentele grondslag zijn van dit morele inzicht?

Het antwoord is hetgeen men de ‘Gulden Regel’ heeft genoemd:

‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet’.

In dit principe ligt een ervaring van (h)erkenning van de ander als mijzelve, en mijzelve als de ander, besloten. Oftewel, ik herken in mijzelf de waarde van mijn leven. Mijn leven is voor mij een groot en weldadig goed. Een ander heeft niet het recht om dit goed van mij aan te tasten. Dit levert in redelijkheid middels de Gulden regel het inzicht op dat de ander – die in essentie op mij lijkt – ook in redelijkheid zijn leven als een weldadig goed ziet voor hemzelf. Dit inzicht verbiedt mij als redelijk wezen om het leven van de ander te schaden.

Wees vooral een mens

De Gulden regel en de (h)erkenning van de ander bepalen dus kennelijk de contouren van onze fundamentele morele principes. Hiermee hebben we denk ik de kern van de menselijke moraal te pakken. Laten we deze even vasthouden. Wat impliceert deze ontdekking? Naar mijn inzicht blijkt hieruit dat het domein van de menselijke moraal autonoom is (op zichzelf staat). Evenzo als dit geldt voor andere kennisvormen zoals de logica, de wiskunde en de natuurkunde die op zichzelf staan. Dit wil zeggen dat we de moraal kunnen ontdekken en begrijpen via onze menselijke intelligentie, ervaring en door ijverig en oprecht onderzoek te doen. Dit geldt immers ook voor het begrijpen van de stelling van Pythagoras (Pisagor in het Turks) in de wiskunde, of de aard van de zwaartekracht in de natuurkunde, zoals Einstein heeft aangetoond. Het zijn de filosofen uit het oude Griekenland geweest die door kritisch te denken deze autonome dimensie van de moraal voor het eerst hebben ontdekt voor ons. Een ontdekking die door Islamitische filosofen en religieuze ordes als de Al-muʿtazilah in de Gouden Eeuw van de Islam is overgenomen, maar vervolgens werd verstikt door de orthodoxie. Wij dienen echter in te zien dat met vallen en opstaan, kritisch denken, intelligentie en sympathie het universum van goed en kwaad verder te ontdekken valt voor iedereen die zijn intelligentie gebruikt. Dit betekent dat de principes van goed en kwaad uit de aard van de mens en de menselijke dingen af te leiden zijn. Dat voortschrijdend inzicht mogelijk is binnen de moraal. Dit inzicht is overigens het hart van wat men ‘het humanisme’ heeft genoemd.

Ik hoop dat deze reeks aan inzichten de morele beelden in onze betoverde Nederlands-Turkse geesten nieuwe gestalten zal geven. Om het goede en het kwade te kennen – in een multiculturele samenleving – hebben we geen gemeenschappelijke god of religie nodig (hetgeen uiteraard niet betekent dat god niet bestaat!). Slechts onze menselijke intelligentie, sympathie en ervaring is voldoende. Een atheïst of agnost kan eervol en moreel zijn, terwijl een religieus persoon niet per definitie rechtschapen hoeft te zijn. Het karakter van het individu bepaalt immers hoe hij gewaardeerd dient te worden. Iets dat sommige wijze voorouders van ons al wisten:

“Dili, dini, rengi ne olursa olsun iyiler iyidir.”

Hacı Bektaş-i Veli

Sapere aude!

Het bericht Denker des Multiculturele Vaderlands verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Denker des Multiculturele Vaderlands https://www.turks.nl/opinie/denker-des-multiculturele-vaderlands-2 Mon, 04 May 2015 21:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2015/05/04/denker-des-multiculturele-vaderlands-2/

Zonder god is er geen eer en geen moraliteit. De ongelovige Nederlanders zijn daardoor moreel in verval (dinsiz, imansiz ve kitapsiz). Een stelling die wij allen vast een keer gehoord hebben van één van onze ouderen. In deze column zal ik deze stelling filosofisch bevragen.

Het bericht Denker des Multiculturele Vaderlands verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Nietzsche: “Gott ist tot”

De serie columns die alhier zullen volgen zijn ingeblazen vanuit een stichtelijk oogmerk om duidelijk te maken aan het Turks-Nederlands publiek dat filosofie alledaagse (multiculturele) menselijke thema’s aansnijdt, waarbij kritisch denken en het ideaal van een integer leven vooropstaan. De filosofie verwonderd zich over, en overpeinst kritisch, alle aspecten van het menselijke leven. Iedereen van ons heeft daardoor kennis van filosofische onderwerpen. De filosoof diept deze kennis slechts verder uit. Hij trekt zich terug en problematiseert met enige distantie heersende en overgeleverde opvattingen op een grondige, historisch bewuste en kritische wijze om dichter bij de waarheid te komen. Daarbij raakt hij soms gevoelige snaren. Bij mij heeft zich nochtans de gedachte genesteld dat onze Turks-Nederlandse gemeenschap zich weinig heeft gelaafd aan de bronnen van de filosofie en de Verlichting. De hoop is dat deze reeks korte columns een aanzet biedt voor dezen of genen om kritisch bij zichzelf te rade te gaan wat zij zelf denken, en waarom. Laten we gelijk met de filosofische deur in huis vallen. De vermaarde Duitse filosoof Nietzsche schreef:

“Waar God heen is?’… Dat zal ik jullie zeggen! Wij hebben hem gedood – jullie en ik! Wij allen zijn zijn moordenaars! Maar hoe hebben wij dit gedaan? Hoe hebben wij de zee kunnen leegdrinken? Wie gaf ons de spons om de horizon uit te vegen?…Ruiken wij nog niets van de goddelijke ontbinding? – ook goden raken in ontbinding! God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood!”

Nietzsche beschrijft in deze passage een cruciale ontwikkeling binnen de Europese cultuur. Hij zag in de 19e eeuw al duidelijk de contouren van iets dat voor de meeste mensen kortgeleden pas waarneembaar is geworden: de Europese mens gelooft niet meer in god. God is uit de horizon van de Westerse mens verdwenen. Ook wij, de Turkse Nederlanders, leven in dit onttoverd Avondland (Europa). Dergelijke cultuurverschijnselen zullen zich onvermijdelijk ook op ons leven (gaan) weerspiegelen. Maar tegelijkertijd leven wij buiten dit verschijnsel. De horizon die wij vanuit onze Turkse gemeenschap meekrijgen is immers nog steeds religieus ‘betoverd’. Wij leven in essentie ‘betoverd’ in een ‘onttoverd’ land. In een spanningsveld dat zich ook in de huidige Turkse politiek manifesteert – en dat we via de schotel elke dag aanschouwen – tussen het religieus traditionalisme en het modern seculier denken.

Gulden Regel

De vraag die ik wil stellen is wat dit betekent voor onze moraal (gedachten over goed en kwaad en over eer en eerbaarheid) en onze wijze van het multicultureel samenleven in Europa? Is met het wegvegen van god uit de Europese horizon, de moraal in Europese landen eveneens weggevaagd? Klopt deze gedachte? ​Vrij recent sprak ik met een Marokkaanse jongen. Naar zijn inzicht kon geen moraal bestaan zonder god. “Wiens wil en woord zou dan nog kunnen bepalen wat goed en kwaad is?”, was zijn vraag. Zonder god zou alles geoorloofd zijn. Zonder god zouden er geen regels zijn en is er geen enkele vorm van autoriteit. Ik kon hem niet overtuigen dat ook ik – in een zeer ver verleden – door zulke gedachtes overweldigd was. Op zichzelf is dit niet vreemd voor iemand die sinds zijn vroege jeugd is opgevoed met de overtuiging dat de wil van de almachtige en alwetende god de oorsprong van alle moraliteit is. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat deze gedachte bij velen van ons nog steeds zit ingebakken.

Zijn de vooronderstellingen van deze gedachte en stelling dat god noodzakelijk is voor moraliteit wel juist? Is er zonder de goddelijke wetgever geen menselijke moraal? Vallen we zonder god daadwerkelijk in een moreel zwart gat?

Zoals zo vaak bij filosofische vraagstukken, kunnen wij onze blik wenden tot Plato (Platon in het Turks). Plato schrijft in zijn dialogen over zijn leermeester Socrates (Socrates in het Turks). Zijn leermeester stelt in één van die dialogen aan Euthyphro (Euthyphron in het Turks) de vraag of het goede (vrome), goed is omdat god het goedkeurt, of dat god het goedkeurt omdat het op zichzelf al goed is. De vraag anders geformuleerd, kunnen wij goed en kwaad met onze menselijke ervaring en intelligentie uit de aard der (menselijke) dingen destilleren, of hebben we een goddelijke wil nodig die aangeeft wat geboden en verboden is?

Laten wij ter beantwoording en verduidelijking te rade gaan bij elkaar, hoe wij – bijvoorbeeld – weten dat het doden van een (onschuldige) ander een kwade handeling is? Is het doden van mijn buurman slecht, omdat god heeft gezegd dat dit slecht is (de tien geboden)? Of is het slecht omdat ik met mijn intelligentie in samenhang met mijn ervaring inzie dat het wegnemen van iemands leven een groot kwaad is? Stel dat het laatste juist is? Wat zou dan de fundamentele grondslag zijn van dit morele inzicht?

Het antwoord is hetgeen men de ‘Gulden Regel’ heeft genoemd:

‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet’.

In dit principe ligt een ervaring van (h)erkenning van de ander als mijzelve, en mijzelve als de ander, besloten. Oftewel, ik herken in mijzelf de waarde van mijn leven. Mijn leven is voor mij een groot en weldadig goed. Een ander heeft niet het recht om dit goed van mij aan te tasten. Dit levert in redelijkheid middels de Gulden regel het inzicht op dat de ander – die in essentie op mij lijkt – ook in redelijkheid zijn leven als een weldadig goed ziet voor hemzelf. Dit inzicht verbiedt mij als redelijk wezen om het leven van de ander te schaden.

Wees vooral een mens

De Gulden regel en de (h)erkenning van de ander bepalen dus kennelijk de contouren van onze fundamentele morele principes. Hiermee hebben we denk ik de kern van de menselijke moraal te pakken. Laten we deze even vasthouden. Wat impliceert deze ontdekking? Naar mijn inzicht blijkt hieruit dat het domein van de menselijke moraal autonoom is (op zichzelf staat). Evenzo als dit geldt voor andere kennisvormen zoals de logica, de wiskunde en de natuurkunde die op zichzelf staan. Dit wil zeggen dat we de moraal kunnen ontdekken en begrijpen via onze menselijke intelligentie, ervaring en door ijverig en oprecht onderzoek te doen. Dit geldt immers ook voor het begrijpen van de stelling van Pythagoras (Pisagor in het Turks) in de wiskunde, of de aard van de zwaartekracht in de natuurkunde, zoals Einstein heeft aangetoond. Het zijn de filosofen uit het oude Griekenland geweest die door kritisch te denken deze autonome dimensie van de moraal voor het eerst hebben ontdekt voor ons. Een ontdekking die door Islamitische filosofen en religieuze ordes als de Al-muʿtazilah in de Gouden Eeuw van de Islam is overgenomen, maar vervolgens werd verstikt door de orthodoxie. Wij dienen echter in te zien dat met vallen en opstaan, kritisch denken, intelligentie en sympathie het universum van goed en kwaad verder te ontdekken valt voor iedereen die zijn intelligentie gebruikt. Dit betekent dat de principes van goed en kwaad uit de aard van de mens en de menselijke dingen af te leiden zijn. Dat voortschrijdend inzicht mogelijk is binnen de moraal. Dit inzicht is overigens het hart van wat men ‘het humanisme’ heeft genoemd.

Ik hoop dat deze reeks aan inzichten de morele beelden in onze betoverde Nederlands-Turkse geesten nieuwe gestalten zal geven. Om het goede en het kwade te kennen – in een multiculturele samenleving – hebben we geen gemeenschappelijke god of religie nodig (hetgeen uiteraard niet betekent dat god niet bestaat!). Slechts onze menselijke intelligentie, sympathie en ervaring is voldoende. Een atheïst of agnost kan eervol en moreel zijn, terwijl een religieus persoon niet per definitie rechtschapen hoeft te zijn. Het karakter van het individu bepaalt immers hoe hij gewaardeerd dient te worden. Iets dat sommige wijze voorouders van ons al wisten:

“Dili, dini, rengi ne olursa olsun iyiler iyidir.”

Hacı Bektaş-i Veli

Sapere aude!

Het bericht Denker des Multiculturele Vaderlands verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Bezet Turkije de Koerden en ontkennen ze de Armeense ‘Genocide’? https://www.turks.nl/opinie/bezet-turkije-de-koerden-en-ontkennen-ze-de-armeense-genocide Thu, 19 Mar 2015 22:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2015/03/19/bezet-turkije-de-koerden-en-ontkennen-ze-de-armeense-genocide/

Mijn recente artikel in Trouw heeft veel aandacht gekregen. Iemand mailde mij met de zin “Turkije bezet en onderdrukt de Koerden zoals Israel de Palestijnen bezet en onderdrukt. Geen verschil.”

Het bericht Bezet Turkije de Koerden en ontkennen ze de Armeense ‘Genocide’? verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Nu moet ik die zin op een aantal punten verbeteren. Turkije “bezet” Koerden niet, want hoe “bezet” je mensen? Men kan alleen grondgebied “bezetten”, maar in dit geval klopt dat ook niet. Turken zijn in de elfde eeuw naar Anatolië getrokken, in die tijd woonden daar Byzantijnen, Armeniërs en andere volkeren. Koerden komen in de geschiedenis niet voor als een etnische entiteit. Sterker nog, het woord “Koerd” komt voor het eerst voor in de woordenboeken van Kaşgarlı Mahmut (ook bekend als Mahmud al-Kashgari). Daar is de betekenis “bomen die hoog in de bergen groeien”. 

Later gebruikten Arabieren het woord voor volkeren die hoog in de bergen woonden en zich vooral deden spreken als bandieten. In die context is er een gedicht geschreven over Selahattin Eyyubi (ook bekend als Saladin) door een Arabische dichter: “Ook al is hij een koerd, hij was een edelman.” Door veel mensen wordt dit gezien als het bewijs dat Selahattin een Koerd was, maar in die tijd betekende het slechts bandiet. En Selahattin kwam uit de bergen van Irak, waar veel volkeren overleefden door roofovervallen en zich daarna terugtrokken naar de bergen. Het woord had in die tijd geen etnische lading.

Pas rond de 18e/19e eeuw kwam voor het eerst het woord “Koerdistan” voor in bronnen. In die context werd er gerefereerd naar Oost-Anatolië vanwege de vele bergen en de vele rovers die daar woonden. Pas aan het begin van de 20ste eeuw kreeg het woord een etnische lading omdat Kırmancı, Zaza, Sorani, Gorani etc. (kleine stammen die veelal niet-Turkse dialecten spraken, maar onderling ook niet verstaanbaar zijn) zich eronder schaarden.

Wel nu, u ziet dus dat toen Turken Anatolië binnenkwamen in 1071 er geen problemen waren. Er was geen Koerdische staat die “bezet” werd, dan wel “Koerden” met wie gestreden moest worden. Het is het equivalent dat we over 50 jaar “Randsteders” hebben die in opstand kwamen in Nederland. Hieronder bevinden zich dan Turken uit Rotterdam, Marokkanen uit Amsterdam, Surinamers uit Utrecht en Nederlanders uit Gouda etc.; met andere woorden het is geen etnische lading en er kan dan ook geen sprake zijn van “Nederlanders die Randsteders bezetten”.

De vergelijking met Israel en Palestina gaat daarom niet op, maar het is ook geen goede zaak om te vergelijken. Elke zaak is uniek op zichzelf.

Mensen krijgen soms het gevoel dat ze “overheerst” worden. Hetzelfde gevoel hebben IS-strijders nu en of het ook echt zo is, maakt voor die mensen niet uit. Het is namelijk hun werkelijkheid. IS denkt dat Joden de media beheersen, VS hun oliebronnen willen inpikken en Europa het allemaal gedoogd. Daar vechten ze voor. Of het werkelijkheid is, maakt voor ze niet uit. Hetzelfde geldt voor Koerden. Veel Koerden willen niet weten dat Turkije met İsmet İnönü (2e president van Turkije), Cemal Gürsel, Turgut Özal etc. al minstens drie Koerdische presidenten heeft gehad. Turgut Özal sprak zelfs van trots dat hij kon opklimmen tot president van Turkije, ondanks dat zijn moeder geen woord Turks sprak. Kunt u dit zich voorstellen in Nederland? Dat iemand verkozen wordt tot premier en daarna zegt dat zijn ouders hun hele leven al in Nederland wonen maar toch geen woord Nederlands spreken? Men zou van schande spreken.

Meteen hierop aansluitend stond er in het mailbericht dat Turkije geen begrip verdiende: “Zeker niet als je te maken hebt met een land dat weigert te erkennen dat de juridische voorganger-staat (Osmaanse Rijk) genocide pleegde tegen de Armeniërs (onder leiding van de regering geleid door de ‘Jonge Turken’, ofwel de 3 Pasha’s).”

Nu is het argument over 1915 ook niet zo zwart-wit als men doet vermoeden. Veel landen spreken niet van de juridische term “genocide”, zoals bijvoorbeeld Groot-Brittannië, omdat het niet bewezen is dat er sprake is van een genocide. Dat er veel mensen zijn omgekomen, erkent iedereen. Ook Turkije erkent dit. Het gaat hierbij om de intentie. Armeniërs kwamen in opstand en werden daarna gereloceerd binnen het Osmaanse Rijk. Het was dus geen deportatie (waarbij je buiten de grenzen wordt gezet) maar een relocatie. Zowel Oost-Anatolië (waar de Armeniërs leefden) als Syrië (waar de Armeniërs heen gestuurd werden) behoorden al ruim 400 jaar tot het Osmaanse Rijk. Het waren dus geen nieuw veroverde gebieden, maar eeuwenoude provincies.

De regering, waarbij een paar Jong Turken als minister deelnamen, was geen dictatoriaal regime (zoals veel mensen beweren) maar een pragmatische coalitie waarbij de Jong Turken zelfs eerst een overeenkomst hadden met Taşnak (de Armeense organisatie). Taşnak begon echter kort daarna met terreuraanslagen.

Daarom is het niet alleen Turkije dat weigert de term ‘genocide’ te erkennen, dat doen bijvoorbeeld Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Europese Unie, Europees Parlement, OSCE, Australië, Israel en Duitsland ook niet; om er maar een paar te noemen. De term ‘genocide’ bestond in die tijd ook niet, de term is special voor 1940-1945 verzonnen en mag juridisch gezien niet met terugwerkende kracht toegepast worden. Tevens is er al een rechtszaak geweest waarbij het een “oorlogsmisdaad” (war crime) is genoemd. Je kunt nu eenmaal niet twee maal dezelfde zaak voor twee verschillende aanklachten voor de rechter brengen. Je kunt niet iemand eerst veroordelen voor doodslag, zijn straf laten uitdienen, en vervolgens nogmaals aanklagen: ditmaal voor moord en hem proberen nogmaals te straffen. Zo werkt straf niet.

Andersom kan je ook geen nieuwe wet met terugwerkende kracht laten toepassen. Je kunt niet zeggen dat smaad en laster ook van toepassing was in de Middeleeuwen, en proberen nakomelingen te straffen. Zo werkt internationaal recht niet.

Overigens zijn er veel Duitse doktoren, diplomaten en legerofficieren (net als veel Nederlandse en Zweedse die neutraal waren) die juist spreken van Armeense wandaden tegen de Turken. Enkele voorbeelden kunt u vinden in deze bronnen:

Dr. René Bakker, Drs. Antoon Gailly en Drs. Luc Vervloet – Geschiedenis van Turkije.

Majoor Hjalmar Pravitz (1915) 

Algemeen Handelsblad (1920)

Daarnaast zijn er veel internationaal gerenommeerde historici die ook weigeren de term ‘genocide’ te gebruiken omdat er simpelweg geen bewijs voor is. Dit doen ze namelijk niet zomaar. Het geeft allemaal aan dat er veel meer aan de hand is in deze kwesties dan men doet blijken. Veel mensen die er een mening over willen vormen, zouden er goed aan doen om zich meer te verdiepen in de materie.

Wil je meer van dit soort artikelen van Instituut voor Turkse Studies (ITS)? Steun ons dan voor maar 5 euro per maand, neem voor meer informatie contact op via [email protected].  

Het bericht Bezet Turkije de Koerden en ontkennen ze de Armeense ‘Genocide’? verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Waarom IS bestrijden maar de PKK niet? https://www.turks.nl/opinie/waarom-is-bestrijden-maar-de-pkk-niet Fri, 13 Feb 2015 22:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2015/02/13/waarom-is-bestrijden-maar-de-pkk-niet/ [caption id="attachment_7585" align="alignnone" width="800"]PKK-terroristen[/caption]

De Nederlandse activist Fréderike Geerdink zet met haar acties onnodig de Turks-Nederlandse betrekkingen op het spel.

Het bericht Waarom IS bestrijden maar de PKK niet? verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Door de aanslagen in Parijs is iedereen in rep en roer. Vrijwel in alle landen worden terreurorganisaties hard aangepakt. Er wordt op geen enkele manier meer tolerantie getoond. Zelfs mensen die “slechts” sympathiseren met terreur worden uit voorzorg opgepakt. De detentie van enkele minderjarige schoolkinderen in Frankrijk, zijn hier een voorbeeld van.

Ook mensen die opruiende teksten op het internet hebben geschreven, ontkomen er niet aan. Ook in Turkije worden deze mensen nu harder aangepakt. Hierdoor werd de al bijna negen jaar in Turkije woonachtige blogger c.q. activiste Frederike Geerdink, een Nederlands staatsburger, opgepakt voor haar artikelen. Twee recente voorbeelden van haar artikelen zijn ‘Stop met het labelen van PKK-strijders als terroristen’ en ‘Een blijvende staakt-het-vuren? Ik zou teleurgesteld zijn [als PKK zou stoppen met het plegen van aanslagen, red.]’.

Welnu, stel nu dat een Nederlandse blogger in Frankrijk zou stellen dat de daders van de recente aanslagen in Parijs eigenlijk geen “terroristen” zijn, maar “opkomen voor de rechten van de onderdrukte moslims in Europa”. En dat hij (of zij) “teleurgesteld zou zijn als IS en/of Al Qaeda zou stoppen met geweld”? Zou men dan ook stellen dat Frankrijk deze blogger met een Nederlandse paspoort niet mag oppakken omdat het om “journalistieke vrijheid” gaat? 

Onze dubbele tong bij het vergelijken van terreurorganisaties PKK en IS heeft veel weg van het spreekwoord “Having your cake and eating it too”. Wij eisen in principe dat alle terreurorganisaties en hun sympathisanten aangepakt worden, maar tonen ineens begrip als het om terreurgroepen gaan die als doelwit een andere bevolkingsgroep hebben. Want waar IS/Al Qaeda als voornaamste doelwit westerlingen, niet-moslims en Europese samenlevingen hebben, richt PKK zich op Turken, bondgenoten van Turkije en alles wat met Turkije te maken heeft. De gemiddelde Nederlander heeft daardoor niet veel te vrezen van PKK, maar wel van IS. Voor de gemiddelde Turk is het precies andersom.

Voor de Turken is Geerdink dan ook een felle terreursympathisant. Nu is er eigenlijk ook meer aan de hand rondom Geerdink dan zij doet voorkomen. Zij schrijft namelijk onder meerdere petjes; er is Geerdink de blogger, maar er is ook Geerdink de activiste. Laatstgenoemde zet zich in voor de Koerden en vertoont daarbij sympathie voor de Koerdische terreurgroep PKK op haar blog ‘Kurdish Matters’ (Koerdische Zaken). Hierbij provoceert ze ook steevast, een recent voorbeeld is toen zij de Turkse stad Diyarbakır en hun voetbalclub Diyarbakırspor, respectievelijk het Oud-Griekse ‘Amed’ en ‘Amedspor’ bleef noemen. Ultranationalistische Koerden weigeren namelijk Turks te praten en gebruiken derhalve de oude benamingen van Turkse steden. Het is te vergelijken met het gebruiken van de naam Trajectum en FC Trajectum voor Utrecht en FC Utrecht door (pak hem beet) Nederturken. Want net als de Turken niks te maken hebben met de Romeinen (van waar de Latijnse naam Trajectum komt), hebben Koerden niks te maken met de Grieken uit de Oudheid. Dit wordt dus gezien als een pesterijtje door de Koerden, waar Geerdink (kinderachtig genoeg) aan meedoet.

In andere artikelen van haar hand, heeft Geerdink eerder gesteld dat PKK geen terroristen zijn, maar opkomen voor de rechten van de onderdrukte Koerden in Turkije. En dat zij teleurgesteld zou zijn als PKK zou stoppen met geweld tegen onschuldige Turkse burgers.

Net zoals wij niet langer accepteren dat mensen het gebruik van geweld door IS en Al Qaeda promoten en zelfs verheerlijken, moeten wij eigenlijk hier structureel werk van maken en hetzelfde toepassen voor alle terreurorganisaties. Doordat Nederland onderscheidt maakt tussen terreurorganisaties, ook al zijn in dit geval zowel PKK als IS/Al Qaeda door de Europese Unie erkende terreurgroepen, ontbreekt de standvastigheid en consistentie. Er ontstaat ook polarisatie omdat veel Nederturken het opmerkelijk vinden dat IS wel actief bestreden wordt, maar PKK kennelijk ondersteund wordt (getuige de acties van Geerdink).

Met deze acties keren veel Nederturken zich steeds meer tegen de Nederlandse maatschappij, getuige de vele teksten op Nederturkse fora. Veel Turken vragen zich af waarom Nederland steunt verwacht in de strijd tegen IS/Al Qaeda, maar zelf helemaal niks doet tegen PKK en zelfs Geerdink verdedigt. Willen we de voedingsbodem voor anti-Nederlandse retoriek wegnemen, dan moeten we eens kritisch naar ons beleid kijken. Indien wij standvastig en consistent handelen ten opzichte van terreurgroepen, zonder onderscheid te maken naar de etnische afkomst van hun slachtoffers, dan komen we al een heel eind. 

Dit artikel verscheen eerder op 12-02-2015 in Trouw op pagina 21

Wil je meer van dit soort artikelen van Instituut voor Turkse Studies (ITS)? Steun ons dan voor maar 5 euro per maand, neem voor meer informatie contact op via [email protected].  

Het bericht Waarom IS bestrijden maar de PKK niet? verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Waarom er geen Turkse lobby is https://www.turks.nl/opinie/waarom-er-geen-turkse-lobby-is Thu, 05 Feb 2015 22:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2015/02/05/waarom-er-geen-turkse-lobby-is/ [caption id="attachment_7528" align="alignnone" width="1200"]Anadolu AgencyTurken demonstreren tegen 'genocidemonument'[/caption]

Erg vaak krijg ik van Turken in Nederland te horen dat er behoefte is aan een sterke Turkse lobby in Nederland. Daarbij wordt vaak verwezen naar de ongeveer 20.000 Armeniërs in Nederland die een veel sterkere lobby hebben, alsmede naar de ongeveer 40.000 Koerden in Nederland die een eveneens erg sterke lobby hebben.

Het bericht Waarom er geen Turkse lobby is verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Nu is het antwoord eigenlijk erg simpel. Deze is namelijk tweeledig. Ten eerste hebben Armeniërs en Koerden een overkoepelend orgaan van al hun verenigingen in Nederland: FAON (Federatie Armeense Organisaties Nederland) en FedKom (Federatie Koerden in Nederland). Turken in Nederland hebben dat niet, wel hebben ze talloze politieke federaties die elkaar vaker boycotten dan met elkaar samenwerken.

Door deze politieke verdeeldheid onder Turken hebben veel initiatieven om een overkoepelend orgaan te vormen, het helaas niet gehaald. Deze laksheid gaat gepaard met een overbodig geloof dat de Turkse ambassade in Nederland alle Turken zou moeten verenigen, wat echter in tegenspraak is met een onafhankelijk maatschappelijk initiatief.

Daarnaast is er nog een immens groot probleem: Turken hebben geen ‘geefcultuur’. Met een geefcultuur wordt bedoeld het doneren van geld aan goede doelen. Omdat zowel de Turkse cultuur als de islam erg gericht zijn op delen en gastvrijheid, vergeet men vaak dat het doneren van geld wel van belang is voor maatschappelijke ontwikkeling.

Uit een onderzoek van European Values Study gedurende 2008-2009 blijkt namelijk dat 99% van de Turken zichzelf als “religieus” kenmerkt, 40% daarvan regelmatig een gebedshuis bezoekt maar dat slechts 1% daarvan vrijwilligerswerk doet voor hun gebedshuis. Niet-religieus vrijwilligerswerk doet het niet veel beter met 5%. Zelfs de Turken die geen vrijwilligerswerk doen, doneert bijna nooit geld aan een goed doel.

Ter vergelijking: 49% van de Nederlanders kenmerkt zichzelf als “religieus”, 24% daarvan bezoekt regelmatig een gebedshuis maar daartegenover doet 12% van de Nederlanders vrijwilligerswerk voor hun gebedshuis terwijl nog eens 45% van de Nederlanders niet-religieus vrijwilligerswerk doet. Turkije staat hiermee met beide percentages aan vrijwilligerswerk helemaal onderaan. Zelfs Italië doet het met 82% religieuze inwoners, 50% kerkgangers maar toch 7% religieus vrijwilligerswerk en 20% niet-religieus vrijwilligerswerk veel beter dan Turkije.

Nu heeft Turkije geen cultuur waarin vrijwilligerswerk (zoals in een asiel, een lobbygroep, mensenrechtenorganisaties et cetera) centraal staat, iets wat wel het geval is bij Turkse minderheden. Juist hierdoor zijn Koerden, ondanks hun numerieke lage aantal, erg aanwezig in Turkse mensenrechtenorganisaties. En zelfs de mensen die geen vrijwilligerswerk doen, doen toch van zich spreken door genereus geld te doneren aan die goede doelen. Ook dit doen Turken vaak niet.

Zelfs in een land als Nederland, waar een gift aan een goed doel 125% fiscaal aftrekbaar is (en in sommige gevallen 150%), gebeurt dit opvallend weinig. Wanneer men aan Turken vertelt dat hun gift minstens 125% en onder bepaalde voorwaarden zelfs 150% (dus een hoger bedrag dan wat men eigenlijk heeft gedoneerd) aftrekbaar is van de belastingdienst, gelooft vrijwel geen enkel persoon het. Toch is het zo en het is aan ons om hier meer bekendheid aan te geven.

Het is namelijk van de zotte dat ongeveer een half miljoen Turken geen adequate faciliteiten voor henzelf kunnen realiseren zonder hulp van buitenaf (subsidies van Nederland of stimulans vanuit Turkije). Tenslotte zouden een half miljoen Turken maandelijks vijf euro kunnen doneren en zo een budget van 2,5 miljoen euro per maand (!) kunnen realiseren. Een geldbedrag wat andere lobbygroepen alleen per vijf jaar kunnen realiseren. Met een dergelijk geldbedrag zouden Turken hun eigen kranten, televisiezenders, scholen, onderzoeksinstituten et cetera kunnen realiseren. 

Helaas gebeurt dit veel te weinig. Ik weet vanuit mijn eigen functie bij het Instituut voor Turkse Studies (ITS) dat er maar weinig donaties vanuit de Turkse gemeenschap zijn. Dat terwijl ITS een door de Nederlandse belastingdienst erkende Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) is, en door de giften meer onderzoek zou kunnen verrichten om tegenwicht te bieden aan de gebrekkige onderzoeken zoals van Motivaction.

Het bericht Waarom er geen Turkse lobby is verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Een Nederlandse aangelegenheid, of een Turkse? https://www.turks.nl/opinie/een-nederlandse-aangelegenheid-of-een-turkse Sat, 10 Jan 2015 22:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2015/01/10/een-nederlandse-aangelegenheid-of-een-turkse/ [caption id="attachment_7358" align="alignnone" width="1119"]Anadolu AgencyMinisters van Buitenlandse Zaken van Nederland en Turkije[/caption]

Door de aanslag in Parijs is iedereen in rep en roer. Stel nu dat een Nederlandse blogger in Frankrijk zou stellen dat de daders eigenlijk geen “terroristen” zijn, maar “opkomen voor de rechten van de onderdrukte moslims in Europa”. En dat hij (of zij) “teleurgesteld zou zijn als IS en/of Al Qaeda zou stoppen met geweld”? Zou Koenders dan ook stellen dat Frankrijk deze blogger met een Nederlandse paspoort niet mag oppakken omdat het om “journalistieke vrijheid” gaat?

Het bericht Een Nederlandse aangelegenheid, of een Turkse? verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Welnu, tijdens zijn bezoek aan Turkije sprak de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Koenders, met Turkse bewindslieden. Hierbij zei hij dat Turkije zich niet mag bemoeien met Nederlandse aangelegenheden. Volgens Koenders mag Turkije zich niet bemoeien met de ongeveer half miljoen Turken die weliswaar in Nederland wonen, maar een Turks staatsburger zijn. Meteen hierna meldde Koenders dat Turkije de al bijna negen jaar in Turkije woonachtige blogger c.q. activiste Frederike Geerdink, een Nederlands staatsburger, moest vrijlaten1. En vond hij de aanhouding van schrijver Mehmet Ülger, welke zowel een Nederlands als een Turks paspoort heeft, in İstanbul ongepast. Overigens werd Ülger opgepakt voor het maken van foto’s tijdens een rechtszaak terwijl hem nadrukkelijk vermeld was dat het om een besloten zitting ging waarbij het maken van foto’s niet toegestaan is.

Deze dubbele tong van Koenders heeft veel weg van het spreekwoord “Having your cake and eating it too”. Koenders eist dus dat Turkije zich niet bemoeit met Turkse staatsburgers die in Nederland woonachtig zijn, maar tegelijk wil hij dat Nederland zich wel kan bemoeien met Nederlandse staatsburgers die in Turkije woonachtig zijn. Maar is dit geen schoolvoorbeeld van het willen hanteren van een dubbele maatstaf?

Nu is er eigenlijk ook meer aan de hand rondom Geerdink. Zij schrijft namelijk onder meerdere petjes; er is Geerdink de blogger, maar er is ook Geerdink de activiste. Laatstgenoemde zet zich in voor de Koerden en vertoont daarbij sympathie voor de Koerdische terreurgroep PKK op haar blog ‘Kurdish Matters’ (Koerdische Zaken). Hierbij provoceert ze ook steevast, een recent voorbeeld is toen zij de Turkse stad Diyarbakır en hun voetbalclub Diyarbakırspor, respectievelijk het Oud-Griekse ‘Amed’ en ‘Amedspor’ bleef noemen. Ultranationalistische Koerden weigeren namelijk Turks te praten en gebruiken derhalve de oude benamingen van Turkse steden. Het is te vergelijken met het gebruiken van de naam Trajectum en FC Trajectum voor Utrecht en FC Utrecht door (pak hem beet) Nederturken. Want net als de Turken niks te maken hebben met de Romeinen (van waar de Latijnse naam Trajectum komt), hebben Koerden niks te maken met de Grieken uit de Oudheid. Dit wordt dus gezien als een pesterijtje door de Koerden, waar Geerdink (kinderachtig genoeg) aan meedoet. Met dit in het achterhoofd, doemt bij mij de volgende vraag op:

Zou Nederland hetzelfde eisen als een in Engeland woonachtige blogger, een Nederlands staatsburger, teksten schrijft op zijn blog-website over Osama bin Laden en Al Qaeda? Sterker nog, als die blogger schrijft dat hij (of zij) het onredelijk vindt dat Al Qaeda als “terreurorganisatie” wordt gezien omdat ze simpelweg “opkomen voor de rechten van de onderdrukte moslims in Europa”. En wat als deze blogger ook zou zeggen dat hij (of zij) “teleurgesteld zou zijn als Al Qaeda zou stoppen met geweld”? Dit schrijven in een land waar de aanslag in de metro van Londen nog vers in het geheugen staat, zou de Britten zomaar kunnen aanleiding geven om deze blogger op te pakken voor het ‘verheerlijken van terreur’. Zou Nederland dan ook moord en brand roepen? En eisen dat Groot-Brittannië per direct deze blogger vrijlaat omdat het om “journalistieke vrijheid” gaat? Ik gok van niet. Sterker nog, Nederland zou deze blogger waarschijnlijk uitleveren aan Groot-Brittannië of zelfs zelf oppakken en vastzetten onder het mom van ‘jihadronselaar’.

En wat als we nu in dit bovenstaand voorbeeldje ‘Engeland’ vervangen door ‘Turkije’, en ‘Osama bin Laden’ en ‘Al Qaeda’ door respectievelijk ‘Abdullah Öcalan’ en ‘PKK’? Want was het niet Geerdink die een stuk schreef over dat de PKK niet meer als “terroristengroep” beschreven moest worden2? En was het ook niet Geerdink die slechts enkele weken geleden zei dat zij “teleurgesteld zou zijn als PKK de wapens zou neerleggen”3. Is het dan niet het goed recht van Turkije om iemand voor het ‘verheerlijken van terreur’ op te pakken? Vooral als die persoon het heeft over een bloedige terreurgroep die al ruim 50.000 doden op zijn geweten heeft? En nog steeds is de PKK erg actief, eind 2014 werden de hoofdcommissaris van de politie, zijn assistent en een politiechef onder vuur genomen. Het resultaat: een zwaargewonde hoofdcommissaris en twee doden, de assistent en de politiechef. Iemand die impliceert dat ze dit toejuicht, moet toch wel even een verklaring afleggen op het politiebureau? Zij kan zich dan toch niet verschuilen achter haar beroep? Wat heeft Nederland dan hiermee te maken? Zou men in Nederland ook opgekomen zijn voor Geerdink als zij hetzelfde over IS en/of Al Qaeda had gesteld?

Indien Nederland hier structureel werk van wil maken, dan verwacht ik dat Nederland binnenkort ook opkomt voor die fictionele blogger uit Engeland. Dat zou pas standvastig en consistent zijn.

1. http://www.nu.nl/politiek/3967607/koenders-noemt-in-turkije-intimidatie-journalisten-onacceptabel.html
2. http://www.journalistinturkey.com/stories/politics/stop-labelling-pkk-fighters-as-terrorists_2350/
3. http://kurdishmatters.com/2014/12/05/a-permanent-ceasefire-now-id-be-disappointed/

Het bericht Een Nederlandse aangelegenheid, of een Turkse? verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Turkse kritiek & dubbele maatstaf van Nederland https://www.turks.nl/opinie/turkse-kritiek-dubbele-maatstaf-van-nederland Mon, 01 Dec 2014 22:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/12/01/turkse-kritiek-dubbele-maatstaf-van-nederland/ [caption id="attachment_7061" align="alignnone" width="1200"]Collega's Koenders & Cavusoglu[/caption]

Turkije vindt dat Nederland “xenofobisch, islamofobisch en racistisch” is tegen Nederturken (de Turken in Nederland). Vice-premier Lodewijk Asscher van de PvdA, tevens als minister verantwoordelijk voor Integratie, reageerde als door een wesp gestoken en noemde “de aantijgingen ongeïnformeerd, onjuist en ongepast”. Ook werd de Turkse verklaring gezien als bemoeizucht van een buitenlandse mogendheid in het Nederlandse interne beleid. Twee punten zijn hierbij echter merkwaardig.

Het bericht Turkse kritiek & dubbele maatstaf van Nederland verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Was het niet Nederland dat Putin aansprak op zijn homobeleid in februari 2014? En was het niet Nederland dat Turkije eerder aansprak op de behandeling van christenen, Koerden en andere minderheden? Vond Asscher dat toen geen “bemoeizucht van een buitenlandse mogendheid in het interne beleid van een ander land”? Vanwaar deze dubbele maatstaf die wij hanteren? Waarom mag Nederland wel kritiek hebben op het binnenlandse beleid van andere landen, maar mogen die landen geen kritiek hebben op het binnenlandse beleid van Nederland? Is dat niet regelrecht hypocriet?

Het tweede punt is wellicht nog belangrijker. Is de kritiek van Turkije op Nederland onterecht? Niet volgens de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) van de Raad van Europa. ECRI schreef op 13 oktober 2013 al dat Nederland niet genoeg deed tegen racisme en islamofobie. Ook het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken hekelde de situatie in Nederland in januari 2014. De kritiek op Nederland is dus niks nieuws. En eigenlijk is de kritiek ook terecht. In Nederland worden Nederturken als tweederangs behandeld. Of het nu Groenlinks-politicus Bas van Nugteren is die bij een conferentie van de Universiteit Utrecht vraagt of “het publiek uit Turken of Nederlanders bestaat” en de opmerking “Het zijn allemaal Nederlandse burgers” met hoongelach beantwoordt, of twee PvdA-Kamerleden die in media gebombardeerd worden tot “Turkse Kamerleden” terwijl het om Nederlandse burgers gaat. Het is zeker aanwezig. Men hoeft alleen maar een willekeurig online krantenartikel over Turkije aan te klikken om in de commentaarsectie discriminerende zinnen te lezen over Turken. De reactie “Het ruikt daar nu vast naar verbrand kebab-vlees” over de Amsterdamse crash van Turkish Airlines in 2009, waarbij negen mensen omkwamen bij een brand, staat me nog helder bij.

D66-politicus Pechtold meldde in 2009 al dat Nederland eigenlijk helemaal niet tolerant is, maar eigenlijk gewoon onverschillig. Onverschillig totdat wij zelf op onze tenen worden getrapt. Kritiek op het beleid in Nederland wordt gezien als kritiek op Nederland zelf. Dat terwijl Nederland juist een actief buitenlandse beleid met als kern het bekritiseren van het binnenlandse beleid van andere landen. Kritiek vanuit Nederland op andere landen wordt door veel mensen als vanzelfsprekend en gewoon gezien. Nu sommige van die landen economisch en politiek gezien in opkomst zijn en hun tanden durven te tonen, reageert Nederland door te stellen dat een buitenlandse mogendheid zich niet mag bemoeien met het interne beleid van een land. Waarom niet eigenlijk? Nederland bemoeide zich met het binnenlandse beleid van, pak hem beet, Rusland. En dat waren niet eens Nederlandse burgers. In het geval van Turkije bemoeit het Anatolische land zich met Nederlandse burgers die ook nog eens Turkse staatsburgers zijn. Turkije heeft dus een gegronde reden om op te komen voor die burgers. Welke redenen had Nederland in Rusland? Geen eigenlijk. Dus waarom vonden we die kritiek geen punt maar schreeuwen we nu van de daken dat Turkije geen kritiek mag hebben op Nederland?

Want laten we wel zijn en eens inhoudelijk kijken naar die kritiek. Er is racisme in Nederland, dat zeker. Dit is heel wat anders dan de stelling dat “alle Nederlanders racistisch zijn”, dat zeker niet. Maar laten we onze ogen niet sluiten voor de werkelijkheid en er juist iets aan doen.

Dit stuk verscheen eerder in de NRC.

Het bericht Turkse kritiek & dubbele maatstaf van Nederland verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Turken steunen IS niet, maar zijn faliekant tegen PKK https://www.turks.nl/opinie/turken-steunen-is-niet-maar-zijn-faliekant-tegen-pkk Thu, 20 Nov 2014 22:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/11/20/turken-steunen-is-niet-maar-zijn-faliekant-tegen-pkk/  Turken steunen IS niet, maar zijn faliekant tegen PKK Met veel commotie zijn de twee Turks-Nederlandse Kamerleden Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk uit de PvdA-fractie van de Tweede Kamer gestapt…

Het bericht Turken steunen IS niet, maar zijn faliekant tegen PKK verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Anadolu Agency

 Turken steunen IS niet, maar zijn faliekant tegen PKK

Met veel commotie zijn de twee Turks-Nederlandse Kamerleden Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk uit de PvdA-fractie van de Tweede Kamer gestapt (of eruit gezet; dit is nog onduidelijk). Dit omdat ze vonden dat hun eigen minister Lodewijk Asscher een “uitsluitingspolitiek” ten opzichte van Nederlandse Turken (Nederturken) voerde. Asscher had namelijk besloten Turkse organisaties in Nederland onder de loep te nemen na de onrust die het onderzoek van Motivaction veroorzaakt had. De resultaten van dit onderzoek waren namelijk zorgwekkend. Zo zouden Turkse jongeren in Nederland massaal IS steunen, een islamitische terreurbeweging die vooral actief is in Irak en Syrië.[1]

Nu moeten er echter bij dit onderzoek enkele kanttekeningen gezet worden. Zo is dit onderzoek gedaan onder “slechts” 300 jongeren waardoor het niet echt representatief is. Vrijwel meteen na het nieuwsbericht, kaartten verschillende Turkse insiders dan ook aan dat ze zich totaal niet konden vinden in de bevindingen van dit onderzoek. Dit blijkt ook uit de cijfers van de AIVD: er zijn vanuit Nederland vrijwel uitsluitend Arabieren en bekeerde autochtonen naar Syrië vertrokken.[2] Minstens 160 zijn afgereisd naar Syrië om daar te strijden, dan wel voor IS of PKK, 20 daarvan zijn al omgekomen. Het overgrote deel hiervan komt uit Den Haag en Arnhem, twee steden waar in elk een zeer grote groep Koerden woonachtig is.

Hieruit blijkt ook meteen waar de schoen wringt voor de Turken in Nederland. Koerden die vanuit Nederland vertrekken om zich aan te sluiten bij de Koerdische terreurorganisatie PKK, worden gedoogd en vaak als helden bestempeld in de media. Zo werd de Nederlandse Koerd Yusuf Koçer beschreven als een “groot man die streed voor de hele vrije wereld”.[3] Dat terwijl de PKK sinds 1979 verantwoordelijk is voor ruim 50.000 doden, voornamelijk Turkse burgers. Nu IS en PKK de strijd tegen elkaar zijn aangegaan, kiezen veel Turken voor “de minst ergste van de twee partijen”. Want waar de PKK al bijna veertig jaar terreuraanslagen pleegt in Turkije en daarbuiten, is IS nog vrij nieuw en richt het zich vooral op andere doelen. De gemiddelde Turk heeft dus meer te vrezen van de PKK dan IS.

De aanwezigheid van PKK-geweld is ook in Nederland te zien. In 2011 werden vijf Koerden gearresteerd in Amsterdam nadat ze Turkse jongeren hadden belaagd. Hetzelfde jaar werden Turkse moskeeën en winkels beklad met ‘PKK’ en belaagd met molotovcocktails. Ook nu de strijd tussen de PKK en IS intensifieert in de Syrische stad Ayn al-Arab (door Koerden ‘Kobani’ genoemd), terwijl Turkije militair niet intervenieert, is de sfeer tussen Koerden en Turken grimmig geworden. Volgens een onderzoek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie zijn er naar schatting 22 Nederlandse Koerden vertrokken om te strijden namens de PKK.[4] Eén daarvan was Yusuf Koçer.[5] Maar deze gebeurtenissen staan niet op zichzelf, veel Turken in Nederland krijgen steevast te maken met bedreigingen door de PKK en zien sympathie voor Koerden als een doorn in hun oog.

Dat PKK-topfunctionaris Salih Müslim afgelopen zondag in Amsterdam een toespraak mocht houden, is voor veel Turken te vergelijken met Osama bin Laden die een toespraak mag houden.[6] Het is dan ook extra wrang dat de PKK gedoogd wordt in Nederland. Vooral als men het vergelijkt met Duitsland, waar deze week de politieke onschendbaarheid van parlementariër Nicole Gohlke werd opgeheven zodat ze strafrechtelijk vervolgd kon worden voor het uitvouwen van de PKK-vlag. Dit werd geïnterpreteerd als “verheerlijken van PKK-terreur”. In Nederland zijn er ook Kamerleden die openlijk sympathie vertonen met de PKK, maar zonder enige consequenties. Zo ontstond er commotie onder Turkse Nederlanders toen foto’s van SP-Kamerlid Saadet Karabulut in een Koerdische vereniging in Amsterdam opdoken in 2012. Deze vereniging was kort daarvoor door de AIVD gebrandmerkt als een PKK-filiaal in Nederland.[7] Ook Harry van Bommel (eveneens SP-Kamerlid) werd gesignaleerd toen hij de dood van Sakine Cansız, één van de oprichtsters van de terreurorganisatie PKK, herdacht in 2014. Voor veel Turken is dit te vergelijken met het herdenken van de dood van Osama bin Laden. Beide Kamerleden hoefden zich niet te verantwoorden hiervoor. Dit zet, logischerwijs, veel kwaad bloed bij de Nederturk.

Dat IS nu de strijd aangaat met de PKK en daarbij veel kopstukken, zoals PKK-topterrorist Bahoz Erdal, ombrengen in Kobani, wordt door veel Turken gezien als een opluchting.[8] Mede omdat de PKK ten eerste een groter gevaar is voor de gemiddelde Turk, ten tweede omdat de PKK al bijna een halve eeuw Turkse burgers als doelwit heeft, en ten derde door het gedoogbeleid (en zelfs sympathie) van Nederland ten opzichte van de PKK. Tussen deze twee terroristische organisaties is IS voor veel Turken “de minst ergste van de twee”.

[1] http://www.nu.nl/politiek/3925730/asscher-noemt-opvatting-turkse-jongeren-verontrustend.html

[2] http://www.omroepwest.nl/nieuws/07-11-2014/al-160-jihadisten-vanuit-nederland-naar-syri%C3%AB-irak-vertrokken

[3] http://www.volkskrant.nl/dossier-islamitische-staat/koerdische-strijder-yusuf-kocer-was-een-groot-man~a3787186/

[4] http://www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/integratie-en-radicalisme-onder-turkse-nederlanders-en-turkse-duitsers.aspx

[5] http://www.volkskrant.nl/dossier-islamitische-staat/nederlandse-koerd-omgekomen-in-strijd-tegen-is~a3787089/

[6] http://www.ad.nl/ad/nl/1013/Buitenland/article/detail/3786608/2014/11/09/Kobani-is-uitgegroeid-tot-symbool-voor-democratie.dhtml

[7] http://www.at5.nl/artikelen/70319/subsidie-koerdisch-centrum-stopgezet

[8] http://www.ahaber.com.tr/Dunya/2014/11/10/isid-bahoz-erdali-oldurduk

Dit stuk is (in een aangepaste versie) verschenen in NRC Handelsblad op 19-11-2014

Het bericht Turken steunen IS niet, maar zijn faliekant tegen PKK verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
De Slag om Kobani: Ultranationalistische Koerden vs extreemorthodoxe soennieten https://www.turks.nl/opinie/de-slag-om-kobani-ultranationalistische-koerden-vs-extreemorthodoxe-soennieten Sun, 19 Oct 2014 21:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/10/19/de-slag-om-kobani-ultranationalistische-koerden-vs-extreemorthodoxe-soennieten/ Anadolu Agency

Er wordt momenteel hevig gevochten in de Noord-Syrische stad Ayn al-Arab, beter bekend onder de naam ‘Kobani’. De strijd gaat tussen PKK-strijders enerzijds en IS-strijders anderzijds.

Het bericht De Slag om Kobani: Ultranationalistische Koerden vs extreemorthodoxe soennieten verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
De PKK is een terroristische organisatie met vooral Koerden als leden, terwijl IS een extreemislamitische organisatie is met vooral soennitische moslims als leden. De PKK wordt door Nederland, Turkije, de Verenigde Staten maar ook de Europese Unie erkend als een extreemgewelddadige terreurgroep. Ook IS wordt als zodanig erkend.

Waar de PKK de nadruk legt op ultranationalisme onder Koerden, benadrukt IS de extreemorthodoxe vorm van de soennitische islam. De stad Ayn al-Arab is nu het toneel geworden van de harde strijd tussen de twee groepen. Eerder voerde IS de boventoon door in Noord-Irak, waar de Koerden een autonome regio hebben, de Koerden van de kaart te vegen. Hierbij lieten ook vele Turkmenen het leven door het geweld van IS, dit omdat Turkmenen de sjiitische leerweg van de islam volgden en de IS deze stroming als ketterij ziet.

Ook in Noord-Syrië lijken de Koerden aan de verliezende hand, ondanks de vele honderden vrijwillige Koerden die naar Ayn al-Arab trekken om de PKK te helpen.[1] Door het dreigende verlies, bombarderen Amerikaanse vliegtuigen steevast de IS-kampen die de stad aan het belegeren zijn. Maar omdat dit niet genoeg lijkt te zijn om IS tegen te houden, wil de PKK steun van het Turkse leger.[2] Ayn al-Arab ligt namelijk vrij dicht tegen de Turks-Syrische grens, hetzelfde gebied waar de Syrische Koerden kort geleden hun onafhankelijkheid uitriepen van de Syrische hoofdstad Damascus waar nu al jaren een burgeroorlog woedt tegen het regime van de Syrische president Al-Assad.

De roep om hulp aan Turkije komt voor velen echter als een verrassing. De PKK is sinds de jaren ’70 verantwoordelijk voor de dood van ruim 50.000 Turkse burgers en de nationaalsocialistische koers van de PKK heeft gezorgd voor veel haat en wantrouwen tussen de twee bevolkingsgroepen (Turken en Koerden). De nationaalsocialistische koers van de PKK wordt gekenmerkt door het marxisme en een extreme vorm van Koerdisch nationalisme.

Door dit verzoek van de PKK is Turkije in een lastig parket terechtgekomen. Door de PKK te helpen, zal Turkije zichzelf hinderen omdat de PKK zich na de strijd tegen IS weer op Turkije zal richten. Turkije is het terreurgeweld van de PKK tegen onschuldige burgers nog lang niet vergeten. Aan de andere kant wil Turkije graag het westen helpen in de strijd tegen IS maar ook de Syrische president Al-Assad van het toneel hebben. De ontvoering van 49 Turkse diplomaten door IS in juni 2014 en de bomaanslag in Reyhanlı, Hatay waarbij 52 Turken omkwamen en 146 gewond raakten in mei 2013, hebben ervoor gezorgd dat ook Turkije IS als de vijand beschouwt. De bomaanslag in Reyhanlı was zelfs de meest bloedigste aanslag in de geschiedenis van de Republiek Turkije en hierop zette Turkije IS op de terreurlijst.

Hierdoor bekijkt Turkije de situatie tussen de PKK en IS met argusogen; welke van de twee ook overwinnen, beide groepen kunnen zich daarna richten op Turkije als de nieuwe vijand. De Turkse Kamer heeft dan ook ingestemd met een motie die militair ingrijpen in Syrië mogelijk maakt. Toch staat Turkije niet te popelen om de 5.000 PKK-strijders te helpen in hun strijd tegen naar schatting 20.000 tot 80.000 IS-strijders. Vooral nu blijkt dat IS ook beschikt over op het Syrische leger buitgemaakte straaljagers.[3] Analisten verwachten dat deze gebruikt kunnen worden tegen de Amerikaanse luchtaanvallen. Eerder was al bekend dat IS beschikte over tanks en zware wapens, die ze buitgemaakt hadden op het Irakese en Syrische leger.[4] Mede hierdoor heeft IS momenteel een snelle opmars in Irak en Syrië.

Voor de Koerden lijkt de strijd de verschillende partijen samen te brengen. Lange tijd woedde er een burgeroorlog tussen Koerden, waarbij de Koerdische Democratische Partij (KDP) van de Iraaks-Koerdische Barzani als de grootste vijand van de PKK gold. In Irak leidde dit ertoe dat Noord-Irak werd opgedeeld in twee Koerdische zones; één voor de KDP van Barzani en één voor de PUK van Talabani. Deze Koerdische burgeroorlog, die vooral tussen 1994 en 1997 duizenden levens eiste, lijkt nu op een laag pitje te staan. Dit komt de PKK goed uit, maar tegelijkertijd zijn mensen ook bang dat de PKK deze periode gebruikt om zichzelf opnieuw te bewapenen. Mede hierdoor weigerden Nederland en Turkije de PKK wapens te geven voor hun strijd tegen IS.[5] Duitsland wil de PKK nu wel bewapenen, iets wat meteen het PKK-geweld in Turkije heeft doen oplaaien.[6] Zo heeft PKK-leider Abdullah Öcalan vanuit zijn Turkse gevangenis gedreigd met nieuwe terreuraanslagen. Hierop zijn bij rellen in Turkije al ruim 350 gewonden en minstens 30 doden gevallen, waaronder twee hooggeplaatste Turkse politiefunctionarissen.[7] Daarnaast worden ook Turkse musea aangevallen door PKK-Koerden.[8]

Toch behandelt Turkije de in Ayn al-Arab gewond geraakte PKK-strijders in Turkse ziekenhuizen.[9] Ook heeft Turkije naar schatting al ruim 185.000-200.000 (vooral Koerdische) Syriërs opgevangen die vluchten voor het geweld van zowel de PKK als IS.[10] Aan de andere kant heeft de aanval van de PKK op een politiepost in Tunceli alsmede de beschieting van een politiepost in Dağlıca, Hakkari, gezorgd voor een Turkse tegenreactie. Turkse straaljagers hebben namelijk posities van de PKK bestookt.[11] Waarom de PKK in deze moeilijke periode waarin ze het onderspit delven tegen IS, er toch voor kiest om na een twee jaar durende wapenstilstand de strijd tegen Turkije weer op te pakken, is moeilijk te begrijpen. Aan de andere kant weet de PKK dat Turkije een veel genadigere vijand is dan IS en probeert het zo de strijd tegen IS onder de aandacht te krijgen. IS implementeert namelijk de tactiek van etnische zuiveringen en laat geen overlevenden achter. Turkije daarentegen staat bekend om de humanitaire hulp die het biedt, zelfs aan PKK-terroristen. Zo werden in het verleden ook al opgepakte gewonde PKK-leden behandeld in Turkse ziekenhuizen en kregen ze daarna een eerlijk proces.

Ook  voor Turkije is de keus tussen de PKK en IS geen gemakkelijke. De PKK is al bijna 40 jaar bezig met terreuraanslagen in Turkije en heeft ruim 50.000 burgers omgebracht. Aan de andere kant is ook IS niet van plan om de Turken met rust te laten, gezien de etnische massamoord op Turkmenen in Irak. Het feit dat IS meer geld, meer mankrachten, meer wapens en meer daadkracht lijkt te hebben dan de PKK, heeft Turkije een lichte voorkeur voor IS. Dit werd duidelijk toen Turkije voorstelde veilige zones in te stellen in Noord-Syrië vlakbij de Turks-Syrische grens. In deze zones zouden, onder andere, Turkse militairen de gebieden waar relatief veel mensen wonen moeten beschermen tegen IS.[12] Deze zones zouden volgens de Turkse premier Ahmet Davutoğlu vanuit Turkije ingericht en bestuurd moeten worden.

Toch krijgt Turkije veel kritiek voor zijn afwachtende houding. Dit bleek onder andere ook toen Turkije ongeveer 200 PKK-strijders die vanuit Ayn al-Arab naar Turkije waren gevlucht, voor verhoor had vastgezet.[13] Deze 200 strijders bleken eerder terreuraanslagen in Turkije te hebben voorbereid en hadden zware wapens bij zich toen ze Turkije invluchtten vanuit Ayn al-Arab. Dat Turkije van de 200.000 vluchtelingen er slechts 200 voor verhoor vasthield (slechts 0,1% van het totaal), mocht niet baten. Koerden waren er als de kippen bij om Turkije te beschuldigen van “anti-Koerdisch gedrag”. Dit is echter allemaal een belangrijk onderdeel van het Koerdisch proces van identiteitsvorming. De strijd van de Koerden tegen IS heeft de Koerden momenteel op de kaart gezet en veel media-aandacht gegenereerd. Dit is deels het werk van het goedgeorganiseerde persbureau van de PKK. Want alhoewel Ayn al-Arab onder Koerden wordt aangeduid met ‘Kobani’ en momenteel het symbool van Koerdisch verzet is geworden, is het van oorsprong geen Koerdische stad.

Ayn al-Arab stamt uit 1912 toen het nog deel uitmaakte van het Osmaanse Rijk, de voorganger van de Republiek Turkije uit 1923, en gebouwd werd als een tussenstop van de Konya-Bagdad-spoorlijn. Omdat de stad meteen een sterke bloei meemaakte door de goede verbinding met het treinspoor, kreeg de stad de naam Ayn al-Arab of ‘de lente van de Arabieren’. In 1915 vestigden veel Armeniërs zich in de stad. Door de Ierse journalist Patrick Cockburn, die in 2013 de prijs voor beste buitenlandcorrespondent won, werd in de Britse veelgelezen krant The Independent een geheel onjuist verhaal vermeld over de Armeniërs. Volgens Cockburn waren deze Armeniërs in 1915 gevlucht voor de Osmaanse strijdkrachten en hadden zich net over de grens in Syrië gevestigd. Dit is echter onmogelijk daar Syrië tot 1918 de facto en zelfs tot 1920 de jure een provincie was van het Osmaanse Rijk. Er was dus op dat moment in 1915 helemaal geen grens tussen het Osmaanse Rijk en Syrië, wat het erg ongeloofwaardig maakt dat Armeniërs daarheen waren gevlucht. Het lijkt veel aannemelijker dat Armeniërs zich daar gevestigd hebben uit vrije wil.

Na de Arabische en Armeense invloeden, kreeg de stad in recente jaren ook een Koerdische invloed. De Koerden noemden de stad ‘Kobani’ als verbastering van het bedrijf ‘Baghdad Railway Company’. Company is uiteindelijk verworven tot ‘Kobani’, welke thans door de Koerden nog steeds wordt gebruikt. De stad is pas belangrijk geworden toen IS de aanval opende en de buitenwijken bezette. In de huidige turbulente periode werd Ayn al-Arab pas Kobani; nu Koerden vanuit de hele wereld naar de stad komen om vrijwillig tegen IS te strijden, maar ook omdat de stad nu sterk ‘koerdificeerd’ is.

Deze koerdificatie blijkt uit het feit dat Koerdische gezaghebbers honderden jongemannen onder de leeftijd van 30 jaar hebben gedwongen om mee te vechten met de Koerden tegen IS, ongeacht hun afkomst. Tevens werd door Koerdische gevechtseenheden een soort ‘militaire dienstplicht’ ingevoerd in Kobani. Onder het mom van deze ‘dienstplicht’ worden jonge kinderen uit hun ouderlijke huizen gehaald in gebieden ten oosten van Kobani, maar ook Kobani zelf. De door de Koerden gecontroleerde politie draagt de jongeren vervolgens over aan Koerdische strijders. Deze strijders houden de jongelingen vast in scholen waar zij naast militaire training ook propagandalessen ontvangen waardoor ze zich identificeren met de Koerdische zaak.[14] Deze tactiek van kindontvoeringen komt ook vaak voor onder de PKK in Turkije, waar kinderen uit de dorpen naar de bergen ontvoerd worden om daar na een lange indoctrinatie ingezet te worden als kindsoldaat tegen Turkse veiligheidstroepen, en de PKK in Nederland[15]. De Koerdische militaire dienstplicht in Kobani en omstreken is zonder een wettelijk besluit ingevoerd en daardoor in strijd met de wet. Daarnaast strookt het inzetten van kindsoldaten niet met internationale wetgeving en/of verdragen omtrent de rechten van de mens of het kind.

Volgens velen onderstreept het besluit tot gedwongen militaire dienstplicht, dat zonder precedent is, de wanhoop van de Koerdische strijders in hun gevecht tegen IS. Want ondanks de steun van mede-Koerden en de luchtsteun van een internationale coalitie onder leiding van Amerika, lukt het maar met moeite om IS uit Kobani te houden.[16] Aan de andere kant, lijken Koerden de strijd om Kobani te gebruiken om hun macht in andere gebieden van Noord-Syrië te consolideren en zelfs uit te breiden waardoor het volgend gevaar in de regio zomaar eens een Koerdisch oprukkend leger kan zijn.

Armand Sağ

17-18 oktober 2014
[1] http://www.nu.nl/buitenland/3902681/strijdende-leden-motorclub-surrender-niet-strafbaar.html
[2] http://www.nu.nl/isis/3897542/vijf-vragen-beleg-van-kobani.html
[3] http://www.nu.nl/buitenland/3905895/is-oefent-met-in-syrie-buitgemaakte-straaljagers.html
[4] http://www.nu.nl/isis/3897201/opmars-in-kobani-toont-verzwakking-koerdisch-verzet.html
[5] http://www.nu.nl/algemeen/3903307/geen-nederlandse-wapens-koerden-in-kobani.html
[6] http://www.nu.nl/buitenland/3904955/topman-duitse-cdu-sluit-wapens-pkk-niet.html
[7] http://turksnl.bitnamiapp.com/opinie/item/4309-onrust-in-turkije-omtrent-kobani.html
[8] http://turksnl.bitnamiapp.com/turkije/algemeen/item/4310-ziya-g%C3%B6kalp-museum-geplunderd-en-in-brand-gestoken-door-pkk-ers.html
[9] http://turksnl.bitnamiapp.com/turkije/algemeen/item/4311-605-ypg-ers-behandeld-in-turkije.html
[10] http://www.nu.nl/isis/3897542/vijf-vragen-beleg-van-kobani.html
[11] http://www.nu.nl/buitenland/3902796/turkije-bombardeert-doelen-van-pkk.html
[12] http://www.nu.nl/buitenland/3905081/turkije-licht-veilige-zones-in-syrie-toe.html
[13] http://www.independent.co.uk/news/world/middle-east/isis-in-kobani-turkeys-act-of-abandonment-may-mark-an-irrevocable-breach-with-kurds-across-the-region-9780941.html
[14] http://www.nu.nl/buitenland/3906532/is-strijders-in-kobani-teruggedrongen.html
[15] //www.aivd.nl/publicaties/@2961/inval-nr-pkk-melding/
[16] http://www.nu.nl/buitenland/3904218/zware-straatgevechten-in-kobani.html

Het bericht De Slag om Kobani: Ultranationalistische Koerden vs extreemorthodoxe soennieten verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Hoe vrede tot stand kan komen in Armenië https://www.turks.nl/opinie/hoe-vrede-tot-stand-kan-komen-in-armenie Sat, 18 Oct 2014 21:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/10/18/hoe-vrede-tot-stand-kan-komen-in-armenie/

Van 7 tot 15 augustus 2014 mocht ik mee naar de Armeense stad Tsaghkadzor  voor het EU-project 'Peace-building in the Caucasus'. Voor dit project vanuit de Europese Unie, kwamen veertien speciaal geselecteerde afgevaardigden uit Rusland, Portugal, Turkije, Armenië, Spanje, Georgië en Nederland bij elkaar. Ikzelf was namens Nederland daar vanuit mijn academische achtergrond als historicus en internationale betrekkingen-expert.

Het bericht Hoe vrede tot stand kan komen in Armenië verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Gedurende deze acht dagen zag ik erg indrukwekkende dingen in Armenië, gebeurtenissen die ik u niet zal onthouden en gedurende dit artikel zal uiteenzetten. Toch wil ik eerst kwijt dat Armenië een prachtig land is met een historisch gezien lange en rijke cultuur, alsmede een bevolking heeft met zeer gastvrije en vriendelijke mensen. Dit gezegd te hebben, was ik vooral in Armenië om de diplomatie te beoordelen. Een diplomatie wat Armenië eigenlijk alleen maar vijanden heeft opgeleverd in de regio. Zo zijn Azerbeidzjan en Armenië officieel nog steeds in staat van oorlog (er is alleen een wapenstilstand en geen vredesverdrag tussen de twee landen), heeft Armenië geen diplomatieke banden met Turkije en staan de betrekkingen met Georgië ook op scherp. Alleen met Iran heeft Armenië redelijk normale banden. Dit gezegd hebbende was de voornaamste vraag bij het onderzoeksproject in Armenië dus hoe vrede tot stand kan komen in Armenië.

De eerste dag (7 augustus 2014) was eigenlijk vooral een welkomstdag waarbij de verschillende deelnemers aan dit project de kans kregen om elkaar beter te leren kennen. Wat wel jammer was, was dat de deelnemers uit Turkije toen nog niet gearriveerd waren. Praktisch gezien begon het project op de tweede dag en waren de Turkse afgevaardigden ook gearriveerd. Met de respectievelijk Armeense-Luxemburgse Haykuhi en Portugese Antonio als onze begeleiders, begonnen we aan een verkenning in de stad Tsaghkadzor. De stad bleek vooral bekend te staan als een ontspanningsoord waar Armeniërs graag skivakanties hielden. De stad heette Tsaghkunyats Dzor gedurende de Middeleeuwen om hierna in de elfde eeuw de naam van de nabijgelegen kerkgemeente Kecharis (ook wel Kecharuyk) aan te nemen. Gedurende 1600 zorgde de aanhoudende invoer van Turkse nomaden ervoor dat de naam ‘Dereçiçeği’ (Bloemvallei) werd, genoemd naar de bloeiende bloemen in de vallei. De stad behoorde toen achtereenvolgens toe tot de verschillende Turkse staten in die regio, waaronder het Seltsjoekenrijk (1037-1194), Gouden Horde (1236-1479), Osmaanse Rijk (1299-1922), Timoeridenrijk (1370-1525), en vele anderen. De naam Dereçiçeği behield het tot 1947 toen de Turkse naam uit anti-Turkse en Armeense nationalistische sentimenten, vertaald werd naar het Armeens: Tsaghkadzor. Vrijwel meteen besefte ik dat ik het suffix ‘zor’ herkende van de Osmaans-Syrische valleistad Deir ez-Zor waar Armeniërs zich in 1915 massaal vestigden. Ten onrechte staat deze stad bekend als een woestijnstad, terwijl het in werkelijkheid aan de oevers van de Eufraat grenst en juist bekend staat als een uiterst groene en vruchtbare regio. Ik realiseerde me nu dat de vertaling van de stad zelfs het woord ‘vallei’ omvatte, een indicatie dat de stad inderdaad vruchtbaar was en zeer zeker geen woestijn.

Bij de rondleiding door de stad, welke pas in 1984 stadsrechten heeft gekregen, viel eigenlijk ook meteen de vijandigheid van bepaalde bewoners op. Nu was toevallig de afgevaardigde uit Rusland een Tataarse Başkırt (zowel Tataren als Başkırten/Başkurten/Basjkieren zijn Turkse stammen die leven in Rusland): Güzel. Zij was van oorsprong Tataars maar leefde in de Russische autonome regio van Başkırdistan. Ook ik was daar namens Nederland maar heb Turkse roots. Toch werden zowel Güzel als ik erg vriendelijk ontvangen, zelfs toen we meldden dat we Tataars dan wel Turks waren. Voor de Turkse afgevaardigde Hatice was dit anders. Een oudere vrouw weigerde haar te groeten omdat ze Turks was en liep boos weg nadat ze de andere deelnemers wel vriendelijk en lachend had omhelst. De haat tegen alles wat Turks was, zat sommige bewoners hoog. De eerste clash tussen Armeniërs en Turken was hiermee een feit. Het frappante was echter dat Turkije, wellicht uit verzoenende motieven, twee afgevaardigden had gestuurd die geen blad voor de mond namen. Ze spraken uitvoerig over de (in hun ogen) “Armeense Genocide” en spraken walgend over het feit dat Turkije dit niet erkende als zodanig. Voor mij kwam dit als een grote schok en samen met de Georgiërs probeerde ik toch de gulden middenweg te zoeken in de ruzie omtrent de terminologie. Zelf probeer ik de term ‘genocide’ namelijk niet te gebruiken daar het een juridische term is binnen een strikt historische discussie.

De Turkse afgevaardigden bleken echter meer een doel te hebben om Turkije te bekritiseren tijdens het project dan om onderzoek te doen in Armenië, of Turkije als afgevaardigde te vertegenwoordigen. Dit bleek nog meer op de derde dag toen we vanuit Tsaghkadzor vertrokken naar de Armeense hoofdstad Yerevan om het Regional Studies Center te bezoeken. Daar kregen we een persoonlijk gesprek met RSC-voorzitter en voormalig VS-topdiplomaat Richard Giragosian. Giragosian was hiervoor de adviseur van Bill Clinton, de toenmalige Amerikaanse president. De kamer van Giragosian hing vol met persoonlijke aanbevelingen van Bill en Hillary Clinton, maar ook Al Gore: alle drie Amerikaanse presidenten, vice-presidenten of presidentskandidaten. In dit gesprek werd door zowel Giragosian als de Turkse afgevaardigden beweerd dat Turkije de gebeurtenissen van 1915 zou kunnen erkennen als ‘een genocide’ omdat zowel de toenmalige president Abdullah Gül als de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Ahmet Davutoğlu dit tijdens een persoonlijk gesprek tegen Giragosian zouden hebben gezegd. De afgevaardigden beweerden hierop dat in feite iedereen in Turkije tegen de “ontkenningspolitiek” van de overheid is en dat iedereen de “genocide al erkent”. Ik vond de laatste uitlatingen erg pretentieus en ongefundeerd, terwijl de uitspraken van Giragosian weliswaar een kern van waarheid leken te bevatten maar desalniettemin met een korreltje zout genomen moesten worden.

Andere uitspraken van Giragosian waren namelijk dat hij een voormalig lid van Taşnak was en in zijn tienerjaren de Amerikaanse ambassade in Amerika had bekogeld met eieren en stenen. Hier schrok ik erg van, daar Taşnak een Armeense terreurgroep is die verantwoordelijk is voor de dood van vele honderdduizenden Turken en Azerbeidzjanen. Alleen al in de aanloop tot 1915 waren Taşnak (en in mindere mate de andere Armeense terreurgroep Hınçak) verantwoordelijk voor de dood van ruim 523.000 Osmaanse burgers (veelal Turken en Koerden). Dat zo iemand een dergelijke hoge functie kon bekleden in Amerika en Armenië was voor mij erg verrassend, om het vriendelijk uit te drukken. In de daarop volgende discussie heb ik zowel de stellingen van de Turkse afgevaardigden als die van Giragosian betwist met solide argumenten. Zo meldde ik dat iemand alleen maar naar de Oost-Turkse provincies Kars, Ardahan en Iğdır hoeft te gaan om de verhalen te horen van Turkse overlevenden van de Armeense Opstand van 1915 en dat zeker niet iedereen in Turkije van plan is om een “eenzijdige massamoord van Turken op Armeniërs” te erkennen. Simpelweg omdat het niet de realiteit is. Dit gold ook voor de houding van Gül en Davutoğlu omdat Erdoğan in zijn uitlatingen erg duidelijk is: hij wil een gezamenlijk onderzoek van Turkse en Armeense historici voordat hij het woord “genocide” gebruikt. Later stelde ik ook nog dat het in Turkije vrijwel onmogelijk is om als voormalig terreurlid een dergelijk hoge functie te kunnen bekleden als Giragosian in Armenië. Ook meldde ik dat ik erg schrok van het feit dat Giragosian openlijk (en met trots) kon melden dat hij een (voormalig) lid was van Taşnak. Daarbij komt nog dat in Armenië vrijwel op elke hoek en op elke markt petten, vlaggen en/of t-shirts van de terreurgroepen Taşnak, Hınçak en ASALA werden verkocht. Ook deze openlijke verheerlijking van geweld tegen Turken kaartte ik aan, waarna de groep het grotendeels met me eens was dat we alles verder moesten onderzoeken en niks voor de waarheid moesten aannemen in deze regio.

Hierna bezochten we in Yerevan verscheidene organisaties. Eén daarvan trok mijn aandacht omdat het een boek betrof met tien Turkse en tien Armeense burgers die elk hun visie op 1915 vertelden. Jammer genoeg waren alle twintig mensen het erover eens dat er massaal Armeniërs vermoord waren, zonder de eerdergenoemde 523.000 Turkse slachtoffers te benoemen. Het feit dat de tien Armeniërs in het boek bij naam werden genoemd en de tien Turkse burgers alle tien anoniem waren, deed bij mij twijfels doen ontstaan over het neutrale en betrouwbaarheid gehalte van het boek. Ook het feit dat er met geen woord werd gerept over de doden aan de Turkse zijde door toedoen van de Armeniërs, deed mij besluiten dat het boek erg eenzijdig was. Juist daarom heb ik het boek uiteindelijk aangeschaft.

De vierde dag hielden we een uitgebreide analyse van de dag ervoor, waar ik mijn kritiek op de eenzijdige informatie herhaalde. De hele groep was het uiteindelijk met mij eens dat we vooral de Armeense visie hadden geleerd en dat het nu aan ons was om ook de andere kant van het verhaal te onderzoeken. Ondertussen kwam ook naar voren dat het in Armenië gebruikelijk was om zowel de commotie met Turkije omtrent 1915 als de oorlog met Azerbeidzjan van 1991 aan te duiden als: “De strijd tegen de Turken”. Zowel Azerbeidzjanen als Turken werden gezien als één volk en afgeschilderd als de grote vijand van Armenië. Al snel bleek dat ook Russische Tataren hieronder geschaard werden en dat ‘Tataren’ vaak als synoniem werden gebruikt voor ‘Turken’. Ook van deze generalisatie schrok ik in wezen erg. Toen ook nog een afgevaardigde uit Nagorno-Karabağ kwam, Susanna, bleken de subjectieve verwijten elkaar in rap tempo op te volgen. Nagorno-Karabağ is een Azerbeidzjaanse provincie die al bijna 30 jaar bezet wordt door Armenië, tezamen met andere Azerbeidzjaanse provincies. Hiermee wordt ruim 24% van Azerbeidzjan bezet door Armeense troepen. In Nagorno-Karabağ en de overige provincies hebben Armeense troepen een massale etnische zuivering aangericht waardoor er geen Azerbeidzjanen meer woonachtig zijn in die gebieden. Ruim één miljoen Azerbeidzjaanse vluchtelingen en vele tienduizenden Azerbeidzjaanse doden hebben Nagorno-Karabağ een homogene Armeense regio gemaakt. Er wonen op een bevolking van ongeveer 150.000 bewoners in Nagorno-Karabağ, ongeveer 100 Azerbeidzjanen. Al deze Azerbeidzjanen hebben hun naam in een Armeense naam moeten veranderen en spreken vloeiend Armeens, vaak geen Azerbeidzjaans. Alleen op deze manier konden ze ontsnappen aan de dood aan de hand van Armeense soldaten tijdens de etnische zuiveringen. Andersom wonen er ongeveer tussen de 10.000 en 30.000 Armeniërs in de weinige gebieden die nog wel onder Azerbeidzjaans bestuur staan, omdat Azerbeidzjan deze minderheid met rust laat.

Toch meldde Susanna, nota bene een universitaire docente en onderzoekster aan een universiteit in Nagorno-Karabağ, dat Azerbeidzjan de echte agressor was en dat het de Azerbeidzjanen waren die nu weigerden Nagorno-Karabağ te erkennen. Eigenlijk is dit erg logisch daar Azerbeidzjan de oorlog (inclusief grondgebied en vele burgers) heeft verloren en deze eigenlijk terug wil. Hierin ziet het zich gesteund door de Verenigde Naties, die steevast resoluties aanneemt waarin de eis dat Armenië zich moet terugtrekken van Azerbeidzjaans grondgebied onderstreept wordt. Tot op heden heeft Armenië zich hier niks van aangetrokken en beschuldigt het Azerbeidzjan van een “koppige en starre houding”. Erg dubieus vond ik dit, vooral omdat ik meermaals moest aanhoren hoe Armeniërs beweerden dat in Azerbeidzjan facebook onder strikt toezicht van de Azerbeidzjaanse geheime politie stond en dat Azerbeidzjan valse social media accounts aanmaakte om Armenië te bekritiseren. Ook werd Azerbeidzjan beschuldigd van het maken van standbeelden voor moordenaars van Armeniërs, terwijl Armenië bol stond van de standbeelden van ASALA-leden die Turkse en Azerbeidzjaanse diplomaten omgebracht hadden, alleen en enkel omdat het Turken en Azerbeidzjanen waren. De Georgiërs reageerden uiteindelijk door te stellen dat de beschuldigingen die Armenië had op Azerbeidzjan, een geval waren van “de pot die de ketel verwijt zwart te zijn” daar Armenië op dat gebied erger was dan Azerbeidzjan. Na Susanna kregen we nog een lezing van twee afgevaardigden uit Zuid-Korea over het begrip ‘vrede’.

Op dag vijf was een bezoek aan een subdepartement van het Ministerie van Jeugd en Sport aan de orde. Ook dit bezoek was in Yerevan en al snel bleek hoe de situatie in Armenië was. Het was mij al opgevallen dat veel verenigingen en stichtingen in Armenië erg fanatiek nationalistisch waren. Nu bleek dat dit departement van het ministerie een budget van 145.000 dollar beheert om uit te delen aan die verenigingen en stichtingen. Ten eerste was dit een wel erg klein budget voor een land, vooral toen er gemeld werd dat de organisaties maximaal een paar duizend konden krijgen. Ten tweede waren de organisaties dus gedwongen om de staatsideologie uit te dragen, wilden ze in aanmerkingen komen om geld te ontvangen. Hiermee bleek in wezen de ijzeren hand van de staat in Armenië. Ook de grootste problemen van dit ministerie waren interessant om aan te horen: Armenië heeft het hoogste abortusgehalte ter wereld, na China. Dit omdat gezinnen alleen maar jongens willen en meisjes middels een abortus laten weghalen. Dit had onder andere een dalend bevolking als gevolg in Armenië, waardoor het ministerie vrouwen wilden stimuleren om minder lang te studeren op de universiteit en eerder al te beginnen met het baren van kinderen. Het waren vooral problemen die in Noord-Korea en China ook aanwezig waren, wat het starre regime van Armenië goed illustreerde.

Op de zesde dag waren we te gast bij een ‘anti-cafe’ waar je betaalde voor jouw aanwezigheid per uur, en binnen alles kon doen: van piano spelen tot boeken lezen tot films kijken. Het was een interessant project, met mensen die ook in Turkije waren geweest om vooroordelen weg te nemen. Vooral Arman Azizyan sprak erover dat hij in Turkije vaak voor een Turk werd aangezien en dat beide culturen erg op elkaar leken. Het was dan ook juist dit wat, naar mijn mening, benadrukt dient te worden in Armenië. Naast de culinaire gebruiken, hebben ook beide culturen namelijk veel gemeen. Op de zevende dag waren we vooral inhoudelijk bezig met het beoordelen en goedkeuren van nieuwe projecten, waarna we op dag acht een excursie naar het Sevan-meer in Armenië hadden. Dit meer heette lange tijd Gökçe, maar werd toen veranderd in Sevan wat letterlijk ‘Zwarte Van’ betekent. Dit komt doordat het vergeleken met het Van-meer in Turkije, het water van Sevan zwarter van kleur is. Armenië eist zowel de provincie Van als het Van-meer van Turkije om het te kunnen toevoegen aan Armeens grondgebied. Met de naam Sevan houdt het deze eis levend voor nieuwe generaties Armeniërs.

Na dit achtdaags project bleef ik nog één dag extra in Yerevan om ook plekken te bezoeken buiten het programma om te kijken of alles wat mij getoond was, ook een juiste weerspiegeling was van de situatie in Armenië. Dit bleek grotendeels wel het geval te zijn, maar toch vielen mij ook enkele andere dingen op: er is een ontzettende haat tegen Turken, getuigde de zin in het Nationale Museum van Armenië waarin stond dat “Turken in 1915 reageerden op de Armeense opstanden op de enige manier die de Turken weten: door alles en iedereen uit te moorden”. Het geeft de sterke anti-Turkse propaganda goed weer. Mede daarom ben ik van mening dat de enige manier om vrede tot stand te kunnen brengen in Armenië, het wegnemen van deze vooroordelen tegen Turkije en Azerbeidzjan is.

18 oktober 2014

Armand Sağ

Het bericht Hoe vrede tot stand kan komen in Armenië verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Onrust in Turkije omtrent Kobani https://www.turks.nl/opinie/onrust-in-turkije-omtrent-kobani Wed, 15 Oct 2014 14:08:24 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/10/15/onrust-in-turkije-omtrent-kobani/ [caption id="attachment_6774" align="alignnone" width="1200"]Anadolu AgencySchool in brand gestoken door pro-PKK Koerden[/caption]Op 22 september 2014 vertrok ik, via Elazığ, naar Tunceli voor een project vanuit de Europese Unie. Toen ik op 4 oktober 2014 weer vanuit Tunceli naar Elazığ terugkeerde, hoorde ik nog net over een aanval van de Koerdische terreurgroep PKK op een Turkse politiepost in Tunceli1. Echt verrast was ik niet, daar de situatie in Tunceli over de gehele periode van mijn verblijf ook op scherp stond. De sfeer was bij vlagen grimmig en de betrekkingen tussen bepaalde bevolkingsgroepen erg gespannen.

Het bericht Onrust in Turkije omtrent Kobani verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Het verbaasde mij dan ook niet dat de grimmige sfeer ertoe leidde dat er momenteel massale rellen zijn in Turkije. De rellen zijn geïnstigeerd door bepaalde Turkse Koerden met PKK-banden en extreemlinkse Turken die sympathiseren met diezelfde Koerden. Bij de rellen zijn inmiddels al ruim 350 gewonden en minstens 30 doden gevallen. Zo lieten op 8 oktober 2014 14 mensen het leven, op 9 oktober 2014 minstens zes en op 10 oktober 2014 nog eens tien. Op 10 oktober 2014 werden vanwege aanhoudende rellen verschillende universiteiten, waaronder de Universiteit van Ankara, gesloten.

In Bingöl, pal naast Tunceli, werden op 9 oktober 2014 de hoofdcommissaris van de politie, zijn assistent en een politiechef onder vuur genomen door een passerende auto2.  Terwijl de hoofdcommissaris zwaargewond raakte, lieten zijn assistent en de politiechef helaas het leven3. De drie waren bezig met een politieonderzoek bij een door relschoppers geplunderde winkel toen de aanslag plaatsvond. Het was de eerste aanslag op een hoofdcommissaris sinds 24 januari 2001. De auto met de aanslagplegers werd later achtervolgd en staande gehouden door de militaire politie. Bij de hierop volgende vuurgevechten kwamen vier van de zes inzittenden om en werden de overige twee opgepakt.

Ook in Gaziantep lieten vier mensen het leven toen twee groepen demonstranten op elkaar begonnen te schieten. Hetzelfde gebeurde in Mardin waar één persoon het leven liet. Nog eens acht mensen zijn omgekomen tijdens rellen in de stad Diyarbakır, die door Koerdische relschoppers met zijn oud-Griekse naam Amida/Amed wordt aangeduid4. De hevigheid van de rellen houdt echter nog steeds aan.

Maar wat is nu eigenlijk de kern van het probleem? De protesten in Turkije zijn vooral een punt van onvrede van Koerdische Turken en extreemlinkse Turken die steun betuigen aan de Koerden. Volgens deze groep steunt de islamistische regering van president Erdoğan de radicale strijders van IŞİD die actief zijn in Irak en Syrië. IŞİD is een soennitische groep van strijders die razendsnel gebied veroveren in Irak en Syrië en daartoe zelfs een nieuwe staat hebben uitgeroepen: Islamitische Staat. Deze door niemand erkende staat heeft inmiddels ook een kalifaat gesticht, hetzelfde kalifaat welke door de eerste Turkse president Atatürk was afgeschaft in 1924. Hierdoor hebben IŞİD-strijders ook al niet veel op met Atatürk-aanhangers.

Alhoewel er aanwijzingen zijn dat Turkije inderdaad in het verleden sporadisch steun verleende aan IŞİD, kwam dit meer door de breuk van IŞİD met Al-Qaida en het anti-Amerikaanse karakter van IŞİD. IŞİD eiste namelijk het vertrek van Amerikaanse troepen uit Irak. De mogelijke steun van Turkije aan IŞİD is momenteel echter onwaarschijnlijk door een aantal incidenten. Zo hield IŞİD sinds mei 2014 49 Turkse diplomaten en hun gezinnen gevangen in het Turkse consulaat van Irak. Deze diplomaten konden pas na 102 dagen bevrijd werden door Turkije, tegen een hoge prijs: ruim 180 door Turkije gevangengenomen IŞİD-strijders werden geruild tegen de 49 diplomaten5. Onder de vrijgelaten IŞİD-strijders waren ook twee Britten, drie Fransen en een Belg. De massale steun van Turkije aan de Koerdische regio in Noord-Irak werd hierdoor ook niet op prijs gesteld door IŞİD, daar de Koerden vooral andere stromingen binnen de islam aanhouden dan wel communistisch zijn. Mede hierdoor pleegde IŞİD op 11 mei 2013 de grootste en bloederigste aanslag in de geschiedenis van de Republiek Turkije om zo de PKK te onttronen als meest wrede terreurgroep in Turkije. Bij twee bomaanslagen in de stad Reyhanlı in de provincie Hatay (vlakbij de Syrisch-Turkse grens) kwamen 52 mensen om en raakten nog eens 146 mensen gewond. Hierdoor lijkt de steun van Turkije aan IŞİD bekoeld te zijn en richt IŞİD zich nog meer op religieuze c.q. etnische zuiveringen. Dit werd duidelijk toen IŞİD vanaf juni 2014 sjiitische Turkmenen in Irak, een etnisch aan Turken verwante groep, systematisch begon te vermoorden6. Hiermee liet IŞİD duidelijk merken zich niet te houden aan enige andere regel dan dat eenieder die niet de radicale stroming van de soennitische islam aanhoudt, uitgeroeid dient te worden.

Hiermee wordt het conflict duidelijker daar de Koerden in Noord-Syrië hun onafhankelijkheid hebben uitgeroepen tijdens de Syrische burgeroorlog en nu sterke banden hebben met de Koerdische terreurgroep PKK. De PKK is een ultranationalistische Koerdische groepering met een communistische inslag en voert al decennia een terreuroorlog tegen Turken in Turkije en Turkmenen in Irak en Syrië. Hierbij zijn al meer dan 50.000 doden gevallen. De PKK staat bekend als fel anti-Turks en richt zijn aanslagen vooral op Turkse burgerdoelen. Door hun linkse inslag staan PKK-Koerden bij IŞİD bekend als afvalligen, ketters en vijanden van de islam. Dit omdat communisme in essentie alle religies als overbodig beschouwt en het  atheïsme promoot.

Door het ultranationalistische karakter van de PKK, zien veel Koerden de strijd tussen IŞİD en Noord-Syrische Koerden als een nationale strijd. Mede hierdoor was ik in Tunceli getuige van vele tientallen Alevitische en communistische Koerden (en ook Zaza’s) die vrijwillig naar Irak en Syrië vertrokken om daar samen met de Koerden in Irak en Syrië te vechten tegen IŞİD, ondanks grote linguïstische en religieuze verschillen tussen beide groepen (Kırmancı-Koerden en Zaza’s hebben niet veel gemeen). Onze eigen buschauffeur in Tunceli vertelde dat hij samen met zijn broers ook wilde gaan strijden maar dat hij zich verslapen had. Het konvooi was met ongeveer 40 bewoners van Tunceli , inclusief zijn broers, om 6 uur ‘s ochtends vertrokken richting Irak en/of Syrië. Onze chauffeur zei dat hij dan volgende week maar zou gaan omdat er wekelijks konvooien vertrokken. Hij voegde eraan toe dat hij al goed wist hoe hij met wapens moest omgaan omdat hij vanaf kleins af aan met wapens werkte: “In deze regio, in onze cultuur, zijn wapens een essentieel deel van het dagelijks leven”. Het feit dat hij zijn bijna twee jaar durende dienstplicht in Turkije ook al had voltooid, gaf aan dat hij een wezenlijke opleiding had genoten in de omgang met wapens.

Hieruit blijkt echter ook hoe de vork in de steel zit. Koerden, ongeacht of het Turkse, Irakese dan wel Syrische Koerden zijn, zien geweld als een belangrijk deel van hun cultuur. Mede hierdoor heeft de Koerdische grondwet in Noord-Irak sinds 2002 een wetsartikel dat “het vermoorden van vrouwen, wegens eer, schande en religie (eerwraak res.)” ongestraft moet blijven. In Iraaks-Koerdistan is het hierdoor volkomen legaal om vrouwen te doden uit naam van eerwraak. Maar het aspect van geaccepteerd geweld binnen de Koerdische samenleving blijkt ook uit het hoge aantal van jonge en kleine kinderen die in Koerdische dorpen rondlopen met wapens. Met dit in het achterhoofd is beter te begrijpen waarom de PKK:

1. thans één van de oudste en grootste guerrillabewegingen is die zich bedient van terreur;

2. berucht is vanwege de wreedheden en overschaduwd wordt door criminele activiteiten;

3. zo achteloos omgaat met burgerlevens en daarom zo massaal veel slachtoffers heeft kunnen maken sinds de oprichting in 1978.

De PKK ziet geweld namelijk als een normale en dagelijkse gang van zaken. Dit verklaart waarom Koerden in Tunceli staan te popelen om te vechten tegen IŞİD, hun sociale omgeving juicht dit namelijk toe en stimuleert het zelfs. Zelf was ik er ook getuige van in Tunceli toen twee Koerden ruzie kregen en begonnen uit te roepen dat ze “uit Diyarbakır kwamen”, “toebehoorden tot een bepaalde stam” en “wel raad wisten met ruziemakers”. Het waren allemaal verwijzingen naar geweld en ‘hun’ regionale of sociale reputatie op het gebied van geweld. Een reputatie die opgebouwd was door het doden van mensen tijdens een ruzie en nu als eervol c.q. status werd gezien. En ook in Nederland zijn we hier getuige van geweest met de bestorming van het parlement in Den Haag door Koerdische betogers7. Het probleem hier was echter dat dit gedrag beloond werd en dat het in de toekomst dus vaker zal voorkomen onder Koerden in Nederland.

Na de bestorming moest Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg in de nacht van 6 op 7 oktober 2014 naar het parlement komen om de Koerdische relschoppers rond 2.00 uur ‘s nachts toe te spreken8. Tevens beloofde zij een gesprek met een delegatie van de Koerdische relschoppers voor dinsdagochtend 7 oktober 20149. Volgens SP-kamerlid Harry van Bommel, die bekend staat om zijn sympathieën voor de Koerden, was dit een succes. Ook andere politieke leiders, zoals D66-voorman Alexander Pechtold, meldden dat ze de Koerden goed begrijpen. Alleen Wilders keurde de actie faliekant af, maar zag zich daarin niet gesteund door andere Kamerleden. Dit voedt echter de Koerdische gedachtegang dat geweld een manier is om onvrede kenbaar te maken. Dit blijkt ook uit de protesten in Turkije waar duizenden Koerden de straten opgaan om te protesteren tegen de situatie in de Noord-Syrische stad Kobani waar momenteel hevige gevechten zijn tussen IŞİD en Koerden. De protesten ontaarden echter in rellen omdat demonstranten auto’s, bussen en andere voertuigen in brand steken; stenen, vuurwerk en brandbommen naar de politie gooien; winkels plunderen; en andersgezinde burgers aanvallen. Het is dan ook niet verrassend dat de grootste rellen in Batman, Diyarbakır, Van, Şırnak, Şanlıurfa, Bingöl en Hakkari plaatsvinden. Dit zijn namelijk allemaal steden in Oost-Turkije waar veel Koerden wonen.

De politie probeert de menigte met waterkanonnen en traangas uiteen te drijven, maar ziet de menigte dan tegen zich keren. Dit terwijl de situatie in Kobani momenteel niet veel te maken heeft met Turkije behalve dan dat Turkije een humanitaire ramp probeert te voorkomen. Zo staan Turkse troepen klaar aan de Syrisch-Turkse grens om vluchtelingen, inclusief de inwoners van Kobani, op te vangen en te beschermen10. Turkije had al 850.000 vluchtelingen uit Syrië11 (het merendeel Koerdisch) opgevangen maar heeft de laatste dagen nog eens een groot aantal vluchtelingen (vooral uit Kobani) opgevangen. Dit aantal groeit met de dag van 130.00012 naar 160.00013 tot wel ruim 185.00014 vluchtelingen uit Kobani. De Koerdische regionale president van Noord-Irak voegde eraan toe dat Turkije ook wapens heeft geleverd aan de Koerden. “Turkije heeft ons geholpen, maar wij verwachtten toch meer”, aldus Barzani15. Ondanks de massale steun van Turkije op humanitair gebied, eisen de Koerden militaire hulp omdat alleen (militair) geweld als iets van waarde wordt gezien in hun cultuur. Mede hierdoor dreigde de oprichter en leider van de terreurgroep PKK, Abdullah Öcalan, om Turkije met terreuraanslagen te bestoken als Kobani verloren gaat. Dat terwijl het verlies van Kobani niks met Turkije te maken heeft. Het is echter het enige middel dat Öcalan kent in een cultuur waarin geweld centraal staat als een geoorloofd middel om te krijgen wat men beoogt.

Dat Turkije echter niet militair ingrijpt in Kobani, is iets wat vooral de Verenigde Staten van Amerika eist van Turkije. Mevlüt Çavuşoğlu, de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, liet echter weten dat Turkije niet op eigen houtje militair zal gaan optreden tegen IŞİD. Alhoewel dit een groot contrast is met het beleid van AKP om Turkije te kneden tot een grootmacht die fungeert als een regionale politiemacht, is het momenteel een logische stap. Inmenging in een buitenlands conflict zal Turkije immers nog meer binnenlandse onrusten opleveren, vooral door de aanwezigheid van Koerden en IŞİD-sympathisanten. Want de rellen van Koerden en de aanwezigheid van PKK-strijders in Kobani, hebben veel Turken doen beseffen dat in wezen beide partijen een groot gevaar zijn voor de Turkse integriteit. Zowel IŞİD als PKK zien Turkije namelijk als een vijand, waarbij de wreedheden van PKK al bijna 40 jaar in het geheugen van de Turken staan geprint. Omdat IŞİD nog relatief nieuw is, hebben veel Turken een grotere afkeer tegen PKK. Juist daarom staat Turkije niet te springen om de PKK-strijders van Kobani te helpen in hun strijd tegen IŞİD omdat PKK zich daarna weer zal richten op hun strijd tegen Turkije. Een strijd die nu al bijna 40 jaar duurt, ruim 50.000 doden heeft opgeleverd en nog eens honderdduizenden slachtoffers heeft veroorzaakt die de dupe zijn geworden doordat ze gedwongen werden te moeten vluchten van huis en haard.

De eis van VN-gezant Staffan de Mistura dat Turkije de Turkse Koerden die vrijwillig naar Kobani gaan om daar te strijden, niet moet tegenhouden staat ook in groot contrast met de gang van zaken in de internationale gemeenschap16. Waar Nederland jihadisten die naar Irak en Syrië afreizen bestaft door hun kinderen onder toezicht te plaatsen en het intrekken van hun uitkeringen, subsidies en toeslagen, dient Turkije hier dus toestemming voor te geven bij de Koerden17. Ook de uitspraak van SP-kamerlid Harry van Bommel dat “Turkije Kobani moet helpen”, terwijl zijn SP tegen Nederlandse militaire actie in Syrië en Irak is (inclusief bombardementen met F-16’s), lijkt erg dubieus18.

Kobani lijkt dus vooral symbolisch van aard te zijn voor de verschillende partijen. Voor Nederland en de Verenigde Staten van Amerika is het een manier om de druk op Turkije op te voeren, terwijl het voor ontevreden groepen in Turkije gebruikt wordt om te protesteren tegen het regime van Erdoğan. Waar het echter in werkelijkheid om gaat, is een strijd tussen twee groepen (PKK en IŞİD) die beiden gekenmerkt worden als terreurorganisaties en in mate van bloeddorstigheid en wreedheid niet onderdoen voor elkander. Inmenging van Turkije in dit conflict waar barbaarse onthoofdingen en etnische zuiveringen aan de orde van de dag zijn, lijkt dan ook iets waar Turkije niet op zit te wachten.

Armand Sağ

13 oktober 2014

1 http://www.dha.com.tr/pkk-tuncelide-karakola-saldirdi_771864.html
2 http://www.hurriyet.com.tr/gundem/27359049.asp
3 http://www.nu.nl/algemeen/3899750/twee-agenten-doodgeschoten-in-turkije.html
4 http://www.nu.nl/buitenland/3897814/koerdische-protesten-turkije-kosten-veertien-levens.html
5 http://www.nu.nl/buitenland/3896176/turkije-ruilde-strijders-gijzelaars.html
6 http://www.zamanvandaag.nl/nieuws/wereld/5318/jihadisten-vermoorden-23-turkmenen
7 http://www.telegraaf.nl/binnenland/23168595/__Koerden_bestormen_Tweede_Kamer__.html
8 http://www.nu.nl/algemeen/3896674/koerdische-betogers-dringen-tweede-kamergebouw-binnen.html
9 http://www.nu.nl/binnenland/3896774/koerden-dinsdagochtend-in-gesprek-met-tweede-kamer.html
10 http://www.nu.nl/algemeen/3899750/twee-agenten-doodgeschoten-in-turkije.html
11 http://nos.nl/op3/artikel/700987-grote-stroom-vluchtelingen-van-syrie-naar-turkije.html
12 http://nos.nl/artikel/701335-130000-vluchtelingen-naar-turkije.html
13 http://www.independent.co.uk/news/world/middle-east/isis-in-kobani-turkeys-act-of-abandonment-may-mark-an-irrevocable-breach-with-kurds-across-the-region-9780941.html
14 http://www.nu.nl/isis/3897542/vijf-vragen-beleg-van-kobani.html
15 http://turksnl.bitnamiapp.com/turkije/algemeen/item/4304-turkije-levert-wapens-aan-koerden-voor-strijd-tegen-is.html
16 http://www.nu.nl/buitenland/3900101/zeker-tien-doden-nieuwe-gevechten-in-turkije.html
17 http://www.nieuws.nl/algemeen/20140827/Straffen-jihadisten-werkt-averechts
18 http://www.telegraaf.nl/binnenland/23188351/___Turkije_moet_Kobani_helpen___.html

Het bericht Onrust in Turkije omtrent Kobani verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Nieuw termijn voor AKP heeft toch haken en ogen https://www.turks.nl/opinie/nieuw-termijn-voor-akp-heeft-toch-haken-en-ogen Mon, 13 Oct 2014 14:49:13 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/10/13/nieuw-termijn-voor-akp-heeft-toch-haken-en-ogen/ [caption id="attachment_6763" align="alignnone" width="1200"]Anadolu AgencyAhmet Davutoglu[/caption]Er is nu ruim een maand voorbij sinds Ahmet Davutoğlu de nieuwe premier van Turkije werd op 28 augustus 2014, met Numan Kurtuluş als zijn nieuwe vicepremier. De benoeming kwam nadat premier Erdoğan werd verkozen tot president van Turkije in augustus 2014.

Het bericht Nieuw termijn voor AKP heeft toch haken en ogen verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Het jaar 2014 heeft dan ook bepaald geen windeieren gelegd voor Erdoğan of zijn Turkse regeringspartij AKP. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 30 maart 2014 had AKP 44% van de stemmen en bij de presidentsverkiezingen op 10 augustus 2014 had AKP-leider Recep Tayyip Erdoğan 52% van de stemmen. Op het eerste gezicht wordt dit nieuwe AKP-termijn dan ook gezien als het resultaat van een stijgend succes. Een succes dat nu al bijna dertien jaar duurt. En dit succes kenmerkt zich ook onder de bevolking van Turkije. De Turkse economie is grotendeels geprivatiseerd, waardoor de meerderheid van de Turken nu een bovengemiddeld inkomen heeft. Turkse bedrijven schieten als paddenstoelen uit de grond en groeien als kool.

AKP kenmerkte zich eveneens door oude projecten toch door te zetten, zelfs al waren het projecten van andere politieke partijen (en in sommige gevallen zelfs van politieke tegenstanders en aartsrivalen). Hiermee zorgde AKP voor een zekere continuïteit door niet na elke verkiezing abrupt te breken met eerdere tradities en projecten. Zo was de devaluatie van de Turkse lira eigenlijk een project van DSP-leider Bülent Ecevit, maar baarde AKP opzien door het in 2004 door te voeren (de devaluatie van 1.000.000 TL naar 1 TL). Het leidde tot een ongekende tevredenheid onder het volk. Ook de aanleg van ondergrondse metrolijnen in de Turkse hoofdstad Ankara kunnen in dit kader gezien worden, net als de uitbreiding van de luchthaven in Ankara. Mede door deze succesvolle projecten in het binnenlandse beleid, wilde de AKP dit nu ook uitbreiden naar het buitenlandse beleid.

Dit heeft ertoe geleid dat Erdoğan en zijn AKP hun ‘succesformule’ nu verder wilden profileren door een actief buitenlands beleid te voeren. Het frappante aan deze actie was dat Turkije onder de AKP zich voor het eerst richtte op het (Islamitische) Midden-Oosten en niet het (Europese) Westen. Dit was onder andere te zien toen Erdoğan in 2009 openlijk ruzie maakte met de Israëlische premier in Davos, maar ook met het Turkse beleid ten opzichte van Esad in Syrië en IŞİD in Irak. Ook de breuk van AKP met de ideologie van Atatürk (de grondlegger van de Republiek Turkije en de eerste president), moet in dit kader gezien worden. Atatürk geloofde namelijk dat Turkije zich moest richten op het Westen en in het bijzonder Europa. Zijn gedachtegoed werd tussen 1923 en 2002 massaal geïmplementeerd, met als hoogtepunten de Turkse EU-aanvraag en het Turkse lidmaatschap van NAVO, VN, OSCE en andere pan-Europese organisaties. AKP richt zich echter vooral op islamitische en Arabische organisaties.

Maar toch komt nu de kritiek langzaamaan ook op gang. Vooral de massale Gezi Parkı-protesten in Turkije, die nu al twee jaar duren, hebben geleid tot een golf van kritiek maar ook sterke polarisatie. De Gezi Parkı-protesten hebben steevast sporadische oplevingen, bijvoorbeeld als er iets herdacht wordt of als er iets belangrijks gebeurt (zoals de dood van een protesterende puber aan de hand van een politieagent of de relatief lage celstraf die deze agent opgelegd kreeg voor ‘moord met zijn dienstwapen’). Het toont aan dat de protesten nog niet geluwd zijn en dat er gemakkelijk weer massale acties kunnen ontstaan. Voor de AKP betekent dit dat er geen grijs vlak meer is. Waar ongeveer 55% van de mensen fanatiek AKP-aanhanger zijn, is de overige 45% fel anti-AKP. Deze polarisatie onder de Turkse bevolking heeft geleid tot een dubbele woonlaag van de samenleving waar AKP’ers en niet-AKP’ers langs elkaar heen lijken te leven.

Dit werd bijvoorbeeld pijnlijk duidelijk toen tijdens de presidentsverkiezingen de İhsanoğlu-stemmers (İhsanoğlu was de voornaamste concurrent van Erdoğan tijdens verkiezingen) de presidentsverkiezingen massaal boycotten. Ze hadden er geen vertrouwen in dat de regerende AKP de verkiezingen op een eerlijke en rechtvaardigde manier zouden organiseren.

De polarisatie van de samenleving heeft ook Erdoğan tot het uiterste gedreven. Op dit moment is AKP eigenlijk gelijk aan Erdoğan. Hij bepaalt alles en niks kan zonder zijn toestemming gedaan worden. Jonge opkomende talenten zijn door Erdoğan op de bank gezet, volgens analisten omdat Erdoğan vreesde dat zijn positie als AKP-leider uiteindelijk belegerd zou worden door deze gretige politici. Een voorbeeld hiervan is Ali Babacan, een jonge welbespraakte Turk die zijn opleiding in Amerika heeft genoten. De hoogopgeleide Babacan werd eerst in 2007 geprezen als de jongste minister van Buitenlandse Zaken maar werd daarna in 2009 van zijn functie gehaald zonder een openbaar gemaakt reden. Op dit moment heeft Babacan nog steeds geen nieuwe functie en fungeert hij al vijf jaar als adviseur aan de premier. Ter verduidelijking: de premier heeft vier adviseurs en deze functies gelden vooral als ‘lege’ functies omdat Erdoğan uiteindelijk toch doet wat hij zelf wil. En zo zijn er meer voorbeelden van hoe de jonge garde van de AKP op de bank wordt gezegd om zo hun opkomst te vertragen.

Deze blokkade van jonge politici binnen de AKP heeft er ook toe geleid dat mensen van buiten de partij aangetrokken worden en relatief snel omhoog klimmen. Zo werd na Ali Babacan, de hoogleraar politicologie Ahmet Davutoğlu aangewezen als minister van Buitenlandse Zaken. Davutoğlu had hiervoor sporadisch advies gegeven aan de AKP vanwege zijn bestseller boek ‘Stratejik Derinlik (Strategisch diepgang) maar was nooit lid geweest van de partij. Hij werd in alle haast lid gemaakt van de partij zodat hij benoemd kon worden als minister. Het was een gigantische stap om iemand die buiten de partij stond en eigenlijk nooit actief lid was geweest, ineens te bombarderen tot een dergelijke ministerspost. Voor Davutoğlu werd het sprookje compleet toen hij in 2014 door Erdoğan werd benoemd tot premier. Erdoğan zelf werd in 2014 president van Turkije.

De transformatie van AKP van jonge, energieke partij in 2002 naar een gesloten oude-mannen-club in 2014, heeft ook gezorgd voor een hardere toon van de partij naar (politieke) tegenstanders. Zo hebben in het afgelopen jaar maar liefst 11 parlementariërs de AKP verlaten uit protest met hun beleid en verstarring naar voormalige bondgenoten toe. Vooral de ruzie tussen de Gülen-beweging (en met name Fethullah Gülen) en de AKP (met name Recep Tayyip Erdoğan) heeft veel kwetsbare plekken blootgelegd binnen de AKP.

Maar naast de polarisatie, gebrek aan c.q. blokkering van jonge talenten en de verstarring binnen de AKP, is het belangrijkste punt van kritiek toch de uitkomst van het buitenlandse beleid van Turkije. Met het implementeren van Davutoğlu’s boek, waarin hij pleitte voor een ‘geen-vijanden’-beleid, veranderde voor het eerst de terughoudendheid van de Turkse diplomatie. Waar het actieve beleid van Turkije in 2009 nog zorgde voor ruim 50 handelsverdragen met Syrië, heeft het nu gezorgd voor Turkse inmenging in een Syrische burgeroorlog. Meermaals hebben Syriërs raketaanvallen uitgevoerd op Turkije, waarbij tientallen doden zijn gevallen, en is er ook een Turks gevechtspiloot neergeschoten door Syrië. Turkije bleek niet in state zichzelf te verdedigen en moest een beroep doen op, onder andere, Nederlandse patriotten (een verdedigingssysteem tegen raketten). Waar het buitenlandse beleid van Turkije, onder leiding van Davutoğlu en Erdoğan, bedoeld was om de wereld aan te tonen dat Turkije geen kleine speler meer was, is het tegenovergestelde nu gebleken. Turkije wil een regionale grootmacht zijn en, net als Amerika, fungeren als een politiemacht in de regio maar blijkt nu niet bij machte om die positie te bekleden. De vele honderdduizenden Syrische, Irakese en/of Koerdische vluchtelingen in Turkije hebben ook een zware last gezet op zowel de Turkse economie als de regionale bevolking.

Het actieve buitenlandse beleid van Turkije heeft ervoor gezorgd dat Turkije betrokken was bij de Arabische Lente-protesten in Syrië, Egypte, Tunesië en Libië alsook de oprichting van de Koerdische autonomische republiek in Noord-Irak. Toen die landen verzeild raakten in chaos, gebeurde dat ook met de Turkse inmenging. Zo is Turkije momenteel verzeild geraakt in de Syrische burgeroorlog waarbij rebellen getraind worden in Turkije. Syrië heeft hierop meermaals raketten afgevuurd waarbij Turkse burgers omgekomen zijn. Davutoğlu noemde als minister de situatie in Syrië nog een essentieel onderdeel van de interne zaken van Turkije. In Egypte heeft de Turkse steun voor het Moslimbroederschap gezorgd voor een breuk in de betrekkingen toen militaire leiders in Egypte het Moslimbroederschap afzetten. Als voornaamste bondgenoot van de Moslimbroeders, en de harde toon van Erdoğan naar de militaire leiders na de coup, zijn de Turks-Egyptische betrekkingen erg bekoeld. In Libië was Turkije de grootste investeerder ten tijde van Khaddafi en probeerden AKP Khaddafi te steunen. Daarna verharde Turkije zijn toon naar Khaddafi toe en steunde AKP de tegenstanders van Khaddafi door de Turkse investeringen te verschuiven van Khaddafi naar de politieke tegenstanders van Khaddafi. Nu Libië anno 2014 verzeild is geraakt in een bloedige burgeroorlog zonder duidelijke winnaar, zijn de investeringen van Turkije verloren gegaan en willen beide groepen geen steun meer van Turkije.

Hetzelfde geldt voor Turkse steun aan de Irakese Koerden, daar het centrale gezag in Bagdad nu alle Turkse handel heeft geblokkeerd. Tussen de autonomische Koerden in het Noorden en het centrale bestuur in Bagdad heerst er namelijk al jaren een felle strijd, waarvan Turkije nu de dupe lijkt te worden. Het centrale bestuur van Bagdad wil ook nog steeds dat Turkije de voormalige vicepresident van Irak (Tarık el-Haşimi) uitlevert, maar Turkije weigert dit waardoor de betrekkingen op scherp zijn komen te staan tussen de twee buurlanden. Naast de Koerden, steunde Turkije tot voor kort ook IŞİD (de van Al Qaida afkomstige rebellengroep ‘Islamitische Staat in Syrië en Irak’). Hierdoor raakte Turkije in conflict met Saoedi-Arabië, een land wat zich al jaren verzet tegen de invloed van Al Qaida in de regio. Volgens Saoedi-Arabië had Islamitisch fanaticisme nooit vaste voet aan wal kunnen krijgen in de regio als Turkije het niet had ondersteund.

In het geval van Tunesië kwam de toespraak van Erdoğan in 2011 dat het Noord-Afrikaanse land de weg van laïcité diende te volgen, als een grote klap voor de islamitische Ennahda, een politieke partij in Tunesië. Ook daar lijkt Erdoğan nu zijn krediet te hebben verspeeld. De enige bondgenoot van Turkije in de regio was tot 2002 eigenlijk Israël, welke na harde kritieken van Erdoğan en beschuldigingen van genocide op de Palestijnen niet meer de vanzelfsprekende bondgenoot van Turkije is. Volgens Erdoğan was de kritiek op Israël nodig om toenadering tot de Arabieren te kunnen bewerkstelligen. Binnen een decennium is het echter compleet verkeerd gelopen: noch de Arabieren, noch de Israëliërs hebben op dit moment een goede band met Turkije.

Het belangrijkste punt is echter de losgeslagenheid van IŞİD, een groep die aanvankelijk steun kreeg van Turkije maar sinds mei 2014 102 dagen lang 49 Turkse diplomaten uit Irak gevangen hield. Onder de gevangenen zijn ook de echtgenoten en families van de consul-generaal, inclusief jonge kinderen en baby’s. Het feit dat Turkije de diplomaten noch met diplomatieke onderhandelingen, noch met speciale commandotroepen, noch met economische sancties vrij kon krijgen, heeft het Turkse imago als opkomend grootmacht en regionale politiemacht immens geschaad.

De blamage van het Turkse buitenlandse beleid zal zich binnenkort ook kenmerken binnen het binnenlandse beleid van Turkije. Dit omdat de pijler van het succes van de AKP gehuisvest is op economische groei en tevredenheid onder de bevolking. Deze economische groei is een direct resultaat van de stabiliteit van Turkije in een altijd onstabiele regio. Nu Turkije de instabiliteit van zijn Arabische buurlanden heeft geïmporteerd, is het slechts een kwestie van tijd voordat buitenlandse investeerders ook Turkije verder zullen vermijden. Voor de tevredenheid van het volk, kon Erdoğan altijd leunen op de vele projecten verspreid over heel Turkije die door andere politieke partijen gestart worden maar niet voltooid waren. Nu AKP deze projecten voltooid en de vreugde van het volk op zijn hand krijgt, is er het probleem van nieuwe projecten. Nu AKP voor het eerst zijn eigen projecten moet ontwikkelen in plaats van andere projecten te voltooien, blijkt ook het gebrek aan creativiteit binnen AKP. Zo zijn recente projecten van de AKP gestuit op felle kritieken en soms zelfs hoongelach, denk hierbij het willen aanleggen van een kunstmatige zee in Ankara en het kappen van bomen in parken om bouwcomplexen aan te willen leggen.

Het lijkt er dan ook op dat 2015 het jaar zal zijn waarin voor het eerst tekenen van verval te zien zullen zijn voor de AKP. Een terugkeer naar de koers van Atatürk lijkt niet meer mogelijk te zijn, ook al heeft het buitenlandse beleid onder die ideologie het langer uitgehouden dan onder de AKP. Betekent dit dat het einde van de AKP in zicht is? Nee, dat denk ik beslist niet. Is dit het begin van het einde voor de AKP? Persoonlijk denk ik meer het einde van het begin, maar het allerbelangrijkste hier is dat de AKP eigenlijk voor het eerst voor een dilemma is komen te staan waarin het echt aan de bak moet. Indien de AKP in staat blijkt om zich aan te passen aan de situatie in plaats van star vast te houden aan een koers wat nu al gedoemd lijkt, zal het nog aan roer kunnen staan. Met de polariserende uitspraken van Erdoğan lijkt dit moeilijker maar zeker niet onmogelijk.

Armand Sağ

8-20 september 2014

Het bericht Nieuw termijn voor AKP heeft toch haken en ogen verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Welkom mijn zoon https://www.turks.nl/opinie/welkom-mijn-zoon Sun, 05 Oct 2014 08:10:59 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/10/05/welkom-mijn-zoon/ Sommigen geloven niet in wonderen, maar zondag 14 september 2014 heeft zich een klein wonder voorgedaan in mijn leven. Ik ben vader geworden en heb mijn zoon mogen verwelkomen op deze wereld. Klein, teder, onschuldig en zich niet bewust van alle ruis in de wereld.

Het bericht Welkom mijn zoon verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Zijn leven is simpel en richt zich enkel tot het ontwikkelen van zichzelf. Terwijl hij zichzelf ontwikkelt en hunkert naar eten en warmte, ontwikkelt zich in mij iets anders, vaderschapsgevoel. Ik houd hem vast in mijn armen en zeg nogmaals: ‘welkom mijn zoon, hoşgeldin’.

De roots van mijn zoon stamt af van een groot opa die als gastarbeider naar Nederland is gekomen. Groot opa, opa en papa vielen onder de categorieën: 1ste generatie, 2e generatie en 3e generatie allochtonen. Ieder generatie heeft zichzelf verder ontwikkelt en tijdens die ontwikkeling van vader tot zoon altijd het volgende doorgegeven: ‘zoon, zorg dat jij je kansen pakt in deze samenleving en zorg ervoor dat jij als moslim, als Turk twee keer (dan wel niet 10 keer) zo hard je best doet om succesvol te zijn in deze samenleving. Van generatie tot generatie veranderde het gevoel van ‘Nederlander’ zijn ook en nu zijn we aangekomen bij jou. Los van het gevoel van Nederlander zijn, wilde alle papa’s voor jou in onze familie één ding: een beter toekomst, een zoon waar hij trots op kon zijn.

Ik heb veel van mijn opa en mijn vader geleerd en ben enorm trots dat ik dezelfde achternaam draag als de mannen in mijn familie die mij mijn opvoeding hebben meegegeven en hebben geleerd wat werken met eer en trots is. Dat gezegd hebbende zal één aanpak in de opvoeding echter drastisch verschillend zijn. Ik zal mijn zoon nooit vragen twee keer zo hard zijn best te doen. In ieder geval niet om dezelfde reden als mijn vader dat aan mij vroeg, want waar ik volgens de termen van het CBS nog val onder de categorie allochtoon, valt mijn zoon onder de categorie autochtoon. De vraag is echter: zal hij ook daadwerkelijk zo gezien worden? Die vraag stel ik mijzelf de laatste dagen/weken vaak, ik kan het niet helpen om te denken: ‘in wat voor wereld verwelkom ik mijn zoon eigenlijk?’.

In mijn hoofd klonk het een beetje zo. Welkom mijn zoon, wees welkom. Welkom in het land waar je vader (die hier geboren en getogen is en dag in dag uit zijn steentje bijdraagt) wordt verwacht afstand te nemen van gekken die hun daden in naam van de Islam uitvoeren. Welkom in een wereld waar de religie die jij meekrijgt vanuit huis wordt gezien als iets achterlijks en de aanhangers ervan worden gezien als potentiële terroristen of jihadisten (immers je bent schuldig tot je onschuldig wordt verklaard). Welkom in de wereld waar men aanzet tot haat, welkom in een wereld waar men niet met elkaar praat, maar over elkaar praat. Welkom in een land waar men niet met, maar naast elkaar leeft. Welkom mijn zoon, wees welkom!

Zucht. Nou is de nuance zoek en hoor ik de kritieken al bij het lezen van de alinea hierboven, dus herstel ik mijn woordkeuze en verwelkom ik mijn zoon anders. Ik geef hem het volgende mee: ‘of de wereld vol zit met haat of niet, jij bent een bron van liefde. Strijd altijd tegen onrecht, maar laat je leiden door liefde. Volg je hart, volg je religie, denk met je verstand. Denk nooit in hokjes, culturen of religies, dat heeft jouw vader en jouw Profeet (vzmh) ook nooit gedaan. Beweeg uit hoop, nooit uit angst. Wees een leider, geen volger, durf te dromen, ook als je wakker bent, wees sterk, wees jezelf, wees hard, wees zachtaardig, maar boven alles, vergeet nooit wie je bent. Jij bent Hamza Ibrahim Karaaslan en wie Hamza is vul jij zelf in, niet een ander’.

Het bericht Welkom mijn zoon verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
50 jaar Turken in Nederland: ‘Dile Kolay’ https://www.turks.nl/opinie/50-jaar-turken-in-nederland-dile-kolay Tue, 09 Sep 2014 14:35:17 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/09/09/50-jaar-turken-in-nederland-dile-kolay/ [caption id="attachment_6526" align="alignnone" width="871"]Amsterdamse Turken met flessen Heineken, 1975[/caption]50 jaar Turken in Nederland. 'Dile kolay' zouden wij Turken zeggen en direct vertalen naar het Nederlands zoals wij vaker doen, 'makkelijk voor de tong'.

Het bericht 50 jaar Turken in Nederland: ‘Dile Kolay’ verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Het is inmiddels al verworven in ons, de Nederlandse cultuur. Voor zoverre wij het een cultuur kunnen en willen noemen.

50 jaar, ‘makkelijk voor de tong’. In die 50 jaar hebben wij hard gewerkt, gestudeerd en ons plekje gevonden in de maatschappij. Althans, voor zoverre dat mogelijk wordt geacht. 50 jaar Turkse mensen in het land van boerenkool en zwarte piet. Wat hebben wij bereikt? Generaties die studeren maar die eigenlijk terug willen. Voelen wij ons hier wel thuis? Een vraag dat eigenlijk geen antwoord heeft. Mijn generatie is zoekende, dat is de conclusie die ik kan trekken na verschillende meningen gehoord te hebben.  Het terug willen gaan naar land van herkomst is op dit moment actueel onder de leeftijdsgroep 18 t/m 30 jaar. Waarom eigenlijk? Is dit wel doordacht? Heeft 50 jaar in Nederland ons opgeleverd dat wij niets anders willen dan teruggaan naar Turkije.

50 jaar, wekt veel vragen op. Geaccepteerd in de Nederlandse samenleving, dat zijn wij nog niet helemaal. Een steeds groter wordende groep heeft wel zijn of haar plekje gevonden in de samenleving. Integreren, dat is gewoon een moeilijke kwestie. Wij houden graag vast aan onze cultuur. Juist de mensen die een plek hebben bemachtigd in de samenleving denken aan een terugkeer. Althans, in mijn omgeving. Is het wel slim om je opgedane kennis te investeren in Turkije?  Is het wel doordacht? Wederom, allemaal vragen.

De grootste vraag van de afgelopen 50 jaar in Nederland: Wat hebben wij Nederland gegeven en wat heeft Nederland ons gegeven? Een vraag waarbij ieder individu anders zou kunnen antwoorden. De gevarieerde persoonlijkheden onder de Turkse bevolking in Nederland geven kleur aan de maatschappij. Hoe kunnen wij uit de voeten in Turkije en waarom zou het beter zijn dan in Nederland? Nog een vraag.

50 jaar Turken in Nederland, lijkt wel een studiepunt onderwater waar je mee wilt afstuderen. Je hebt het wel achter de rug maar het is niet erkend.

Het bericht 50 jaar Turken in Nederland: ‘Dile Kolay’ verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Verkiezingen Turkije: Naschokken in Nederland? https://www.turks.nl/opinie/verkiezingen-turkije-naschokken-in-nederland Mon, 11 Aug 2014 12:07:06 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/08/11/verkiezingen-turkije-naschokken-in-nederland/ [caption id="attachment_6149" align="alignnone" width="1200"]Foto: Anadolu AgencyErdoğan na de winst.[/caption]Turkije heeft een nieuwe president. Hoewel de aanloop naar deze presidentsverkiezingen veel commotie teweeg heeft gebracht, leek het voor velen al vast te staan wie als winnaar uit de race zou komen: de volksheld Erdogan.

Het bericht Verkiezingen Turkije: Naschokken in Nederland? verscheen eerst op Turks.nl.

]]>

Ook in Nederland is hij populair onder de Turkse Nederlanders. Echter, er staan eveneens steeds meer mensen lijnrecht tegenover de nieuwe president van Turkije, mede vanwege de polariserende taaldie hij in de aanloop naar deze verkiezingen heeft geuit. De vraag die dan ook rijst is hoe de verkiezingen de onderlinge verhoudingen tussen Turkse Nederlanders zal beïnvloeden.

Het is geen wonder dat in de huidige geglobaliseerde wereld de ontwikkelingen in een land zich niet beperken tot enkel binnen diens landsgrenzen. De presidentsverkiezingen lieten en laten Turkse Nederlanders niet onbewogen. Dit jaar mochten Turken in het buitenland voor het eerst stemmen en hoewel de opkomst in Nederland met iets minder dan 6% redelijk aan de lage kantwas, zijn de aandacht voor en gevolgen van deze verkiezingen van veel grotere proporties.

Fysiek hier, mentaal daar?
De afgelopen maanden ben ik bijna dagelijks gaan inzien hoezeer Turkse Nederlanders, inclusief ikzelf, zich met Turkse aangelegenheden bezighouden. Hoewel het merendeel van de onderwerpen de Turkse politiek aangaan, voelt het gros van de Turkse Nederlanders zich betrokken bij de onderwerpen en vertegenwoordigd door de Turken aldaar. Kennelijk is de liefde wederzijds aangezien Turkse Kamerleden ook Nederland hebben bezocht tijdens de afgelopen maanden en hebben gesproken in verscheidene moskeeën, waarbij zij ook overeenkomstige retoriek met die van Erdogan uitten. De ontwikkelingen aldaar worden dus op de voet gevolgd alhier en de sympathie voor een sterke leider, zoals Erdogan dat is, wordt zodoende ook overgedragen naar Turkse Nederlanders. En met succes, aangezien bijna 78% van de stemmers in Nederland voor Erdogan heeft gekozen. Dat is 26% meer dan in Turkije.

Waar de schoen wringt
Dit is dan ook waar de schoen wringt. Hoewel het om de eerste gekozen president van Turkije gaat, op democratische wijze, werd op weg naar Erdogan zijn ‘nieuwe Turkije’ deze presidentsverkiezingen en de lokale verkiezingen van afgelopen maart als de strijd voor de ‘milli irade’ (‘de wil van het volk’) gelanceerd. Dit was, aldus Erdogan, ‘een nieuwe fase wat zo belangrijk is als de Bevrijdingsoorlog dat was’. Vlak na de Eerste Wereldoorlog werden bij de Turkse Bevrijdingsoorlog het volk, met al diens diversiteit, opgeroepen te mobiliseren tegen de vijand van buitenaf een eind aan Turkije wilde maken. Dit werd in grote getallen, met succes gedaan. Nu bijna een eeuw later zouden de huidige vijanden -waarbij Europa (Nederland incluis), Amerika en Israël expliciet werden genoemd- die destijds afgehouden werden, ditmaal met een interne vijand samengespannen hebben en het gemunt hebben op het succes van Erdogan en consorten. Een ‘alles of niets’-gevecht dus. Bijzonder is dat dit soort taalgebruik pas dagelijks werd gebezigd nadat er in december 2013 een grootschalig corruptieschandaal uitbrak waarbij een arrestatiebevel voor vier zonen van ministers van de AK-partij waren.

Wanpraktijken en diens naschokken in Nederland
Wanneer we de ontwikkelingen in Turkije bekijken, die voor lange tijd voor ‘de rijzende ster’ werd gezien, zien we dat bij de oprichting van de AKP er gezegd werd dat het om een centrum partij ging, wel vanuit islam geïnspireerd, maar men zou er voor iedereen zijn. Tijdens de eerste twee perioden werd deze belofte grotendeels waargemaakt en volgde de ene positieve stap de andere op. Over de laatste periode kan dat helaas niet meer gezegd worden. De tijdperk van het omarmen van het gehele volk lijkt voorbij te zijn. De premier van het algehele Turkse volk schroomde zich niet om de oppositie menigmaal weg te zetten als ‘islam-vijanden’, de betogers van Gezi-park als schooiers (çapulcu), de Hizmetbeweging, die de interne vijand zou moeten voorstellen, als een maffiabende, landverraders en zelfs huurmoordenaars. Daarnaast hebben Yezidi’s, Alevieten, Zaza Koerden, Armenen en nog menig andere (bevolkings)groepen er ook van langs gekregen. Met andere woorden: anders zijn en andere opvattingen erop nahouden, werd haast op de automatische piloot gecategoriseerd als fout.

De nieuwe trend van uitsluiten en denigreren brengt ook mensen in Nederland lijnrecht tegenover elkaar. In mijn omgeving heb ik dit meerdere malen waargenomen: Van sommigen die niet meer welkom zijn in een moskee omdat ze zouden sympathiseren met X, tot anderen die aangeven dat er ruzie en verdeeldheid is ontstaan tussen zijn ouders vanwege pro/anti-Erdogan sentimenten. Sommige zijn verbaal aangevallen (tijdens een toespraak van een AKP-parlementariër die in Zaandam sprak) en ik ken zelfs mensen die bedreigd zijn en daar aangifte van hebben gedaan. Dit speelde wellicht meer tussen de Turkse Nederlanders onderling, maar breder getrokken waren de UETD (Europese tak van de AKP met ook een Nederlandse vertegenwoordiging) betrokken bij de protesten in Almelo tegen ‘een Armeense genocidemonument’, samen met de Turkse Consul-Generaal en moskeeën van Diyanet. Vrijdagpreken werden in het land toegewijd over het belang van deelname aan het protest in Almelo en vanuit vele moskeeën werden er met bussen naar Almelo gereisd. Waar ik nog niet genoeg zicht op heb is of de visie op Nederland(ers) verandert is, aangezien Nederland ook binnen de categorie van de externe vijand (Europa/Westen) valt. Buiten kritiek op de Nederlandse media die enkelvoudig negatief zou berichtgeven over Erdogan, heb ik daar geen aanwijzingen voor.

De toekomst
De mist rondom mogelijke wanpraktijken waar de AKP in betrokken lijkt te zijn, is nog niet opgetrokken. Zo kan bijvoorbeeld het onderzoek naar het corruptieschandaal niet gecontinueerd worden. Politieagenten die uitvoerig onderzoek hebben gedaan en bewijs hebben vergaard hiervoor, zijn eerst weggezet als een interne vijand en/of op non-actief gesteld en een week voor deze verkiezingen werden vele agenten opgepakt. Na het verstrijken van de wettelijke termijn voor voorarrest werd een groot deel zonder overtuigend bewijs weer vrijgelaten, waarbij sommigen zelfs niet eens verhoord waren. Dit bevestigde het beeld van sommige analisten die de arrestaties als een verkiezingsstunt zagen. De rare gang van zaken bij het gerecht werd mede mogelijk gemaakt doordat de deskundige rechters die zich over corruptie bogen, enkele weken geleden vervangen zijn door ‘super strafrechters’ met verregaande invloed, bovenal aangewezen door Erdogan en co. Dit roept dan ook bij critici vraagtekens op over in hoeverre het gerecht nog zijn onafhankelijkheid kan bewaren in de toekomst. Om nog maar met geen woord te reppen over de onafhankelijkheid van de Turkse media.

Tijdens zijn overwinningsrede sprak Erdogan het volk toe: “Vandaag heeft de Milli irade opnieuw gewonnen”. Ik vraag mij af welke koers na vandaag gevoerd zal worden. Zal de oude trend van omarmen weer omarmd worden? Of gaat, met de toename van nog meer macht en bevoegdheden, de trend om nieuwe vijanden uit te roepen doorgezet worden en wellicht zelfs nieuwe proporties aannemen? Misschien nog belangrijker voor ons hier: Wat gaan de Turkse Nederlanders doen en gaan de ontstane wonden onderling nog geheeld worden?

Wat mij in ieder geval wel duidelijk is, is dat waar tijdens de vorige Bevrijdingsoorlog het Turkse volk in al diens diversiteit samenspande tegen externe vijanden, tijdens de huidige ‘Bevrijdingsoorlog’ het al diverse volk steeds meer verdeeld raakt in groepen die eigenlijk niet zó veel van elkaar verschillen. Ook hier in Nederland.

Het bericht Verkiezingen Turkije: Naschokken in Nederland? verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Nabeschouwing van Armenië: The Aftermath https://www.turks.nl/opinie/nabeschouwing-van-armenie-the-aftermath Tue, 05 Aug 2014 21:00:00 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/08/05/nabeschouwing-van-armenie-the-aftermath/ Nu ik weer terug ben in Nederland na mijn eerste reis naar Armenië met een groep EU-afgevaardigden, en ik bijna weer naar Armenië ga voor mijn tweede reis, bedenk ik…

Het bericht Nabeschouwing van Armenië: The Aftermath verscheen eerst op Turks.nl.

]]>

Nu ik weer terug ben in Nederland na mijn eerste reis naar Armenië met een groep EU-afgevaardigden, en ik bijna weer naar Armenië ga voor mijn tweede reis, bedenk ik me dat ik de eerste keer veel vooroordelen had over het Kaukwasisch land. Veel van die vooroordelen heb ik weten te doorbreken tijdens mijn eerste verblijf van tien dagen in Armenië. Het is dan ook erg interessant om mijn eerste bericht terug te lezen1.

Met veel angsten ging ik toen naar Armenië, en ik probeer altijd mijn best te doen om uit die doos van vooroordelen te komen2. Want zolang het niet geverifieerd en gecontroleerd is, blijft het een vooroordeel. Deze vorm van relativeren heb ik tijdens mijn eerste reis naar Armenië meermaals proberen toe te passen. Uiteindelijk kwam ik toen terug met een frisse blik op Armenië; één waarbij de starre regering en de gastvrije bevolking strik gescheiden moeten worden gehouden.

En natuurlijk zijn er ook vriendelijke overheidsfunctionarissen, alsmede racistische bevolkingsgroepen, maar over het algemeen gesproken willen de Armeniërs gewoon een rustig en vredelievend bestaan. De grote uitzondering hierop is de fanatieke Armeense diaspora en de agressieve Dashnakzutyun3. Deze blijven putten uit anti-Turkse sentimenten, maar vertegenwoordigen niet alle Armeniërs in Armenië, of daarbuiten overigens.

De sterke aanwezigheid van de Armeense overheid in het centrum van de Armeense hoofdstad Yerevan was verder een sterk contrast met de minder wordende controle in de verpauperde delen en buitenwijken van de hoofdstad; en de zelfs complete afwezigheid van een bestuurlijke macht in de gebieden buiten Yerevan. Juist daarom vond ik mijn eerste reis zo belangrijk met een trip naar het verre zuiden van Armenië, het historische Tatev, op slechts een steenworp afstand van verschillende grenzen. Zo lag het oorlogsgebied Karabağ op slechts 10-11 kilometer.4 Dit gebied hoort officieel tot buurland Azerbeidzjan maar wordt al sinds 1991-1992 bezet door Armenië. Beide landen zijn officieel nog in staat van oorlog en daardoor sterven wekelijks nog soldaten door vijandig vuur iets ten oosten van Tatev in Karabağ.

Toch heb ik in Tatev zelf (en iets ten westen ervan) prachtige foto’s kunnen maken van Turkse invloeden enerzijds, de Armeense cultuur zelf anderzijds en de natuur om het geheel te voltooien.5 Het resultaat is een prachtige compilatie geworden van de diverse invloeden.6 Ook de invloeden van buitenlandse mogendheden in de vorm van geïnvesteerd kapitaal, zijn mij niet ontgaan.7 Ik heb mijn observaties dan ook zo objectief mogelijk verwoord, iets wat mij redelijk gelukt is (al zeg ik het zelf).8 In mijn zoektocht naar meningen van zoveel mogelijk Armeniërs, heb ik ook geen enkel voorstel afgeslagen. Ik ben in oude vervallen Sovjet-fabrieken geweest, maar ook Iraanse moskeeën en Armeense kloosters, en zelfs bij Armeniërs thuis.9 Wellicht één van mijn belangrijkste bezichtigingen was mijn bezoek aan het kloostercomplex van Tatev, een Middeleeuws geheel wat toen toonaangevend was en thans nog steeds in gebruik is. Daar wilde de Armeense priester, de Vader, mij perse zegenen omdat hij “een speciaal aura om mij heen” zag. Wellicht voelde hij dat ik als Turks-Nederlandse wetenschapper daar was met een objectieve blik op het geheel.10 Afijn, ik ben daar dus gezegend  en ik heb het complex met een kus verlaten.

Na al die bezoeken was er ook een keerzijde. Ik kreeg door dat er toch wel eenzijdige informatie werd gegeven met betrekking tot Turkije en dit zorgde voor nieuwe generaties jonge Armeniërs met een intense haat en afkeer tegen Turkije.11 Toch werd ook dit langzamerhand doorbroken door zowel de oudere generaties (die vooral rust en vrede willen) en de jongere generaties (die voor werk toch hun heil in Turkije zoeken).12

En juist hierdoor worden nu weer de gelijkenissen tussen Armeniërs en Turken weer duidelijk. Armeniërs die massaal naar Turkije komen om daar te werken, zien dat Turken geen “bloeddorstige barbaren” zijn (zoals ze zo vaak door de overheid in Armenië te horen krijgen) maar simpelweg mensen die erg veel lijken op Armeniërs; ook (of wellicht zelfs ‘vooral’) qua cultuur.13 De ontmoeting met mij was voor veel mensen ook een dergelijke ervaring. Nu liep ik niet overal rond te verkondigen dat ik “Turks ben”, maar indien mensen ernaar vroegen, dan antwoordde ik dat ik inderdaad Turks ben. Ik kreeg zelf de vraag vooral omdat ik daar een leuke ontmoeting had met een mevrouw uit Moldavië, die zelf Gagavuz bleek te zijn. Gagavuz zijn een Turkssprekende minderheid in Moldavië die hun eigen autonome regio hebben (Gagavuz Yeri). Onderling praatten wij steevast Turks en dit viel zo af en toe de mensen wel op. Hoe de mensen wisten dat het Turks was, bleek mij een raadsel maar ze wisten het steeds wel en vroegen ons daarop of we Turks waren.

Hierbij heb ik geen nare fysieke ervaringen gehad, wel een paar opmerkingen zoals “Maar je ziet er normaal uit? Je bent vast een ‘verturkste’ Armeniër.” Of “Maar je ziet er helemaal niet uit als een bloeddorstige barbaar?”. Omdat ik echter uit een ander regio van het Osmaanse Rijk (de voorloper van Turkije) kom, dan Armeniërs, is die kans klein. De mensen die vreesden dat mij iets aangedaan zou worden, waren vooral de buitenlandse EU-afgevaardigden maar dit bleek allemaal flauwekul. Ik ben zelfs bij een dorpeling thuis uitgenodigd om daar te overnachten nadat hij hoorde dat ik Turks was, omdat hij mij perse als gast wilde. Voor de duidelijkheid: mij is die nacht helemaal niks slechts aangedaan en ik kreeg de beste gerechten en dranken aangeboden.

En nu sta ik aan de vooravond van mijn tweede reis naar Armenië, ditmaal via Yerevan iets meer naar het noorden om te kijken hoe het daar is. De afstand met het oorlogsgebied in Karabağ zal groter zijn dan mijn eerste reis (toen ik er pal op zat in Tatev), dus dat zit in ieder geval wel snor. Echter, nu zit ik wel dicht bij de grens met Azerbeidzjan en Georgië zitten in het land-locked Armenië (dus een binnenstaat zonder een aangrenzende zee en compleet omgeven door het vasteland van andere landen). Net als met Azerbeidzjan in 1918, heeft Armenië namelijk ook met Georgië in 1918 een oorlog gevoerd om uitbreiding van Armeens grondgebied. Armenië won tegen Azerbeidzjan maar verloor toen van Georgië.

Mede hierdoor heeft Georgië nu ongeveer een kwart miljoen Armeniërs binnen zijn grenzen wonen, terwijl Armenië minder dan duizend Georgiërs heeft. Een groot deel van de Armeniërs in Georgië woont in de provincie Javakheti aan de Georgisch-Armeense grens. Dus echt zonder angst en compleet ontspannen ga ik ook dit keer niet naar Armenië, maar mijn tweede reis (welke weer tien dagen zal duren) zal zonder twijfel weer veel nieuwe observaties, en dus informatie voor mij, betekenen. Ik ben benieuwd!

05-08-2014

Armand Sağ

1 http://www.allesinperspectief.nl/Midden-Oosten/armand-sa-vanuit-armenie-vol-spanning-op-het-vliegtuig-110.html

2 https://www.facebook.com/turks.nl/posts/873185329362160 (1/10)

3 https://www.facebook.com/turks.nl/posts/873570372656989 (1,5/10)

4 https://www.facebook.com/turks.nl/posts/874795892534437 (2/10)

5 https://www.facebook.com/turks.nl/posts/875421655805194 (3/10)

6 Deze foto’s zou ik graag met de lezer willen delen, dus zal ik binnenkort een voorstelling hierover geven. Geïnteresseerden kunnen deze presentatie bijwonen of mij mailen op [email protected]

7 https://www.facebook.com/turks.nl/posts/875995209081172 (4/10)

8 https://www.facebook.com/turks.nl/posts/876827538997939 (5/10)

9 https://www.facebook.com/turks.nl/posts/877186182295408 (6/10)

10 https://www.facebook.com/turks.nl/posts/882817378398955 (10/10)

11 https://www.facebook.com/turks.nl/posts/878115485535811 (7/10)

12 https://www.facebook.com/turks.nl/posts/878811478799545 (8/10)

13 https://www.facebook.com/turks.nl/posts/881428825204477 (9/10)

Het bericht Nabeschouwing van Armenië: The Aftermath verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Veel overtredingen bij stembureau’s in Nederland https://www.turks.nl/opinie/waarnemer-bij-de-turkse-presidentsverkiezingen Mon, 04 Aug 2014 16:32:26 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/08/04/waarnemer-bij-de-turkse-presidentsverkiezingen/ Foto: Anadolu AgencyBij de Turkse presidentsverkiezingen in Nederland, wat de eerste keer was dat Turkse burgers in het buitenland mochten stemmen, mocht ik als waarnemer optreden. Van 31 juli 2014 tot en met 3 augustus 2014 mochten precies 238.968 stemgerechtigde Turken die woonachtig zijn in Nederland, hun stemrecht gebruiken om een nieuwe president te kiezen.

Het bericht Veel overtredingen bij stembureau’s in Nederland verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Het proces was echt een bureaucratisch geheel waarbij tussen 2 juli 2014 en 9 juli 2014 Turken in het buitenland hun gegevens konden verifiëren via de website van Yüksek Seçim Kurulu (YSK) en indien nodig meteen online wijzigen. De YSK is de Turkse variant van de Kiesraad. Hierna werd op 20 juli 2014 openbaar gemaakt waar en welke stembureau’s er allemaal zouden komen. In Nederland werden de twee plekken bekend gemaakt als Ahoy in Rotterdam en De Scheg in Deventer.[1] Er werd gekozen voor deze twee steden omdat de Turkse consulaten ook in die steden zijn. Alhoewel Amsterdam sinds kort ook een Turkse consul heeft, is er nog geen pand gekocht in de hoofdstad waardoor het eigenlijk een passief consulaat is.

Omdat het Turks consulaat in Rotterdam ruim 173.000 Turkse stemgerechtigde registreerde, kreeg Ahoy 63 kiesbureau’s binnen het enorme complex van Ahoy. Deventer kreeg met 66.000 stemmers 24 kiesbureau’s.[2] Na 20 juli 2014, mochten Turken een afspraak inplannen om daadwerkelijk te mogen stemmen. Ze konden kiezen uit vier dagen (31 juli, 1 augustus, 2 augustus en 3 augustus 2014) en uit twee dagdelen; tussen 8:00 en 12:30 of tussen 12:30 en 17:00. Er waren dus acht opties om een stemafspraak in te plannen. Dit inplannen kon eveneens via internet tussen 21 juli 2014 en 25 juli 2014, waarna de bevestiging op 26 juli 2014 werd gegeven.[3] Toch deden veel Turken niet aan het inplannen van een afspraak waardoor YSK via hun software SEÇSİS automatisch een afspraak inplande. Dit systeem bleek nogal problematisch met ontzettend veel klachten van Turken dat ze automatisch ingedeeld waren op verschillende dagen. Zo mocht de echtgenoot van een gezin in de ochtend stemmen op 31 juli en de echtgenote pas in de namiddag op 3 augustus. Voor veel gezinnen is een trip naar Deventer of Rotterdam veel moeite (denk aan de reistijd van bijvoorbeeld Utrecht naar Deventer, de reiskosten, het vrij vragen van werk et cetera). Het zorgde ervoor dat veel mensen uiteindelijk afzagen van het stemmen.

Aan de andere kant wisten veel mensen niet dat ze een afspraak hadden moeten maken tussen 21 en 25 juli omdat dit in Turkije niet het geval is. In Turkije krijg je thuis een brief met daarin de dag dat je kan stemmen bij een kiesbureau bij jou in de buurt. Voor het buitenland werd er gekozen voor niet één dag maar voor vier zodat mensen minstens op één dag gelegen waren om te kunnen stemmen. Twee van de vier stemdagen waren zelfs op zaterdag en zondag zodat ook werkende mensen konden langskomen. Toch werd het een fiasco omdat slechts 12.862 van de in totaal 238.968 stemgerechtigden een afspraak hadden ingepland.[4] De rest had of de afspraak niet gemaakt, of wist überhaupt niet dat er een afspraak gemaakt diende te worden. Indien de stemafspraak gemist werd, kon er niet meer gestemd worden. Ook het veranderen van de afspraak was niet mogelijk.[5]

Deze onwetendheid onder het volk ging tevens gepaard met een grote ongeorganiseerdheid in Nederland. Zo moet er in Turkije bij elk stembureau een staf van enkele personen zijn. Ten eerste is er een hoge functionaris die over het pand gaat (‘Bina Sorumlusu’) en de eindverantwoordelijkheid heeft over de hele gang van zaken. Hieronder zijn er speciale ambtenaren van de YSK (‘Komisyon Üyesi’, meervoud ‘Komisyon Üyeleri’), die de gang van zaken controleren en bij wie men klachten kan indienen. Deze ambtenaren vormen een kiescommissie en kiezen onderling een commissievoorzitter (‘Komisyon Başkanı’). Vervolgens is er een stembureau-voorzitter en vice-voorzitter, beiden zijn lage ambtenaren. Deze twee ambtenaren worden ondersteund door drie stembureauleden die door de drie grootste partijen afgevaardigd worden. In dit geval zou dat dus een afgevaardigde van de regerende AKP en de twee grootste oppositiepartijen CHP en MHP zijn. Volgens de regels moet de afgevaardigde een partijlid zijn, indien die er niet zijn een sympathisant van de partij en anders een willekeurige Turkse burger.

Als laatst zijn er per kiesbureau drie waarnemers (‘Müşahit’), dit zijn ook afgevaardigden van de drie partijen maar onafhankelijke mensen kunnen zich ook aanmelden via een partij zolang de partij geen vuil spel vermoedt en genoeg vertouwen heeft in de onpartijdigheid van de persoon. Nu was het vinden van al deze functionarissen al een probleem in Nederland. Zo had Turkije niet genoeg ambtenaren om de kiesbureau’s te voorzien van genoeg mensen waardoor imams van moskeeën (in Turkije zijn religieuze instellingen verbonden aan het Ministerie van Religie, ‘Diyanet’) werden ingezet als stembureau-voorzitters en vice-voorzitters.

Ook de politieke partijen hadden grote moeite met het vinden van afgevaardigden, met uitzondering van de MHP die in Nederland een sterke en duidelijke structuur en netwerk hebben. De Hollanda Türk Federasyonu is namelijk de onofficiële en informele vereniging van de MHP en heeft genoeg leden om stembureau’s te voorzien van functionarissen. Het feit dat de MHP in Nederland geen advertenties zette of online mensen hoefde te werven, zegt eigenlijk al voldoende. Een ander probleem was wel dat afgevaardigden van de MHP, vanwege hun strenge hiërarchische structuur, de regels van de MHP boven de regels van de Kieswet stelden. Zo kregen de MHP-afgevaardigden een lunch aangeboden maar moesten ze daartoe buiten verzamelen. Tegelijk mochten stembureauleden hun plek niet verlaten. Toch werd dit gedaan. Toen ernaar gevraagd werd, kreeg ik het antwoord: “Onze voorzitter weet het beter dan de Kieswet”.

De CHP in Nederland is onlangs pas begonnen met het oprichten van verenigingen in 2013.[6] Na een kort jaar is CHP er nog niet in geslaagd om vaste voet aan wal te krijgen in Nederland waardoor het zelfs onbereikbaar was voor mensen om zich aan te kunnen melden als stembureaulid. Hierdoor nam niemand de leiding en controle van de CHP in Nederland op zich. Ook een inspanning van het Turks consulaat om de ‘Nederlandse Vereniging voor de Gedachtegoed van Atatürk’ (‘Hollanda Atatürkçü Düşünce Derneği’; HADD) als vervanger te regelen, mocht niet baten. Alhoewel HADD bekend staat om zijn sympathieën voor CHP, zijn er ook HADD-leden die totaal geen affiniteit hebben met de CHP. Maar helaas mocht ook dit niet baten waardoor de CHP van de benodigde stembureauleden en waarnemers voor elk stembureau, er lang niet voldoende had. Ook de AKP had serieuze problemen en was de enige partij die openlijk een bericht op internet zette. Namens de AKP nam de lobby-organisatie van de AKP in Nederland, Union of European Turkish Democrats (UETD), de leiding op zich. Waar de werving en invulling van de MHP achter gesloten deuren gebeurde, de CHP eigenlijk helemaal niks deed, was de manier van werven van de UETD het meest open en dus het meest te volgen. Hierbij bleek er grote ongeorganiseerdheid. Zo kwam er een internetbericht dat mensen zich konden aanmelden bij UETD maar werd er niet gereageerd op e-mailberichten. Zelfs heb ik de proef op de som genomen en maar liefst 25 e-mailberichten gestuurd maar op geen enkele kwam een antwoord. Uiteindelijk heb ik AKP-parlementariër Metin Külünk, tevens in een commissie van de kieswet, via WhatsApp weten te bereiken en moest hij UETD sommeren om contact met mij op te nemen. Helaas is ook dat niet gebeurd. Het geeft de organisatie goed weer; die was simpelweg slecht. Maar dit was niet alleen een probleem van AKP of UETD, ook CHP had er zoals eerder gezegd last van. Of beter gezegd, CHP had er zelfs nog meer last van. Zo had CHP in Nederland slechts vier dagen voor de start van de verkiezing hun eerste informatiebijeenkomst. Ter vergelijking, de AKP (of UETD) had de eerste bijeenkomst tien maanden van te voren.

Dit gezegd te hebben, viel het wel op dat zelfs op de eerste verkiezingsdag mensen van UETD moeilijk of niet te bereiken waren. En dat terwijl ze een ernstig tekort hadden aan stembureauleden en waarnemers. Mede hierdoor hebben nog meer mensen op het laatste moment afgezegd omdat ze op geen enkele manier antwoord kregen op hun geen vragen. Zo was er een toezegging gedaan voor een hotel zodat mensen buiten Deventer daar vier dagen konden verblijven, daarna is hier nooit meer op teruggekomen. Aan de andere kant gaf AKP/UETD wel reiskosten en loon aan hun afgevaardigden terwijl CHP dit niet deed. MHP trakteerde, zoals eerder gezegd, lunch en alhoewel de AKP dit ook had beloofd, gebeurde dit niet.

Dit alles gebeurde aan de vooravond van de verkiezingen, terwijl de Turkse vice-premier Bülent Arınç één dag eerder de toon zette voor de verkiezingen met zijn uitspraak dat “vrouwen niet moeten lachen op straat”. Nu moet ik wel zeggen dat het bericht ietwat anders naar voren is gekomen in buitenlandse media dan het in werkelijkheid was[7]. Bülent had het over moreel verval in Turkije.[8] Hij vond dat mannen trouw moesten zijn (dus geen womanizers en players moesten zijn) en dat vrouwen weer moesten blozen als ze op straat aangesproken werden. En bij het laatste gaf hij het voorbeeld dat vrouwen niet, zoals momenteel het geval is, op straat moeten gaan schaterlachen.

Nu is Bülent Arınç eerder lid geweest van de Fazilet Partisi, een soort Turkse Christenunie of SGP, dus de uitspraken zijn niet heel erg verrassend. Maar wat wel verrassend is, is dat juist iemand als Bülent Arınç als vice-premier de beste papieren heeft om de huidige premier Erdoğan op te volgen als nieuwe premier. De verwachting is namelijk dat Erdoğan deze verkiezingen president wordt. Het vooruitzicht dat Turkije na Erdoğan een tweede premier zal krijgen die zich bezig houdt met het persoonlijke leven van de burgers, stuitte veel mensen tegen hun borst. En veel Turken hebben uit protest al massaal foto’s gedeeld op twitter van lachende Turkse vrouwen en ook de presidentskandidaat van de oppositie (İhsanoğlu) zei dat Turkije juist meer lachende vrouwen nodig had.

Bülent Arınç probeerde daarna nog het één en ander recht te zetten door te zeggen dat hij niet bedoelde dat vrouwen helemaal niet moesten lachen en dat hij wel een idioot moest zijn om dat te stellen. Hij bedoelde, volgens zijn bericht, dat vrouwen niet zonder hun echtgenoot op vakantie moesten en geen seksueel getinte handelingen moesten verrichten zoals voor de grap “(lantaarn-)palen berijden”. Hij zei dat hij niet boos was op vrouwen die dit wel deden, maar wel dat hij “diep medelijden met ze” had.[9]

Het optreden van Arınç aan de vooravond van de presidentsverkiezingen in het buitenland wordt gezien als zijn campagne om de nieuwe premier te worden. Zoals gezegd heeft hij de beste papieren om premier te worden nadat Erdoğan president wordt. Van de Turkse bevolking is ongeveer 50% namelijk helemaal in de ban van de AK-partij (de partij van zowel Bülent Arınç als Recep Tayyip Erdoğan). En dat bleek ook op de eerste dag van de verkiezingen.

Bij aankomst bleek eigenlijk meteen al dat de organisatie niet erg goed was. Zonder dat ook maar iemand mijn identificatie vroeg, kon ik de deur opentrekken en langs de beveiliging lopen. Mensen die buiten in de rij wachtten, keken me aan maar niemand vroeg waarom ik langs de rij direct naar beneden liep. Later werd mij verteld dat mensen er vanuit gingen dat mensen in driedelig pak met stropdas een belangrijke functie hadden en dus lieten voorgaan. Zelf zag ik ook maar weinig mensen die formeel gekleed waren, en de meesten waren inderdaad stembureauvoorzitter of commissielid. Toch was het raar van de beveiliging om mij door te laten, daar zij niet wisten dat ik een waarnemer was. Wellicht was ik geen waarnemer maar een willekeurige burger, dit werd echter op geen enkele manier gecontroleerd door de beveiliging.

Maar ook tijdens de overige vier dagen waren er een heleboel onregelmatigheden te bespeuren. Veel gingen om kleinere details zoals dat de Kieswet stelt dat de stembureau’s alleen stembiljetten op tafel mochten hebben. De stembureauleden legden echter hun pakje sigaretten, smartphone, aansteker, kopje thee, hun vanuit huis meegenomen Turkse lekkernijen (‘börek’ en ‘çörek’) op de tafel, terwijl dit simpelweg niet mocht. Hierop aangesproken weigerde een vrouwelijke Koran-docente (op dat moment in de hoedanigheid van stembureauvoorzitster) het op te ruimen, ondanks dat de desbetreffende wet werd voorgelezen, met de repliek “Wees niet zo een mierenneuker! Als iedereen volgens de regels werkt, dan krijgen we niks voor elkaar!”. Ze gaf me verder ook mee dat als zij “net als ik de regels zou opvolgen, ze slechts 15 van haar 300 studenten mocht laten afstuderen”. De logica hierachter ontgaat mij natuurlijk; indien een student geen voldoendes haalt, en niet naar de les komt, dan is het simpel: over en uit. Zo iemand toch een diploma geven, haalt slechts het algemene niveau naar beneden.

Zo waren er nog ontzettend veel overtredingen in alle kiesbureau’s. Zo was het verlaten van jouw stembureau niet toegestaan maar liepen de leden regelmatig naar de andere stembureau’s om een babbeltje te maken. Weer anderen gingen regelmatig naar buiten om te roken, iets te drinken, te bidden, frisse lucht te happen enzovoort. Toch was dit volgens de Kieswet allemaal niet toegestaan, omdat de stembureauleden de wachtende kiezers zo kunnen aanspreken en/of beïnvloeden. Tevens mocht de telefoon niet opgenomen worden tenzij het erg belangrijk was, maar ook dit werd massaal overtreden. Iedereen was bezig met sms’en, bellen en WhatsApp; sommige nodigden zelfs hun vrienden en familie uit om even langs te komen en te babbelen. Dit terwijl mensen in de rij stonden om te mogen stemmen. In plaats van dat de stembureauvoorzitter of –voorzitster hiertegen protesteerde, deden die het ook. De keren dat de stembureauvoorzitter/-ster zomaar verdween voor een half uur zonder door te geven waar ze was, waren niet te tellen. Dit terwijl de stemmers niet kunnen stemmen zonder de aanwezigheid van de voorzitter/-ster. Het gevolg was een ongelooflijk grote chaos op de stembureau’s.

Vrijwel elk artikel van de Kieswet werd overtreden, denk hierbij aan gesprekken tussen de stembureauleden over welke partij ze steunen terwijl dit niet bekend mag zijn voor de stemmers. Er werd ook openlijk gevraagd op wie men zou stemmen of namens welke partij iemand daar was. Alhoewel elk stembureau drie boeken kregen met alle regels en voorschriften van de Kieswet, en de partijafgevaardigden via de partij ook een boek kregen met dezelfde regels, heb ik vrijwel niemand deze boekjes zien doornemen. Alles werd gevraagd aan het dichtstbijzijnde stembureau. Bij één stembureau besloot ik zelf de regels voor te lezen, maar koos men toch ervoor om te doen wat een ander stembureau deed. Uiteindelijk bleek dit uiteraard fout, maar het is wel typerend voor de ambtenaren daar. Ondanks de aanwezigheid van het boekje, ondanks de duidelijk geschreven regels, kiest men er toch liever voor om niet zelf het één en ander op te zoeken maar prefereert men het blindelings volgen van andere mensen: ‘kuddegedrag’.

Naast de eerdergenoemde 12.862 mensen, hebben nog eens 4.433 mensen gestemd waardoor er in totaal 17.295 Turks-Nederlandse stemmen zijn uitgebracht. 13.228 hiervan waren in Rotterdam, terwijl Deventer 4.067 Turken zag stemmen. Hiermee is dus slechts 7% van de Turken in Nederland daadwerkelijk wezen stemmen. Waarnemers noemden de verkiezingen, gezien de uitgaven van Turkije en de inzet van mankracht, een “fiasco”. Vooral de uitgaven zijn een doorn in het oog van veel Turken, omdat Nederland Turkije verplicht stelde om een Nederlands gebouw te huren en Nederlandse beveiligingsbedrijven in te huren. Hierdoor mochten de stembureau’s niet in Turkse consulaten of moskeeën van de Diyanet plaatsvinden. Ook mochten geen Turkse beveiligingsbedrijven ingehuurd worden. Dit kostte Turkije alleen in Nederland al ruim één miljoen euro. Hiernaast zullen de waarnemers nog uitbetaald moeten worden en de stemmen met speciale vliegtuigen naar Turkije vervoerd moeten worden door speciale delegaties van Turkse Kamerleden.

Maar ondanks deze tegenvallende resultaten en complete anarchie, heb ik niet kunnen constateren dat er daadwerkelijk ook frauduleuze dingen zijn gebeurd die een invloed kunnen hebben op de uitkomst van de verkiezingen. Wel zijn de onregelmatigheden dusdanig dat ze een context schetsen waarin fraude waarschijnlijker is. Maar toch lijkt het te werken voor Turkije, hoe onwaarschijnlijk het ook is. De omstandigheden die het juist moeilijker maken om adequaat te kunnen zijn, zorgen in Turkije juist voor een omgeving waarin alles goed lijkt te gaan.

Armand Sağ

03-08-2014

[1] https://secmen.ysk.gov.tr/ysk/docs/YD-SandikKurulacakUlkeler.pdf

[2] http://interajans.nl/oylar-rotterdam-ve-deventerde-kullanilacak/

[3] http://www.ysk.gov.tr/ysk/index.html

[4] http://www.hurriyet.com.tr/avrupa/26911248.asp

[5] http://www.hurriyet.com.tr/dunya/26909626.asp

[6] http://www.dunya.com/chp-hollanda-birligi-kuruldu-186099h.htm

[7] http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/buitenland/turkse-vicepremier-lachende-vrouwen-zijn-onrein

[8] http://www.funx.nl/index2.php?option=com_funxgemist&view=detail&id=9512 (2:20:00)

[9] http://www.hurriyet.com.tr/gundem/26912401.asp

Het bericht Veel overtredingen bij stembureau’s in Nederland verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Het bestuurlijk systeem van de TBMM https://www.turks.nl/opinie/het-bestuurlijk-systeem-van-de-tbmm Fri, 01 Aug 2014 17:48:07 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/08/01/het-bestuurlijk-systeem-van-de-tbmm/ Het Turks parlementIn mijn recente artikel 'De presidentsverkiezingen van Turkije (2014)'[1] heb ik enkele obstakels in het bestuurlijke systeem van de Turkse Kamer (Türkiye Büyük Millet Meclisi; TBMM) aangekaart. Het belangrijkste obstakel was dat vrijwel alle politici mazen in de wet proberen te misbruiken om er zelf beter van te worden.

Het bericht Het bestuurlijk systeem van de TBMM verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Uiteraard heeft dit bepaalde consequenties. Het feit dat Turkse politieke leiders al jaren misbruik maken van bepaalde mazen in de wet, heeft ertoe geleid dat ook de bevolking van Turkije het niet zo nauw neemt met verscheidene wetten. Twee belangrijke voorbeelden zijn de verkeersregels in Turkije die massaal overtreden worden en de eveneens grootschalige belastingontduiking van Turkse burgers. Het zijn voortvloeisels die direct te maken hebben met het gedrag van politici. Tenslotte kopieert de bevolking het gedrag van de leiders omdat deze leiders als voorbeeld gezien worden door het volk.

Zo ook met de presidentsverkiezingen waarin alle kandidaten zonder uitzondering gebruik hebben gemaakt van een maas in de wet omdat zij zich anders überhaupt niet kandidaat mochten stellen. Van de kandidaten mochten anders Recep Tayyip Erdoğan (vanwege zijn huidige functie als premier en AKP-partijvoorzitter), Selahattin Demirtaş (tevens partijvoorzitter van zowel BDP als HDP; beide vertegenwoordigd in de Kamer) en Ekmeleddin İhsanoğlu (woonachtig in het buitenland en in het bezit van een dubbele nationaliteit) zich niet kandidaat stellen. Deze mazen in de wet waren altijd al aanwezig maar recent is men weer begonnen hiervan te profiteren.

In het kader van het laatste, is daar nog het nieuwe kiesstelsel aan toe te voegen. Omdat recent de verkiezingswijze is veranderd, de president wordt niet meer door het parlement maar door het volk gekozen, geldt de functie als een nieuw gecreëerde functie. Hierdoor zijn er nog bepaalde onregelmatigheden en gebrekkige wetsartikelen te bespeuren. Deze onregelmatigheden en gebrekkige wetsartikelen zijn de eerdergenoemde mazen in de wet. Zo kunnen bij de verkiezingen van 2014 presidentskandidaten alleen voorgedragen worden door minstens 20 parlementariërs. Dit bracht echter de parlementariërs van HDP en BDP in een bevoorrechte positie omdat zij met respectievelijk 1,91% en 0,06% toch 29 parlementariërs hebben. Normaliter zijn er voor 29 parlementariërs ongeveer 7% van de stemmen nodig. Echter, omdat Turkije werkt met een kiesdrempel van 10% van de stemmen, kan een partij met 7% (of 1,91%+0,06%) sowieso niet plaatsnemen in het parlement.

Zowel de BDP als de HDP zouden dus eigenlijk niet verkozen kunnen worden volgens de kieswetten. Echter, de kiesdrempel geldt alleen voor politieke partijen en niet voor onafhankelijke kandidaten waardoor de BDP en HDP als traditie al hun kandidaten “ontslaan” vlak voor de verkiezing waardoor het “onafhankelijke” kandidaten worden. Na de verkiezing worden de “onafhankelijke” kandidaten vervolgens weer partijlid om binnen de Kamer een fractie te vormen.

Deze mazen in de wet worden overigens vaker uitgebaat door HDP en BDP (evenals de vroegere DTP), wat in wezen één politiek geheel is en de politieke tak van de terreurgroep PKK vormt. Zo nam BDP in 2009 20 parlementariërs van DTP over, om daarna in 2012 alle behalve één parlementariër over te laten stappen naar HDP. Dit was nodig omdat voor sommige voorstellen er steun van meerdere partijen in de Kamer nodig was. Door naast BDP ook nog een andere partij op te richten, kon de partij het doen blijken alsof ze een brede coalitie hadden van twee politieke partijen.

Maar dit zijn niet de enige problemen van het bestuurlijk systeem in Turkije. Sinds de grondwet van Kenan Evren in 1982 is ingevoerd zijn er veel discussies ontstaan omtrent het verbod op politieke symbolen op universiteiten (waaronder de hoofddoek) en de eerdergenoemde kiesdrempel, maar ook andere kleinere wijzigingen. Omdat Kenan Evren voort sprak van “een terugdraaiing naar het nationalisme van Atatürk”, denken veel Turken dat bijvoorbeeld het niet toestaan van hoofddoeken een voorstel van Atatürk zelf was. Dit is echter pertinent fout, daar Kenan Evren in 1982 ruim 44 jaar na de dood van Atatürk in 1938 zijn eigen interpretatie gaf aan de ideologie van Atatürk. Atatürk heeft dergelijke verboden nooit opgelegd.

Kenan Evren veranderde ook de invulling van het Turkse parlement door tussendoor geen nieuwe wijzigingen meer toe te staan en ook als voorwaarde te stellen dat elke provincie vertegenwoordigd moet zijn door een volksvertegenwoordiger. Dit betekent dat als bijvoorbeeld iemand sterft terwijl hij of zij een parlementariër is, er geen nieuw lid benoemd mag worden. Dit is een groot contrast met bijvoorbeeld Nederland waar iemand al vervangen wordt in het kader van zwangerschapsverlof zodat het aantal parlementariërs in Nederland altijd op 150 staat. In Turkije komt het vaak voor dat het parlement begint met 550 leden maar eindigt met 520 leden. De eis dat elke provincie vertegenwoordigd moet zijn door minstens één volksvertegenwoordiger, komt dan ook daardoor. Een kleine provincie zoals Bayburt heeft bijvoorbeeld maar één parlementariër en zodra deze (om welke reden dan ook) wegvalt, dan moeten er verkiezingen uitgeschreven worden. Van İstanbul mogen echter (bij wezen van spreken) 82 van de 85 parlementariërs wegvallen. Daarnaast is er een eis dat als meer dan 30% van de parlementszetels leeg komt te staan, er vervroegde verkiezingen nodig zijn. In de praktijk komt dit neer op 165 zetels, een gigantisch aantal dat vrijwel onmogelijk bereikt kan worden.

Nu probeert echter vooral de BDP/HDP-fractie te profiteren van deze maas in de wet door hun parlementariërs ook nog verkiesbaar te stellen als burgemeester en/of gouverneur zodat hun leden in wezen een dubbele vertegenwoordiging hebben. En omdat hun plek in het parlement niet opgevuld mag worden, blijven die plekken leeg terwijl de BDP/HDP-kamerleden nog wel hun immuniteit en loon krijgen. In Turkije krijgen parlementariërs namelijk immuniteit en loon gedurende de rest van hun leven, ongeacht hoe lang ze in het parlement zitten of hebben gezeten. In Nederland is dit heel anders. Als we die twee landen vergelijken worden de verschillen in immuniteit (of ‘onschendbaarheid’) en loon (ook wel ‘wachtgeld’ genoemd) duidelijk.

In Nederland is de immuniteit alleen geldig tijdens de termijn als Kamerlid en geldt het alleen voor bestuurlijke handelingen. En zelfs dan zijn er nog uitzonderingen waarbij de immuniteit wegvalt, bijvoorbeeld als de Grondwet wordt overtreden. Dit bleek onder andere met de aanklacht tegen Wilders vanwege discriminatie. Zodoende kan een parlementariër in Nederland aangeklaagd worden indien hij dronken achter het stuur stapt en iemand doodrijdt, omdat dit niks te maken heeft met zijn functie als Kamerlid. In Turkije krijgt een parlementariër volledige immuniteit, dus zelfs drugssmokkel of aanklachten van terrorisme vervallen hiermee. Zo kreeg Mustafa Balbay een celstraf van 34 jaar en 6 maanden voor terrorisme, maar werd hij vrijgelaten zodra hij verkozen werd tot CHP-Kamerlid. Ook BDP/HDP-Kamerlid Sebahat Tuncel kon niet worden vervolgd toen zij een politieagent (c.q. politiecommissaris) een klap in zijn gezicht gaf. Veel andere BDP/HDP-parlementariërs zijn door hun verkiezing als Kamerlid ineens vrijgesproken van aanklachten vanwege banden met de terroristische groep PKK omdat ze immuniteit kregen. In Turkije kan het Constitutionele Hof bij hoge uitzondering iemand uitsluiten van politiek (zoals DTP-voorzitter Ahmet Türk) maar zelfs dit kan maar maximaal een aantal jaar zijn. Ahmet Türk mocht van 2009 tot 2011 geen politieke functie bekleden maar ontving nog wel zijn loon en genoot ook nog steeds immuniteit. Dat wil zeggen dat ondanks het feit dat hij niet verkozen kon worden als politicus, hij juridisch gezien ook niet vervolgd kon worden door rechters.

Bij wachtgeld geldt in Turkije dat zelfs een persoon die maar één dag als parlementariër heeft gediend, de rest van zijn leven recht heeft op wachtgeld. In sommige gevallen hebben zelfs zijn kinderen en kleinkinderen ook nog recht op wachtgeld. Vooral hierom hebben veel BDP/HDP-Kamerleden ongelooflijk veel kinderen; zo heeft Ahmet Türk acht kinderen en tientallen kleinkinderen. In Nederland krijgt een parlementariër wachtgeld afhankelijk van zijn periode als Kamerlid met een bovengrens van zes jaar. Deze zes jaar is een groot contrast met het levenslange beleid van Turkije. Indien een Nederlandse parlementariër minder dan 3 maanden gediend heeft in het parlement, dan heeft hij of zij recht op zes maanden wachtgeld. Indien hij of zij tussen de drie maanden en twee jaar heeft gediend, dan ontvangt die persoon twee jaar wachtgeld. Bij een periode tussen de twee en zes jaar krijgt een Kamerlid wachtgeld voor de exacte duur van de periode waarin hij of zij zitting nam in het parlement. Dus als iemand 2,5 jaar parlementariër was, dan krijgt die persoon ook 2,5 jaar wachtgeld. Als laatst geldt de regel dat als iemand langer dan zes jaar gediend heeft als Kamerlid, hij of zij toch slechts zes jaar recht heeft op wachtgeld. Hiermee worden Kamerleden afgeraden om langer dan zes jaar te dienen als Kamerlid, en tegelijkertijd aangespoord om hun plek af te staan aan nieuwe Kamerleden. In Turkije is dit dus niet aan de orde.

De eerdergenoemde dubbelfunctie van Turkse parlementariërs, in het bijzonder BDP/HDP, als burgemeester en parlementariër heeft nog enkele gevolgen. Zo wordt het burgemeesterschap in Turkije, ondanks het feit dat het om een door het volk gekozen politieke functie gaat, gezien als een “bestuurlijke functie” en niet als een “politieke functie”. Zo kon de eerdergenoemde Ahmet Türk een politiek verbod krijgen en uitgesloten worden van politieke functies maar toch doorgaan met zijn functie als burgemeester van Mardin. Door twee functies als parlementariër en burgemeester te bekleden, dekken BDP/HDP-politici zich in door het wachtgeld en de immuniteit dat gepaard gaat met het Kamerlidschap veilig te stellen en zich dan te verzekeren van een plek in het lokaal bestuur.

Deze maas in de wet zorgt ervoor dat er momenteel 13 lege plekken zijn in het Turkse parlement. Deze lege plekken zijn moeilijk te verklaren als men kijkt naar de gedachtegang achter de Turkse democratie. Zo kan men in Turkije niet stemmen op individuen maar uitsluitend op politieke partijen. Dit is bedoeld om populisme en persoonsverheerlijking te voorkomen. Juist daarom kan men in Turkije alleen maar stemmen op politieke partijen en niet op bepaalde individuen binnen die partijen. Ook niet als ze, bijvoorbeeld, willen dat een bepaald iemand in de Kamer komt vanwege zijn of haar portefeuille, specialiteit, specifieke voorkeur of kennis. Dit kan in Nederland bijvoorbeeld wel. Men kan in Nederland op bepaalde partijleden binnen een politieke partij stemmen omdat die persoon een vrouw is, de portefeuille minderheden beheert, een specialiteit omtrent het Midden-Oosten heeft, of een willekeurige andere reden. Hierdoor is het eigenlijk niet logisch dat Nederland een Kamerlid kan vervangen door. Tenslotte zijn de namen op basis van hun individuele capaciteiten gekozen en niet de partij an sich. In dat kader is het voor Nederland niet logisch om de Kamerleden te vervangen. Zo kan iemand gekozen zijn op basis van zijn of haar actieve lobby voor dierenrechten, om vervolgens tijdens een ziekte vervangen te worden door iemand die juist hamert op vrouwenrechten. Dit kan bij de stemmer een gevoel van oneerlijkheid ontlokken omdat de stemmer nadrukkelijk op iemand wilde stemmen die zich of haar zou inzetten voor dierenrechten en niet op iemand die zich inzet voor vrouwenrechten.

Welnu, in Turkije is het dus precies andersom. Individuen mogen geen directe campagne voeren. Helaas gebeurt dit toch wel, zoals blijkt uit de verpersoonlijking van politieke partijen met hun leider. Eenieder ziet tijdens de verkiezingstijd posters met de partijleider en niet met een inhoudelijk partijprogramma. Op papier is het systeem in Turkije er echter op gericht dat de stemgerechtigde stemt op basis van de argumenten van een politieke partij. Juist hier zou de invulling door de partij niks uit moeten maken omdat de leden geen individuele uitspraken mogen doen en zich moeten schikken aan het partijprogramma. Waarom Turkije de zetels dan niet gemakkelijker doorgeeft, is het resultaat van strikte regelgeving na de ingreep van Kenan Evren. Echter, omdat de situatie nu anders is dan in de turbulente jaren ’80, is deze restrictie verworven tot een maas in de wet. Het leidt er slechts toe dat er veel lege zetels ontstaan. Ondanks dat AKP meermaals heeft aangegeven deze kieswet aan te willen passen, is dit tot op heden nog niet gebeurd. Volgens AKP omdat het een grondwettelijke wijziging betreft wat een tweederde meerderheid van het parlement nodig heeft, maar volgens critici omdat AKP-leden (en politici van andere partijen) er ook van profiteren. Op dit moment zijn er anno de zomer van 2014 dertien lege plekken in het Turkse parlement.

Drie van deze lege plekken zijn ontstaan door het overlijden van AKP-Kamerlid Harun Çakır in 2011, BDP/HDP-Kamerlid Şerafettin Elçi in 2012 en CHP-Kamerlid Ferit Mevlüt Aslanoğlu in 2014. Zij vertegenwoordigden respectievelijk Ordu, Diyarbakır en İstanbul. De overige tien plekken zijn lege plekken van BDP/HDP die de plekken opgeofferd hebben om burgemeesterfuncties te kunnen bekleden met de voordelen van een parlementariër. Dit betekent dat 10 van de 29 parlementariërs van BDP/HDP in wezen de wetten misbruiken door een dubbelfunctie te bekleden. Het was dan ook niet verrassend om van een functionaris van het Turkse parlement te moeten horen dat “BDP, of hoe je ze ook wilt noemen, de meest succesvolle partij van het parlement is. Ze spelen met alle regels en gebruiken alle mazen in de wet die we hebben.”

CHP probeert tevens de wetten om te buigen zodat er een voordeel ontstaat voor partijleden zelf, zoals met het eerdergenoemde voorbeeld van Mustafa Balbay. Ook de AKP probeert mazen in de wet te gebruiken, bijvoorbeeld door te dreigen om vervroegde verkiezingen te laten uitschrijven om zo druk uit te kunnen oefenen op de andere partijen. Omdat de kleine provincie Bayburt, met maar één volksvertegenwoordiger (van het eerder gegeven voorbeeld dat elke provincie vertegenwoordigd moet zijn), in handen van de AKP is, kan het ontslag van die ene parlementariër leiden tot het val van het kabinet. Alhoewel veel van deze wijzigingen door Kenan Evren zijn ingevoerd, hebben latere partijen (zoals ANAP in 1983-1999 en AKP in 2002-heden) deze grondwetswijzigingen verder doorgevoerd om zo hun eigen macht verder te kunnen consolideren. Zo is er vastgelegd dat de wijzigingen van deze kieswetten niet gelden voor de eerstvolgende verkiezingen, maar pas de verkiezing daarna. Omdat veel Turkse politieke partijen last hebben van korte-termijn-denken, en vaak maar eendagsvliegen zijn die slechts één termijn succes hebben, worden er geen plannen gemaakt om deze wijzigingen door te voeren.

En het is juist dit korte-termijn-denken dat de Turkse politiek momenteel veel schade toebrengt. En het brengt ook veel druk op de schouders van de AKP, omdat deze partij nu lang genoeg aan het roer staat om ook lange-termijn-denken te introduceren.

Armand Sağ

26-07-2014

[1] http://turksnl.bitnamiapp.com/opinie/item/4060-de-presidentsverkiezingen-van-turkije.html & http://www.allesinperspectief.nl/Turkije/de-presidentsverkiezingen-van-turkije-2014.html

Het bericht Het bestuurlijk systeem van de TBMM verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
De presidentsverkiezingen van Turkije https://www.turks.nl/opinie/de-presidentsverkiezingen-van-turkije Sat, 26 Jul 2014 17:33:41 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/07/26/de-presidentsverkiezingen-van-turkije/ Foto: Anadolu AgencyOp 10 augustus 2014 zal in Turkije de eerste ronde van de presidentiële verkiezingen plaatsvinden. Echter, in het buitenland mogen Turkse burgers al vanaf 31 juli 2014 tot en met 3 augustus 2014 gebruik maken van hun stemrecht[1].

Het bericht De presidentsverkiezingen van Turkije verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Voor het eerst in de geschiedenis van de Republiek Turkije zal een president rechtstreeks door het volk worden gekozen, voorheen ging dat door middel van de parlementsleden. Voor 2007 konden parlementsleden zichzelf kandidaat stellen, of kandidaten van buiten de Kamer voordragen indien de rest van de Kamer deze kandidatuur steunde[2]. Na de hervorming van Atatürk, waarbij hij in 1923 de Republiek Turkije stichtte en algemene democratie introduceerde (waaronder kiesrecht voor vrouwen), wordt de rechtstreeks gekozen president gezien als de tweede grote verandering in het democratische systeem van Turkije. Toch is er ook veel controversie over de drie kandidaatsleden die meedoen in de race om de twaalfde president van Turkije te worden.

De eerste kandidaat lijkt de meeste steun te hebben, maar gaat ook gebukt onder grote corruptieschandalen: Recep Tayyip Erdoğan. Indien Erdoğan wordt gekozen, zal het weer zo zijn dat de president van Turkije lid is van een politieke partij. Het was gebruikelijk dat de president niet aan een partij geboden was, zodat de president eventueel de premier (die duidelijkerwijs wel gebonden is aan een partij) kan corrigeren. Om te voorkomen dat de president de premier uit politieke tegenstellingen berispt, is er een informele regel dat de functie van president uitsluitend door een onafhankelijk persoon wordt ingevuld. Deze regel werd overigens vaak overtreden, recent in 2007 toen de voormalige AKP-premier Abdullah Gül als president werd gekozen. Destijds liep de commotie met een sisser af, toen Gül besloot om zijn lidmaatschap van de AKP op te zeggen. Erdoğan heeft al aangegeven zijn AKP-lidmaatschap niet te zullen opzeggen, en heeft daartoe een maas in de wet gevonden[3].

Tegenstanders vinden dat Erdoğan hierdoor een voorsprong heeft in de campagne omdat hij bronnen en middelen die hij nu tot zijn gebruik heeft als premier, kan gebruiken om president te worden. Verder staat Erdoğan ook ter discussie om de corruptieschandalen en zijn harde toon naar oppositieleiders toe. Bij de corruptieschandalen werden grote contante geldbedragen van enkele miljoenen euro gevonden in schoenendozen in het huis van Erdoğan’s ministers en hun zonen. Van Erdoğan zelf en zijn zoon Bilal werden belastende telefoongesprekken afgeluisterd waarbij gesproken werd over de contante geldbedragen. Vier ministers werden hierdoor vervangen door Erdoğan, terwijl negen AKP-Kamerleden (waaronder één van de door Erdoğan vervangen ministers) uit protest ontslag namen. Ook de rechtszaak Balyoz, waarbij volgens Erdoğan een geheime groep genaamd ‘Ergenekon’ erop uit was om hem ten val te brengen en een coup voor te bereiden, pakte niet goed uit voor Erdoğan toen het voorlopige vonnis stelde dat er geen bewijs is voor het bestaan van Ergenekon. Erdoğan hield altijd vol dat deze groep bestond uit legerleiders, leden van oppositiepartijen, intellectuelen en academici. In dat kader zijn bijna 400 mensen opgepakt, gevangen gezet en berecht; vrijwel allemaal waren het criticasters van Erdoğan. Enkele van deze verdachten, zoals Mustafa Balbay, zijn later verkozen tot Kamerlid van de grootste oppositiepartij CHP. Het vermoeden bestaat dat de rechtszaak diende als een voorwendsel voor Erdoğan om iedereen die hem sterk bekritiseerde, op te pakken.

Toch heeft Erdoğan de steun van bijna de helft van de stemgerechtigden, mede door zijn buitenlands beleid waarin hij toenadering zoekt tot de Arabische wereld. Hierdoor heeft hij de steun van veel conservatieve moslims in Turkije, die de toenadering zien als een islamitisch bondgenootschap met de moslimwereld. Binnen het binnenlands beleid heeft de privatisering van veel staatsbedrijven geleid tot een vrije markt sector met een grote bloei.

Tegenstanders wijzen echter op de nadelen van grootschalige privatisering op de lange termijn en volledige openstelling van de vrije markt voor buitenlandse bedrijven omdat daarmee de kleinere Turkse bedrijven weggeconcurreerd zullen worden. Vooralsnog lijkt dit echter nog niet aan de orde. De AKP van Erdoğan staat al sinds 2002 aan het roer van Turkije en Erdoğan heeft zich in die twaalf jaar ontwikkeld tot een autocratische heerser zonder geduld voor tegengeluid van oppositiepartijen. Toch geniet hij immense populariteit onder ongeveer de helft van de bevolking. De andere helft beschuldigt Erdoğan van polarisatie en verzuiling onder de bevolking omdat Erdoğan steevast stelt ‘zich in te zetten voor de mensen die op hem stemmen’ en ‘voor zijn 50% te werken’. Critici stellen dat een premier zich voor de gehele bevolking dient in te zetten en niet alleen de mensen die op hem gestemd hebben. “Vijftien jaar geleden wapperde iedereen met Turkse vlaggen en Turkse symbolen. Maar als je nu bijvoorbeeld op Facebook kijkt, dan is het verschil al te zien. Pro-Erdoğan aanhangers hebben een poster van Erdoğan, het logo van Erdoğan en de AKP-vlag  terwijl anti-Erdoğan aanhangers “T.C.”, “Ayyaş” en “Çapulcu” voor hun naam zetten. Bijna niemand heeft nog een Turkse vlag op hun Facebook-profiel.”, aldus een criticus.

De andere kandidaat is de omstreden Selahattin Demirtaş, eveneens een partijvoorzitter. Net als Erdoğan weigerde ook Demirtaş ontslag te nemen van zijn functie. Als extra provocatie liet hij zich zelfs verkiezen tot partijvoorzitter van HDP, een voortvloeisel van de BDP waar Demirtaş sinds de oprichting ook al partijvoorzitter was. Op dit moment is Demirtaş hierdoor de partijvoorzitter van zowel de HDP als de BDP, een situatie wat duidelijk belangenverstrengeling oproept daar beide partijen in de Turkse Kamer (TBMM) zitten. Zowel de HDP als de BDP staan bekend als de politieke tak van de Koerdische terreurgroep PKK. HDP en BDP werken nauw samen en onderscheiden zich enkel en alleen door hun regionale focus: de HDP richt zich op het westen van Turkije (zoals İstanbul) en doet niet mee aan verkiezingen in het oosten van Turkije, terwijl BDP juist niet meedoet aan verkiezingen in het westen en zich uitsluitend richt op het oosten. BDP richt zich duidelijk op Koerdisch ultranationalisme, terwijl HDP zich daarnaast ook richt op marxistische Turken omdat er in West-Turkije veel minder Koerdische ultranationalisten wonen.

Demirtaş is zelf van Zaza-komaf maar is dermate geassimileerd dat hij zichzelf voornamelijk identificeert als Koerdisch. In het verleden werden zijn directe banden met de terroristische organisatie PKK blootgelegd. De PKK is verantwoordelijk voor ongeveer 50.000 doden in de laatste dertig jaar en is daarmee één van de meest bloedige terreurgroepen ter wereld. Demirtaş baarde eerder al opzien door de Armeense kwestie als “genocide” te bestempelen en heeft al laten doorschemeren dit ook als president te zullen doen. Hiermee zal hij ook namens Turkije de Armeense kwestie officieel als een ‘genocide’ erkennen. Mede hierdoor lijken de kansen van, de als ultranationalistische Koerd bekend staande, Demirtaş om president te worden zeer klein. Alleen van PKK-sympathisanten en ultranationalistische Koerden lijkt hij stemmen te zullen ontvangen. In de peilingen komt hij niet hoger dan 5%-8% van de stemmen[4].

De laatste kandidaat, Ekmeleddin Mehmet İhsanoğlu, is een kandidaat van de twee grootste oppositiepartijen CHP en MHP alsmede vier kleinere partijen (DYP, DSP, BTP en DP; alhoewel DYP later de steun weer introk[5]). İhsanoğlu staat op zijn beurt onder druk vanwege het feit dat hij geboren en getogen is in Egypte en pas op zijn 32ste leeftijd voor het eerst naar Turkije ging. Ook İhsanoğlu maakt gebruik van een maas in de wet omdat normaliter Turken met een dubbele nationaliteit en/of Turken die woonachtig zijn in het buitenland geen politieke functie mogen vervullen.

İhsanoğlu staat bekend als een intellectueel en is een hoogleraar. In zijn campagne heeft hij zich gekenmerkt als een toegankelijke liberaal met een tolerant beleid en een zeer beleefde toon naar zijn concurrenten toe. Zo heeft hij zowel Erdoğan als Demirtaş 1000 TL (1 Euro is ongeveer 2,8 Turkse Lira) geschonken om ze te helpen bij hun campagnevoering. Tevens heeft İhsanoğlu al in 2011 zijn familiebezit in de Centraal-Anatolische provincie Yozgat (grote stukken land en enkele gebouwen van zijn opa) geschonken aan de Bozok Universiteit van Yozgat zodat die universiteit kon uitbreiden. Ook zijn verzoenende toon naar de aanhangers van de Gezi-protesten,de grootschalige protesten tegen het beleid van AKP-premier Erdoğan, werd goed ontvangen. İhsanoğlu’s slogan “Ekmek için Ekmeleddin” werd echter niet goed ontvangen. Alhoewel de volledige slogan “Saygı ekmek için, sevgi ekmek için, bu güzellikleri ekmek için Ekmeleddin” (‘Om respect te zaaien, om liefde te zaaien, om deze mooiheden te zaaien kies je voor Ekmeleddin’) is, betekent ‘ekmek’ in het Turks naast ‘zaaien’ ook nog ‘brood’. Hierdoor kreeg İhsanoğlu veel kritiek op social media omdat mensen dachten dat hij ze brood beloofde, terwijl ‘ekmek’ in de betekenis van ‘zaaien’ werd bedoeld alsmede een woordspeling is op zijn naam ‘Ekmeleddin’. İhsanoğlu probeert nu ook deze verwarring goed te maken, maar duidelijk is dat hij hierdoor schade heeft ondervonden.

İhsanoğlu’s uiterst beleefde toon en de respectvolle manier waarmee hij zijn concurrenten aanspreekt hebben hem echter geen windeieren gelegd. Iets wat Erdoğan en Demirtaş duidelijk niet doen. Zo antwoordde Demirtaş met “Als İhsanoğlu brood wil maken, dan maak ik lekker Koerdische börek (een gevulde pasteiachtig broodje)” op de slogan van İhsanoğlu en weigerde Erdoğan de eerdergenoemde 1000 TL te accepteren waarna hij het liet terugstorten. De beleefdheid van İhsanoğlu is daardoor een groot contrast met de andere twee kandidaten.  Toch is er kritiek op İhsanoğlu. “Hoe is het mogelijk dat je geen Kamerlid mag worden als je in het buitenland woont of een dubbele nationaliteit hebt, maar wel president van het land? Dat is niet eerlijk. Daarom moet men of die wetten aanpassen of İhsanoğlu boycotten. Ik kies voor het laatste omdat de wetten voorlopig niet veranderd kunnen worden daar dit een grondwettelijke wijziging nodig heeft.”, aldus een criticus.

Veel mensen weigeren toch uit principe te stemmen op één van deze drie kandidaten vanwege het beleid van Erdoğan, de ideologie van Demirtaş en de afkomst van İhsanoğlu. Hierdoor laten peilingen tussen de 20% en 30% aan blanco stemmen zien. Dit heeft waarschijnlijk tot gevolg dat er een tweede ronde van de presidentsverkiezingen moet komen. In dat geval zal deze plaatsvinden in Turkije op 24 augustus 2014 en in het buitenland tussen 17 augustus 2014 en 20 augustus 2014.

Van de drie kandidaten is recent ook het vermogen bekend gemaakt: Erdoğan had ongeveer 4,4 miljoen (3.390.384) Turkse Lira, 199.867 Amerikaanse dollar, 25.000 Britse pond en een onbekend bedrag in euro op verscheidene bankrekeningen[6]. Daarnaast had Erdoğan een uitstaande lening van 500.000 Turkse lira, ruim tweeduizend vierkante meter aan grond ter waarde van ongeveer tienduizend Turkse lira en een luxe personenauto met een prijskaartje van 234.080 Turkse lira. Dit zou betekenen dat Erdoğan sinds 2006 ruim 3 miljoen Turkse lira heeft mogen bijgeschreven aan zijn bezit. De afwezigheid van huisbezit springt bij Erdoğan in het oog. Waarschijnlijk woont Erdoğan in een residentie van de staat en is hij van plan dit ook in de toekomst te doen.

Voor Selahattin Demirtaş was het publiceren van zijn vermogen zo mogelijk nog problematischer. Zo gaf hij aan een luxe huis van ongeveer 260.000 Turkse lira te bezitten, net als een groot advocatenkantoor ter waarde van 100.000 Turkse lira. Daarnaast gaf Demirtaş aan zijn twee luxe Audi’s te hebben geschonken aan zijn politieke partij (het werd niet duidelijk of dit BDP of HDP was), maar nog wel zelf te gebruiken. Vermoedens dat hij de auto’s schonk vanwege een belastingtechnisch voordeel, zijn er ten overvloed. Deze vermoedens werden sterker toen bleek dat hij nog een derde auto had, van het merk Skoda, maar deze op naam van zijn vrouw had gezet. Verder weigerde Demirtaş zijn bankrekeningen te onthullen en uit onderzoek bleek hij geen bankrekeningen te hebben in Turkije. De buitenlandse bankrekeningen van Demirtaş lijken ook een broeihaard van belastingontduiking te zijn. Volgens ingewijden heeft Demirtaş geen openheid gegeven vanwege twee redenen. Ten eerste omdat hij veel inkomsten vergaart uit de activiteiten van de PKK. De PKK is sterk verwikkeld in drugs-, wapen- en sigarettensmokkel, alsmede vrouwenhandel. Ten tweede omdat de persoonlijke financiën van Demirtaş moeilijk te onderscheiden zijn van de financiën van de PKK, BDP en HDP omdat deze dwars door elkaar heen lopen.[7]

Als laatst werd het vermogen van de derde kandidaat bekend gemaakt. Ekmeleddin Mehmet İhsanoğlu zou uit erfenissen/nalatenschap aan zichzelf of zijn vrouw, negen appartementen in İstanbul hebben. Vrijwel al die appartementen worden door İhsanoğlu verhuurd. Daarnaast heeft hij een Opel Vectra uit 2006, ongeveer 3,6 miljoen Amerikaanse dollar en 240.000 Turkse lira op verschillende bankrekeningen. De vraag hoe een academicus die voornamelijk op onderzoekssubsidies en fondsen teerde, een dergelijk kapitaal heeft weten te vergaren, heeft menig wenkbrauwen laten fronsen.

Twee belangrijke punten dienen hierbij onderstreept te worden. Ten eerste betreft dit het vermogen van de kandidaten en de problematiek die eruit voortvloeit. Zo hebben alle kandidaten een, voor Turkse begrippen, immens vermogen vergaard, dan wel weigeren ze openheid te geven over hun bezit. Ten tweede maken alle drie de kandidaten gebruik van een maas in de wet om zich überhaupt kandidaat te mogen stellen voor deze presidentsverkiezing. In wezen zou men dus kunnen stellen dat alle drie de kandidaten zich eigenlijk schuldig maken aan overtreding van de verkiezingswet tijdens de aanloop naar de verkiezingen.

Kortom, in principe maakt het niet uit welke van de drie kandidaten de presidentsverkiezingen wint. Alle drie de kandidaten geven indirect en subliem een boodschap door aan het volk: “Manipuleer de wet door mazen in de wet te vinden”. En juist hierdoor heeft Turkije nog steeds moeite met het handhaven van orde (zoals in het verkeer) en het uitstralen van gezag om zo burgers te manen om de wetten te gehoorzamen (zoals bij de bestrijding van belastingontduiking). De politieke leiders zijn hierbij helaas niks meer dan een weerspiegeling van de maatschappij.

Armand Sağ

25-07-2014

[1] http://www.ysk.gov.tr/

[2] http://www.yasader.org/web/yasama_dergisi/2007/sayi5/Turk_Anayasalarinda_Cumhurbaskani_Secimi.pdf

[3] http://www.aksam.com.tr/siyaset/basbakan-erdogan-istifa-etmeli-mi/haber-321407

[4] http://www.haber7.com/partiler/haber/1182858-en-sicak-iki-ankete-gore-kosk-secimi-sonuclari

[5] http://www.hurriyet.com.tr/gundem/26724781.asp

[6] http://turksnl.bitnamiapp.com/turkije/politiek/item/3983-zo-rijk-is-erdo%C4%9Fan.html

[7] http://sozcu.com.tr/2014/gundem/demirtas-mal-varligini-acikladi-547905/

Het bericht De presidentsverkiezingen van Turkije verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Censuur door Turkse Honorair Consul https://www.turks.nl/opinie/censuur-door-turkse-honorair-consul Thu, 17 Jul 2014 15:39:05 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/07/17/censuur-door-turkse-honorair-consul/ Sommige aandachtige lezers zullen mijn artikel 'Nederlandse pioniers in Turkije'[1] nog herinneren. Als reactie hierop kreeg ik van de Turkse Honorair Consul, de geachte heer Joost Peters, een vrij pittige mail. De mail richtte zich vooral op mijn Turkse column over hetzelfde onderwerp.[2]

Het bericht Censuur door Turkse Honorair Consul verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Nu is dit vrij frappant want de heer Joost Peters kent geen woord Turks. Nog frappanter was echter dat de heer Peters zich niet richtte op de opbouwende kritiek en zich juist niet verontschuldigde voor het feit dat hij als Honorair Consul van Turkije een tentoonstelling faciliteerde waarin onterecht bepaalde journalisten geëerd werden terwijl ze juist op een zwarte lijst stonden van Turkije.

En ondanks mijn zorgvuldige voorzichtigheid om niet de heer Joost Peters te bekritiseren, maar de tentoonstelling an sich, trok de heer Peters de kritiek zich persoonlijk aan en sommeerde mij om zijn afbeelding te verwijderen van de website en verscheidene social media-accounts. Het verwarrende was echter dat ik nergens zijn foto gebruikt had, noch heb ik überhaupt social media-accounts. De constatering van de heer Peters slaat dan ook elke plank mis en heeft meer weg van intimidatie en het wegmoffelen van kritische stemmen. Met zijn verzoek tot verwijdering dient hij derhalve niet bij mij te zijn, maar uiteraard heb ik hem uitgenodigd om met eventuele juridische stappen contact op te nemen met mijn advocaat.

Toch heb ik nog de behoefte om de heer Peters eens haarfijn uit te leggen hoe journalistiek werkt. Klaarblijkelijk weet hij namelijk niet hoe het werkt. Een opdrachtgever vraagt iemand om een artikel en de freelancer (in veel gevallen een intellectueel, columnist of journalist) schrijft een artikel. Dit artikel wordt door de opdrachtgever voorzien van een afbeelding en vervolgens gepubliceerd c.q. verspreid. Het e-mailbericht dat de heer Peters meende te moeten versturen naar mijn adres, getuigt van weinig inzicht en kennis omtrent het functioneren van een columnist in Nederland. Zijn aanpak getuigt van het willen aanpakken van opbouwende kritiek door middel van censuur. Hiermee is de heer Peters echter aan het verkeerde adres en het lijkt mij dat de Republiek Turkije hier toch werk van dient te maken.

De heer Peters is namelijk aangewezen door de Republiek Turkije en Turkije zou het niet moeten accepteren dat de heer Peters: A) een tentoonstelling faciliteert waarin het anti-Turkse journalisten ophemelt terwijl hij juist aangewezen is met als doel het promoten van Turkije; en B) dat Turkije gedoogd dat een door hem aangewezen consul, intellectuelen met een kritische stem monddood probeert te maken door ze te intimideren. Vooral als het om burgers met een Turkse nationaliteit gaat, daar de heer Peters geen Turks burgers is.

De door de heer Peters gemaakte kanttekeningen bij mijn artikel getuigen van weinig respect in de richting van zowel de auteur als de opdrachtgever. Zijn aanduiding van de organisatoren van de tentoonstelling als “kunstenaars”, is zijn zoveelste fout. Ik ken één van de organisatoren namelijk persoonlijk, zij is een academicus c.q. gepromoveerd historica. In geen enkele taal worden wetenschappers “kunstenaars” genoemd. De kennis van de heer Peters hieromtrent blijkt, eveneens, zeer gebrekkig. Als Honorair Consul-Generaal van Turkije vervult hij een brugfunctie tussen beide landen en culturen; en van Turkse overheidswege is het hem niet toegestaan zich in te laten met politieke en religieuze zaken aangezien die zijn voorbehouden aan de Turkse Ambassadeur in Nederland. Waarom hij dit dan toch doet door een dergelijke tentoonstelling te dulden in zijn pand, is mij een groot raadsel.

De enige conclusie die ik kan trekken, is dat de heer Peters geen woord Turks spreekt en derhalve mijn column niet heeft kunnen lezen c.q. begrijpen. Ik verzoek hem dan ook vriendelijk om zijn toon te beteren en in het vervolg meer rekening te houden met de respectvolle wijze waarop columnisten invulling geven aan hun verantwoordelijkheid. Als laatst zou ik hem ten zeerste willen aanraden om als Honorair Consulaat-Generaal van Turkije zelfs de meest onschuldige tentoonstellingen te toetsen aan de criteria die hij zelf stelt te hebben (namelijk het niet hebben van politieke c.q. religieuze activiteiten). Alleen dan vervult hij de eervolle functie van Honorair Consul van Turkije naar behoren en verdient hij deze erefunctie ook daadwerkelijk, want alleen met het organiseren van jaarlijkse borreltjes verdient hij dit niet.

15 juli 2014
Armand Sağ

[1] http://www.otekiler.nl/klasikler/sergi-mi-propaganda-mi/

[2] http://turksnl.bitnamiapp.com/opinie/item/3961-nederlandse-pioniers-in-turkije.html

Het bericht Censuur door Turkse Honorair Consul verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Nederlandse pioniers in Turkije https://www.turks.nl/opinie/nederlandse-pioniers-in-turkije Mon, 30 Jun 2014 01:16:45 +0000 http://turks.bitnamiapp.com/wordpress/2014/06/30/nederlandse-pioniers-in-turkije/ Onlangs is de fototentoonstelling 'Nederlandse pioniers in Turkije' van start gegaan in het Honorair Consulaat-Generaal van Turkije[1]. Meteen al springen twee namen in het oog. Veel van de 'pioniers' zijn relatief onbekende namen die de sprong in het diepe waagden en die ik, eerlijk gezegd, ook niet ken. Raar genoeg zijn de twee namen die ik wel ken, er twee die erg dubieus en omstreden zijn. Waarom juist deze namen dan opgenomen zijn in de tentoonstelling is mij een groot raadsel.

Het bericht Nederlandse pioniers in Turkije verscheen eerst op Turks.nl.

]]>
Het gaat vooral om de journalisten Bram Vermeulen en Fréderike Geerdink. Bram kwam vorig jaar in het nieuws toen er sterke geruchten waren dat hij onder het mom van ‘NOS-correspondent in Istanbul’ informatie aan de Nederlandse inlichtingendienst  MIVD had verschaft. Uiteindelijk dreigde Turkije met zijn deportatie en zette het Anatolische land Bram op een zwarte lijst. Bram kreeg geen nieuwe perskaart en mocht Turkije niet meer in. Eerder bleek Bram ook al uit Zimbabwe te zijn gezet vanwege niet toegestane journalistieke werkzaamheden. In Turkije maakte hij zich vooral schuldig aan het maken van partijdige, subjectieve en eenzijdige documentaires en reportages. Volgens veel mensen zette hij hiermee de terreurgroep PKK in een positief daglicht.

Uiteindelijk werd Bram van de zwarte lijst afgehaald in ruil voor een andere standplaats. Onofficiële bronnen bevestigden dat de verhuizing van Bram van İstanbul naar Zuid-Afrika een deel van de afspraak was. De vraag hoe een dergelijke controversiële naam als ‘pionier in Turkije’ gezien kan worden, duikt meteen op. Vooral als de fototentoonstelling door de Republiek Turkije gefaciliteerd wordt. De aanwezigheid van de fototentoonstelling in het Honorair Consulaat-Generaal van Turkije in Leiden, wijst in ieder geval wel op het feit dat de Republiek deze tentoonstelling op zijn minst ondersteund.

De andere naam, Fréderike Geerdink, is zelfs nog controversiëler. Geerdink meldde zelf eerder al “in de zomer van 2012 naar de hoofdstad van Koerdistan, Amed, te zijn verhuisd”[2]. Alhoewel de naam ‘Amed’ waarschijnlijk oud-Grieks (of Oud-Assyrisch) is, wordt het door extreme Koerden gebruikt in plaats van de hedendaagse naam van de stad; Diyarbakır. Dit omdat extreemnationalistische Koerden stelselmatig weigeren om alles wat maar Turks is, te gebruiken. Dit is inclusief Turkse benamingen voor steden. Geerdink maakt er geen geheim van om hieraan mee te doen, volgens bronnen vanwege haar liefdesrelatie met een PKK-lid[3]. Geerdink staat bekend om haar in 2011 opgerichte website KurdishMatters.com, welke gezien wordt als een extreemnationalistische blog waar de terreurgroep PKK en Koerdisch ultranationalisme gepromoot wordt. Tevens weigert Geerdink te spreken van “een terreurorganisatie” als ze het over de PKK heeft[4]. Daarnaast meldde Geerdink dat “als je over Koerden schrijft, het zaak is in Koerdistan te wonen. De Turkije-correspondent woont ook niet in Athene, toch?”[5]. Hiermee schopt ze tegen het scheenbeen van Turkije door de Turkse stad Diyarbakır te scharen onder ‘Koerdistan’ en niet Turkije.

Het is ook niet verrassend dat Bram en Geerdink goede banden met elkaar hebben, wat zich onder andere duidelijk maakt door een Twitter-accounts waar ze elkaars Tweets steevast reposten. Waarom dan specifiek voor deze twee journalisten in Turkije is gekozen, terwijl met Michael van der Galiën in İzmir en Jessica Lutz in İstanbul er wel objectieve en neutrale journalisten zijn, is een groot raadsel. Journalisten die veel eerder in Turkije waren (Lutz in 2003, Geerdink pas in 2006[6] en Vermeulen zelfs pas in 2009) en dus pas echt ‘pioniers’ genoemd kunnen worden, zijn schaamteloos gepasseerd ten faveure van Geerdink en Vermeulen. Waarom Michael en Jessica niet als ‘pionier’ zijn uitgekozen, maar Bram en Fréderike wel, is moeilijk te verantwoorden. Het wordt zelfs nog moeilijker als men bedenkt dat de tentoonstelling is gesponsord door Turkse bedrijven in Nederland (zoals Corendon) en Turkse (ere-)consulaten in Nederland.

Het Honorair Consulaat-Generaal van Turkije in Leiden stelt namelijk dat “Het Honorair Consulaat-Generaal van Turkije (HCG Turkije) verantwoordelijk is voor het bevorderen van betrekkingen tussen Nederland en Turkije.”[7] Hoe wil HCG dat bereiken als het anti-Turkse journalisten ophemelt? Het is een goede vraag waar een antwoord op dient te komen natuurlijk. Vooral omdat Honorair Consul-Generaals door de Republiek Turkije aangesteld worden. In dit geval is het erg frappant waarom de namen van de tentoonstelling niet beter onderzocht waren, een simpele google-zoekactie had deze feiten over Geerdink en Vermeulen al aan het licht kunnen brengen namelijk.

De vraag waarom deze instanties de namen niet gecontroleerd hebben, of waarom ze de tentoonstelling niet bezocht hebben, komt al snel op. Nu moet wel gezegd worden dat Geerdink voor de fototentoonstelling enkele dingen verzwegen heeft. Zo woont ze al sinds de zomer van 2012 met haar vriend in Diyarbakır maar heeft ze de samenstellers gezegd “tegenwoordig in de volkswijk Üsküdar in het Aziatische deel van İstanbul” te wonen[8]. Toch diende dit beter uitgezocht te worden door de organisatoren.

De tentoonstelling zelf heeft nog een interessant staartje als we zien dat Corendon de sponsor is; het bedrijf van Atilay Uslu. Dezelfde Turks-Nederlandse zakenman die in november 2013 middels HOTİAD Turks-Nederlandse studenten het sterke advies gaf om “geen onnodige opleidingen zoals geschiedenis en aardrijkskunde te studeren”[9]. Nu blijkt dat hij dit zelf toch wel had kunnen studeren, wellicht had hij zijn sponsorgeld dan niet verkeerd besteed.

Armand Sağ
22 juni 2014

[1] https://scontent-a-ams.xx.fbcdn.net/hphotos-frc3/t1.0-9/1010059_507082096077746_991201758_n.jpg

[2] http://kurdishquestion.com/north-kurdistan/interview-with-frederike-geerdink-the-only-foreign-journalist-based-in-diyarbakir/104-interview-with-frederike-geerdink-the-only-foreign-journalist-based-in-diyarbakir.html

[3] http://www.allesinperspectief.nl/Turkije/frederike-geerdink-heeft-relatie-met-koerd.html

[4] http://en.firatajans.com/news/news/interview-with-dutch-journalist-geerdink.htm

[5] http://www.daanwesterink.nl/blog/?p=3290

[6] http://debuitenlandredactie.nl/2013/02/de-jonge-correspondent-aflevering-32-frederike-geerdink-in-turkije-ik-wil-laten-zien-dat-de-koerdische-kwestie-er-een-is-van-mensenrechten/

[7] http://www.hcgturkije.nl/wat-doen-wij/Paginas/default.aspx

[8] http://www.nederlandsepioniersinturkije.nl/

[9] http://www.allesinperspectief.nl/Nederland/geld-maakt-niet-gelukkig-ook-niet-als-je-turk-bent.html

Het bericht Nederlandse pioniers in Turkije verscheen eerst op Turks.nl.

]]>